secundair logo knw 1

Zwemmersjeuk is de meest voorkomende gezondheidsklacht in recreatieplassen (beeld uit rapport STOWA)

In recreatieplassen is zwemmersjeuk een vervelend probleem. Er is nog onvoldoende bekend over de effectiviteit van maatregelen. Daardoor is het voorspellen en beheersen van zwemmersjeuk moeilijk, blijkt uit onderzoek in opdracht van STOWA.

Zwemmersjeuk is de gezondheidsklacht die het vaakst voorkomt in recreatieplassen. Jaarlijks worden enkele tientallen incidenten gemeld en het werkelijke aantal ligt ongetwijfeld hoger. In opdracht van STOWA, het kenniscentrum van regionale waterbeheerders, is gekeken naar de huidige kennis van het probleem en de effectiviteit van maatregelen om zwemmersjeuk te voorkomen en bestrijden. Het onderzoek is uitgevoerd door Wageningen Environmental Research en ecologisch onderzoeks- en adviesbureau Koeman en Bijkerk. Zes waterschappen en twee recreatieondernemers werkten hieraan mee.

Bij zwemmersjeuk heeft iemand last van jeukende bultjes. De ontstekingsreactie wordt veroorzaakt door de larven van de platworm Trichobilharzia ocellata; deze dringen de huid binnen en sterven daar. Trichobilharzia heeft een slak als gastheer. Het gaat om slakkensoorten die behoren tot de families van de poelslakken en de schijfhorens.

Het Protocol Zwemmersjeuk beschrijft hoe met het probleem wordt omgegaan. De provincies zijn verantwoordelijk voor de registratie van alle meldingen. Zij doen dit op verschillende manieren. Slechts in minder dan de helft van de gevallen waarin zwemmersjeuk wordt vermoed, verrichten provincies nader onderzoek. Om de registratie van klachten te verbeteren, bevelen de onderzoekers aan de verantwoordelijkheid bij één organisatie te leggen. De projectgroep ziet hiervoor de provincies als meest logisch, maar dan moet er wel één aanspreekpunt zijn. Ook wordt gepleit voor een vast protocol voor het aantonen van zwemmersjeuk, waarbij onderzoek aan slakken altijd wordt gecombineerd met eDNA analyse van de locatie.

Belangrijke vraag natuurlijk: hoe effectief zijn de maatregelen die beheerders van plassen, waterschappen, Rijkswaterstaat en andere organisaties nemen? In ons land zijn drie maatregelen gangbaar: het handmatig verwijderen van slakken, het uitzetten van vissen die slakken eten en het installeren van een barrière tussen zwemstrand en ‘hotspot’ van slakken. Het wegvangen van slakken lijkt beter te werken naarmate de zwemlocatie kleiner is. Door het uitzetten van vissen zijn op één locatie klachten weggenomen, maar niet op twee andere. Een barrière is op één plek toegepast en daar effectief. Omdat de maatregelen op een beperkt aantal locaties zijn uitgevoerd, zijn harde conclusies volgens de onderzoekers niet mogelijk. Wel blijken de specifieke omstandigheden op zwemlocaties bepalend voor de effectiviteit van maatregelen.

De onderzoekers hebben daarnaast gekeken naar de invloed van weersomstandigheden. Alle uitbraken vonden tot nu toe plaats na half mei en bij een gemiddelde etmaaltemperatuur van 20 graden en een windrichting waarbij de zwemzone lagerwal (benedenwinds) ligt. De onderzoekers bevelen aan om deze relaties verder te onderbouwen met locatiespecifieke gegevens. Zo kunnen de risico’s beter worden ingeschat.

Vervolgonderzoek moet de de omvang van het probleem beter in beeld brengen. Zo zullen er veldmetingen met eDNA worden uitgevoerd. De bedoeling is om een vroeg waarschuwingssysteem te ontwikkelen. In verband met de preventie van zwemmersjeuk wordt aangeraden om het protocol te vernieuwen.

Meer informatie:

Rapport Zwemmersjeuk in Nederland

 

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Beste Carel, in de podcast kun je vinden op Spotify en  Apple Podcasts. Je kunt hem ook online beluisteren via de link in het bericht
Mooi! Jammer dat ik de serie niet terugvind als ik zoek in de NRC Podcast app.
Geachte redactie, ik ben verheugd dat eindelijk het besef is dat het klepelbeleid nu ter discussie is gesteld. Ik heb bij waterschap Hollandse delta al jaren als bestuurslid aangedrongen om het klepelen alleen als noodzaak te gebruiken. Ook heb ik div gesprekken gehad met SBB mbt klepelen in de duinen van Ouddorp waarbij de structuur volledig werd vernield. Dit jaar is eindelijk door beherende organisatie alleen maar gemaaid en wel in oktober waar mi de hele natuur in dit duingebied mee is geholpen. Het waterschap heeft nu ook bepaald dat klepelbeleid op de schop moet en in de toekomst alleen maar met maaibeleid mag worden uitgevoerd. Dus goed resultaat waar ik blij mee ben. Dit is natuurbehoud zoals het moet.
@JWBoehmerSommige desinformatie is te simplistisch om op te reageren. Zelfs citeren van een nieuwsbericht blijkt lastig (aanpak van dijken is lang niet altijd verhogen). Instabiliteit en kans op zettingsvloeiing worden ook aangepakt. Daarmee wordt ook de invloed van zee en maan beperkt, maar dan wel op basis van logische en bewezen relaties ipv dubieuze, onwaarschijnlijke en onbewezen hypotheses. Oei, toch gereageerd. Dom van me. Ik kan dit beter negeren.
Het zou me niet verbazen als ze me een keer komen halen omdat ik de verkeerde dingen beweer  - volgens de VLOEK van ZEE en MAAN en Jan Willem Boehmer..auteur Jongedijk Bijv.  op pag 5 over “Het ophogen van dijken (€15mln/km over 800 km vlgs HWBP) vergroot alleen maar het gevaar: Hoe hoger de dijk hoe groter het aantal slachtoffers”. Voor het uitdiepen van vaarwegen (meer Ruimte voor de Rivier) geldt hetzelfde: Hoe groter, (dieper én breder) de badkuip hoe groter het overstromings gevaar en hoe groter ook hierbij het aantal slachtoffers”. Ik vrees dat ik daarmee het gezag erger heb geïrriteerd dan Zwagerman deed met haar verkeerde opmerking over “de kerf”. Ik heb nooit gedacht dat het zou gebeuren: Nou zijn we klaar met je”