secundair logo knw 1

Bron: Kaartenatlas Nationaal Waterplan

Vijf overheden in Noord-Holland werken aan de oprichting van een (landelijk) netwerk waarin kennis over de toenemende zoutwaterdruk kan worden gedeeld. De initiatiefnemers peilen de komende weken de interesse voor zo’n Zoet-Zout Knooppunt.

 

Klimaatverandering en zeespiegelstijging zorgen er de laatste jaren voor dat zout water steeds moeilijker buiten de deur te houden is. Boeren, natuurbeheerders, drinkwaterbedrijven en andere waterschappen moeten steeds meer moeite doen om verzilting tegen te gaan. Die inspanning is nodig om gewassen goed te laten groeien, de natuur van voldoende voedingsstoffen te voorzien, maar ook om het drinkwater op de lange termijn veilig te stellen.

Iedere partij heeft echter z’n eigen rol en z’n eigen belangen in die strijd tegen de verzilting. Om “over de hekjes heen te kijken” onderzoeken vijf partijen uit Noord-Holland of het mogelijk is een landelijk Zout-Zout Knooppunt op te richten, vertelt projectleider Henk Schobben, werkzaam bij hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. Delen van expertise en samenwerking voor regionale en lokale oplossingen staan centraal in het knooppunt, waarbij alle betrokkenen voordeel behalen. De vijf initiatiefnemers zijn de provincie Noord-Holland, het hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, gemeente Texel, drinkwaterbedrijf PWN en Rijkswaterstaat regio West Nederland Noord.

“We merken dat alle betrokken partijen de behoefte hebben om beter met elkaar te samen te werken en expertise te delen”, vertelt Schobben. “Het overleg over het tegengaan van verzilting vindt nu vooral plaats in een kleine kring van specialisten. Maar hoe krijg je vanuit dat overleg dingen van de grond?”

Het Zoet Zout Knooppunt zou aanvankelijk een Texelse aangelegenheid worden. Schobben kwam er vorig jaar, tijdens een eerste onderzoek naar de wenselijkheid, al snel achter dat de behoefte breder is. “Op Texel hebben met name de boeren de afgelopen jaren een heel palet aan oplossingen en vaardigheden opgebouwd om om te gaan met zoetwaterdruk. Met in verhouding heel weinig zoet water kunnen boeren daar heel goed gewassen verbouwen. Hun kennis is zo waardevol dat die met veel meer mensen gedeeld kan worden. Anderzijds kunnen de Texelse boeren bijvoorbeeld weer van anderen leren op het gebied van technieken die de opbrengsten verhogen.”

Het haalbaarheidsonderzoek richt zich dan ook op heel ‘laag Nederland’, van Terneuzen tot Delfzijl. Of er een landelijk Zoet-Zout Knooppunt komt, of meerdere regionale, valt nog te bezien. In drie inspiratiesessies in Haarlem (13 juni), Groningen (5 juli) en Middelburg (12 juli) worden de wensen en behoeften van betrokken partijen gepeild. Schobben: “Centrale vraag is: wat kunnen we met elkaar doen om de bescherming van zoet water beter te organiseren? Dat is niet een kwestie van een eenmalig symposium, maar van een langdurige en goede afstemming tussen kennis en praktijk, tussen overheid en praktijk en tussen regionaal en nationaal beleid.”

De beheersing van de zoutwaterdruk is een complex project, waarin Nederland overigens al heel wat voor elkaar heeft gekregen. “Vergeleken met honderd jaar geleden hebben we nu veel meer zoet water. De laatste jaren neemt de verzilting echter weer toe.

Zeespiegelstijging zorgt letterlijk meer druk vanuit het zoute water en bij lange periodes van droogte – die we steeds vaker hebben – verdampt het zoete water en verzilt de grond. Het zoutwaterprobleem is nog niet heel alarmerend, maar er zijn wel steeds meer gebieden die tijdelijk in de problemen komen. Bijvoorbeeld Texel, als er lange tijd geen regen valt, maar ook de kop van Noord-Holland waar bollen worden geteeld die erg slecht tegen verzilting kunnen. Daar moeten we als waterschap soms flinke kosten maken om voor voldoende water te zorgen.”

Het knooppunt kan er wellicht voor zorgen dat meerdere problemen tegelijk worden aangepakt. Zo hebben boeren in het prille voorjaar belang bij niet al te natte grond en in het latere voorjaar juist van meer water, om de gewassen goed te laten groeien. Bij natuurgronden is het veelal net andersom, schetst Schobben. “In het knooppunt zouden we dus de vraag op tafel kunnen leggen: zien we kansen om water in het begin van het voorjaar naar de natuur te brengen en later in het voorjaar naar de landbouwgrond? Technisch is er van alles mogelijk. Het vraagt vooral goede afstemming en een brede blik op ieders belangen.”

Meer informatie en aanmelding voor de inspiratiesessies:
Noord-Holland en Zuid-Holland (13 juni)
Noord Nederland (5 juli)
Zuidwestelijke Delta (12 juli)

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Beste Carel, in de podcast kun je vinden op Spotify en  Apple Podcasts. Je kunt hem ook online beluisteren via de link in het bericht
Mooi! Jammer dat ik de serie niet terugvind als ik zoek in de NRC Podcast app.
Geachte redactie, ik ben verheugd dat eindelijk het besef is dat het klepelbeleid nu ter discussie is gesteld. Ik heb bij waterschap Hollandse delta al jaren als bestuurslid aangedrongen om het klepelen alleen als noodzaak te gebruiken. Ook heb ik div gesprekken gehad met SBB mbt klepelen in de duinen van Ouddorp waarbij de structuur volledig werd vernield. Dit jaar is eindelijk door beherende organisatie alleen maar gemaaid en wel in oktober waar mi de hele natuur in dit duingebied mee is geholpen. Het waterschap heeft nu ook bepaald dat klepelbeleid op de schop moet en in de toekomst alleen maar met maaibeleid mag worden uitgevoerd. Dus goed resultaat waar ik blij mee ben. Dit is natuurbehoud zoals het moet.
@JWBoehmerSommige desinformatie is te simplistisch om op te reageren. Zelfs citeren van een nieuwsbericht blijkt lastig (aanpak van dijken is lang niet altijd verhogen). Instabiliteit en kans op zettingsvloeiing worden ook aangepakt. Daarmee wordt ook de invloed van zee en maan beperkt, maar dan wel op basis van logische en bewezen relaties ipv dubieuze, onwaarschijnlijke en onbewezen hypotheses. Oei, toch gereageerd. Dom van me. Ik kan dit beter negeren.
Het zou me niet verbazen als ze me een keer komen halen omdat ik de verkeerde dingen beweer  - volgens de VLOEK van ZEE en MAAN en Jan Willem Boehmer..auteur Jongedijk Bijv.  op pag 5 over “Het ophogen van dijken (€15mln/km over 800 km vlgs HWBP) vergroot alleen maar het gevaar: Hoe hoger de dijk hoe groter het aantal slachtoffers”. Voor het uitdiepen van vaarwegen (meer Ruimte voor de Rivier) geldt hetzelfde: Hoe groter, (dieper én breder) de badkuip hoe groter het overstromings gevaar en hoe groter ook hierbij het aantal slachtoffers”. Ik vrees dat ik daarmee het gezag erger heb geïrriteerd dan Zwagerman deed met haar verkeerde opmerking over “de kerf”. Ik heb nooit gedacht dat het zou gebeuren: Nou zijn we klaar met je”