secundair logo knw 1

Er is 42 miljard tot 83 miljard euro nodig om de Nederlandse steden tot 2050 te beschermen tegen de gevolgen van de klimaatverandering, zo heeft ingenieursadviesbureau Sweco berekend. Dat bedrag is hoger dan de verwachte schade.

Als er geen maatregelen worden genomen, komt die volgens de berekeningen uit op 36 miljard tot 62 miljard euro. Het is dan ook maar de vraag of het verstandig is om alle mogelijke maatregelen te nemen, concludeert Sweco.

Het rapport Naar een kosteneffectieve aanpak van klimaatadaptatie in Nederland is vandaag op de Vakbeurs Klimaat in Houten gepresenteerd. Het is volgens de ingenieurs voor het eerst dat inzichtelijk is gemaakt wat de totale kosten van de klimaatadaptatie van Nederlandse steden zijn in relatie tot de schadeverwachting. Hierbij is gekeken naar de maatregelen en schademechanismes voor wateroverlast, hitte en droogte.

In de Deltabeslissing Ruimtelijke Adaptatie (2014) hebben het Rijk, de provincies, gemeenten en waterschappen afgesproken om bij ruimtelijke ontwikkelingen zo veel mogelijk hetzelfde doel voor ogen te houden: in 2050 zijn onze steden klimaatbestendig en ‘waterrobuust’ ingericht. Op dit moment brengen veel lokale overheden de kwetsbaarheid van stedelijk gebied in beeld.

Wateroverlast
De bedragen in het rapport van Sweco zijn afhankelijk van het gekozen klimaatscenario. De maatregelen kosten per inwoner circa 75 tot 150 euro per jaar. De verwachte schade bedraagt per inwoner zo’n 65 tot 115 euro per jaar. Hierbij gaat het om (vooral) schade als gevolg van wateroverlast in woningen, straten en sporen, daling van arbeidsproductiviteit, toename van ziekenhuisopnames en sterfgevallen door hittestress en schade aan houten paalfunderingen en wegen door droogte.

''Uit onze berekeningen blijkt dat de kosten voor maatregelen bij een hoog adaptatieniveau op landelijk niveau vergelijkbaar of hoger uitvallen dan de vermeden schade’’, aldus Alex Hekman van Sweco in een toelichting. ''Het is daarom verstandig om bij het opstellen van lokale uitvoeringsprogramma’s onderzoek te doen naar de kosteneffectiviteit van maatregelen.’’

Als structurele maatregelen niet kosteneffectief zijn, kunnen gemeenten ook kiezen voor een lager adaptatieniveau waarbij schade van de meest extreme situaties wordt geaccepteerd, adviseert Sweco. Of voor goedkopere nood- of herstelmaatregelen. ''Soms is een schot voor de woning voldoende om waterschade te voorkomen, of kan het voldoende zijn om bruggen nat te houden tijdens een warme periode.’’

Minimaal adaptatieniveau
Volgens Sweco, dat voor veel Nederlandse gemeenten werkt, komen klimaatadaptieve nieuwbouw en herstructurering nog moeizaam op gang. Het bureau wijt dat vooral aan het ontbreken van landelijke ontwerprichtlijnen. Hierdoor dreigt niet alleen het risico dat onnodig extra kosten worden gemaakt, ook ontstaan er voor burgers en bedrijven grote verschillen in het adaptatieniveau.

Het rapport pleit daarom voor een landelijk minimaal adaptatieniveau als vertrekpunt voor nieuwbouw en herstructurering. Hekman: ''Dat voorkomt dat wijken die vandaag gebouwd worden in de komende decennia tegen hogere kosten alsnog aangepast moeten worden.’’

  

MEER INFORMATIE
White paper Sweco: Naar een kosteneffectieve aanpak van klimaatadaptatie in Nederland

 

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Prachtplan Jos ! Nog een argument voor: grondwater is minder kwetsbaar dan oppervlaktewater in tijden van oorlogsdreiging. 
Plan B ja de Haakse zeedijk voor de kust van Nederland maar zelfs ook Belgie en Denemarken!
De grootste veroorzaker van de kostenstijgingen op water, energie en brandstof is de Rijksoverheid. De aandacht kan beter daar op gevestigd worden. De verhoging door de investeringen voor de drinkwaterleidingen is marginaal. Wel een verdiept in de belasting op leidingwater (voor kleingebruikers tot 300m3) van 0,5 EURO per m3? 
Om het helemaal compleet te maken neem ik aan dat beide heren met een zeilboot uit 1624 naar Nederland zijn gekomen om de CO2 voetprint niet teveel te verhogen.