Nederland haalt het doel om in 2030 de CO2-uitstoot met 49 procent te verminderen niet. De uitstoot komt uit op 116 tot 126 Mton CO₂, terwijl deze maximaal 113 Mton CO2 mag zijn. Dit blijkt uit de Klimaat- en Energieverkenning (KEV) van het Planbureau voor de Leefomgeving. Het kabinet komt met extra maatregelen.
Zo opent het kabinet een extra subsidieronde voor projecten in hernieuwbare energie via de zogeheten SDE+-regeling. Voorts komt er nog dit jaar 60 miljoen euro extra subsidie voor de aanschaf van bijvoorbeeld warmtepompen en zonneboilers. Verder wil het kabinet de plaatsing van zonnepanelen op gebouwen van de overheid, scholen en bij particulieren versnellen.
Dat het reductiedoel van CO2 voor 2030 niet wordt gehaald komt door verschillende factoren, zoals de toename van het gebruik van fossiele brandstoffen, een gevolg van lagere olie- en gasprijzen. Ook zijn er tegenvallers op de weg, er rijden in 2030 meer auto’s dan de prognoses in het concept-klimaatakkoord.
CO2-heffing
De heffing op CO2 die de industrie straks moet betalen, is volgens het PBL in hoge mate bepalend of het reductiedoel voor 2030 alsnog wordt gehaald. In hoeverre de heffing het gewenste effect sorteert is afwachten, het definitieve wetsvoorstel van het kabinet voor de CO2-heffing komt pas volgende zomer.
Uit de KEV die het PBL volgens de Klimaatwet jaarlijks in de laatste week van oktober moet publiceren, blijkt ook dat de Europese eis voor duurzame energie onhaalbaar is. Van alle energie die in Nederland wordt verbruikt, moet volgend jaar 14 procent afkomstig zijn uit duurzame energiebronnen, zoals wind, zon en biomassa. Nederland komt naar verwachting uit op 11,4 procent.
Urgenda
In de CO2-race naar 2030 moet eerst nog het door de rechter opgelegde Urgenda-doel van 2020 worden gehaald. Ook dat doel, 25 procent CO2-reductie ten opzichte van 1990, lijkt niet haalbaar. Het PBL berekent dat volgend jaar de reductie 23 procent zal bedragen. In januari van dit jaar ging het bureau nog uit van 21 procent. De rekenmeesters van het planbureau hanteren wel een fikse bandbreedte: van 19 tot 26 procent, dus in theorie is het opgelegde doel nog haalbaar.
Het kabinet stelt bij de PBL-conclusie over 2020 vast dat er toch flinke vorderingen zijn gemaakt. “Afgelopen januari lag er nog een opgave 9 Megaton CO2-reductie. Het kabinet concludeert aan de hand van de KEV 2019 dat het gat is teruggebracht tot 2 Megaton”.
Het kabinet zet de kaarten op hernieuwbare energie, de ambitie is om het aandeel van deze duurzame energie te versnellen. Met deze versnelling zal Nederland zijn klimaatdoel voor 2020 niet halen, maar wel voor 2023, aldus het kabinet.
2050
Na 2020 en 2030 volgt 2050. In dat jaar wachten nieuwe klimaatdoelen. De Nederlandse broeikasgasuitstoot moet dan met 95 procent zijn gedaald en de Nederlandse energieproductie moet in dat jaar volledig 'CO2-neutraal' zijn.
Directeur Hans Mommaas van het PBL vreest dat die doelen buiten beeld raken in de race naar 2030, het jaar van de tussendoelen.
Hij schrijft in de zogeheten Policy brief: “Het Nederlandse klimaatdoel 2050 impliceert ook een enorme opgave in de periode 2030-2050, die, meer dan de opgave tot 2030, structurele aanpassingen zal vergen. Het risico bestaat dat de beleidsfocus in de komende periode vooral ligt op het efficiënt bereiken van het 2030-doel, en minder op de voorbereiding om ook het doel voor 2050 te kunnen halen.”
MEER INFORMATIE
PBL-rapport Het Klimaatakkoord: effecten en aandachtspunten