Het kabinet wil medicijnproducenten laten betalen voor het verwijderen van medicijnresten uit afvalwater, maar wacht op de regeling die daarvoor is opgenomen in de nieuwe en nog niet van kracht geworden EU-richtlijn stedelijk afvalwater. Dit blijkt uit het antwoord van de ministers Mark Harbers van Infrastructuur en Waterstaat en Ernst Kuipers van Volksgezondheid op de motie van de D66-Kamerleden Kiki Hagen en Tjeerd de Groot.
Hagen en De Groot vroegen 9 maart in de motie om middels een uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (UPV) de farmaceutische industrie op te laten draaien voor de extra zuiveringskosten die gemaakt moeten worden om medicijnresten uit afvalwater te verwijderen. Daarbij stelden ze onder meer vast dat er jaarlijks elf keer meer medicijnresten in het oppervlaktewater belanden (190 ton) dan gewasbeschermingsmiddelen.
Het kabinet ontraadde de motie en Harbers en Kuipers leggen in een afgelopen week gepubliceerde Kamerbrief uit waarom. “De motie is in eerste instantie ontraden omdat daaruit niet duidelijk bleek of er sprake kon zijn van een samenloop met de UPV die in de context van de EU richtlijn stedelijk afvalwater in aantocht is”, schrijven ze. “Het is in de ogen van het kabinet niet zinvol om nationaal een UPV in te stellen voor één groep producenten terwijl er een Europese verplichting komt die, naast medicijnfabrikanten, in elk geval ook voor cosmeticaproducenten gaat gelden en waarop een nationaal ingestelde UPV dan weer aangepast moet worden.”
He kabinet heeft tijdens de Milieuraad in Brussel van 16 maart expliciet steun uitgesproken voor de instelling van een UPV, schrijven de ministers. Maar die steun ging wel gepaard met aan ‘maar’, verwoord in de oproep om onbedoelde effecten op de beschikbaarheid en betaalbaarheid van medicijnen voor patiënten te voorkomen.
Zorgen
Want daar heeft het kabinet zorgen over. Producenten zullen de extra kosten voor de bijdrage aan zuivering bij rwzi’s mogelijk verrekenen in de geneesmiddelenprijs, aldus Harbers en Kuipers. “Hiermee kunnen de zorgkosten stijgen of komen de kosten (deels) voor rekening van patiënten.”
Een ander effect waar het kabinet beducht voor is, is dat geneesmiddelen van de Nederlandse markt verdwijnen als de zuiveringskosten die de medicijnproducenten moeten betalen, ten koste gaan van hun marges. Het is dan niet meer rendabel om ‘generieke geneesmiddelen’ op de Nederlandse markt te brengen, aldus de Kamerbrief.
Aan de andere kant: de kosten voor aanvullende zuivering komen via de waterschapsbelasting bij alle burgers terecht, als er geen uitgebreide producentenverantwoordelijkheid komt. Dus die moet er komen, maar wel in Europees verband, blijkt uit de Kamerbrief. En dan niet alleen voor geneesmiddelen maar ook voor cosmetica, zoals de Europese Commissie ook voorstelt in de aangescherpte richtlijn stedelijk afvalwater, die oktober vorig jaar is gepubliceerd en in het Brusselse circuit nog onderwerp van onderhandeling is.
Aanvullende zuivering
Volgens het voorstel wil de Europese Commissie onder meer de zuiveringseisen voor nutriënten (stikstof en fosfaat) aanscherpen. Daarnaast wordt voor alle grote rioolwaterzuiveringen een aanvullende zuivering van microverontreinigingen, waaronder medicijnresten, verplicht gesteld.
In de aangescherpte richtlijn is het principe ‘de vervuiler betaalt’ geborgd middels een UPV. Zo’n regeling houdt in dat producenten financieel en vaak ook organisatorisch verantwoordelijk zijn voor het afvalbeheer van de producten die ze op de markt brengen. Ze geldt al voor producten als batterijen, accu’s, wegwerpplastic, verpakkingen en autobanden.
Voor afvalwater is een UPV echter een nieuwe aanpak, schrijven Harbers en Kuipers. En ook de uitwerking van de regeling is nog onderwerp van discussie, aldus de ministers. “De Nederlandse inzet is om bij de vervolgdiscussies in Brussel in te zetten op een praktische en uitvoerbare UPV, in overleg met de farmaceutische en cosmetica-industrie. Op die manier zal ook invulling worden gegeven aan het uitvoeren van de motie.”