secundair logo knw 1

De kans op droge lentes en zomers is volgens het KNMI groter geworden I foto: Paul van de Velde via Flickr

Vaker droge lentes en zomers, meer extreme hoosbuien in de zomer en mogelijk een 1,2 meter hogere zeespiegel rond 2100. Dat toekomstperspectief schetst het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut in het Klimaatsignaal’21. Met deze publicatie wordt de urgentie van de zich snel voltrekkende klimaatverandering duidelijk, stelt het KNMI.

Het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) signaleert in het in augustus verschenen eerste deel van het zesde Assessment Report dat de klimaatverandering wereldwijd steeds sterker wordt en de mens daarop onmiskenbaar invloed heeft. Wat de gevolgen voor Nederland zijn, heeft het KNMI uitgezocht. Het gaat om een tussentijdse stand van zaken die is gebaseerd op de kennis die in het IPCC-rapport is samengebracht, aangevuld met eigen waarnemingen en onderzoek.

In 2023 komt het KNMI met nieuwe klimaatscenario’s waarin alle cijfers over de veranderingen staan. Het is echter belangrijk om nu al met een update op basis van de laatste wetenschappelijke inzichten te komen, vertelt hoofddirecteur Gerard van der Steenhoven maandag tijdens de presentatie van het Klimaatsignaal’21. “De klimaatverandering is overal. We merken er heel veel van.” De basisboodschap blijft volgens hem hetzelfde. “De snelheid van de klimaatverandering neemt toe en we moeten maatregelen nemen.”

Grens zeespiegelstijging naar boven bijgesteld
Een zeker voor ons land belangrijk onderwerp is de zeespiegelstijging. Die zal zich wereldwijd de komende honderden jaren onvermijdelijk doorzetten, aldus het KNMI. Het instituut heeft de prognose voor de zeespiegelstijging voor de Nederlandse kust naar boven bijgesteld ten opzichte van een berekening uit 2014.

Werd toen uitgegaan van een grens van 1 meter rond 2100, nu is dat 1,2 meter geworden. Het betreft de stijging ten opzichte van het niveau van begin deze eeuw, op basis van het hoogste emissiescenario SSP5-8.5 waarbij de uitstoot van broeikasgassen onverminderd doorgaat. Rond 2300 zou de zeespiegel dan zelfs 17 meter hoger kunnen zijn. Een flink onzekere factor is het smelten van de Antarctische ijskap. Als dat versnelt, kan rond 2100 al de grens van 2 meter in zicht komen.

Lukt het om de uitstoot van broeikasgassen te beperken, dan zal volgens het KNMI de zeespiegelstijging minder hard gaan. Zo is bij het scenario SSP2-4.5 sprake van een bandbreedte van 39 tot 94 centimeter (zie tabel Indicatieve zeespiegelstijging voor de Nederlandse kust). Dan moeten wel mondiaal de nodige maatregelen worden genomen om broeikasgassen terug te dringen.

Zeespiegelstijging KNMI rapportTabel: Indicatieve zeespiegelscenario’s voor de Nederlandse kust onder verschillende emissiescenario’s, rond 2050 (2046-2055) en rond 2100 (2096-2105), ten opzichte van 1995-2014, met zeer waarschijnlijke bandbreedte (90%). Hierbij is de bodemdaling inbegrepen. (Bron: KNMI Klimaatsignaal’21)

Diverse andere klimaatrisico’s

Nederland krijgt ook te maken met diverse andere klimaatrisico’s (zie infographic over Klimaatsignaal’21). Er zullen vaker neerslagextremen zijn, vooral door de toename van de absolute hoeveelheid vocht in de atmosfeer. Zomerse hoosbuien worden extremer. Daarbij kunnen meer valwinden ontstaan.

Wat betreft droogte: de kans op droge lentes en zomers is groter geworden. In het binnenland komt dat door de klimaatverandering. Het KNMI merkt op dat het Nederlandse klimaat steeds meer verschuift richting het klimaat van Zuid-Europa. Langdurige hitte kan dan ook steeds meer een probleem worden. Verder wordt het nog warmer in steden. Iets anders: in de zomer neemt de kans op laagwater in rivieren toe en in de winter juist op hoogwater.

Infographic KNMI Klimaatsignaal

 


REACTIES

Het eerste exemplaar van Klimaatsignaal’21 werd afgelopen maandag overhandigd aan staatssecretaris Steven van Weyenberg van Infrastructuur en Waterstaat. Het is volgens hem geen vrolijk maar wel noodzakelijk leesvoer. “Ook als we heel actief het akkoord van Parijs uitvoeren, gaat de opwarming van de aarde door. Het is in die zin echt code rood.” Het is belangrijk om te voorkomen dat de klimaatverandering verder uit de hand loopt, zegt Van Weyenberg. “Hier ligt een grote opdracht voor ons allen.”

Deltacommissaris Peter Glas ziet in het Klimaatsignaal’21 de bevestiging dat het voor de Nederlandse delta cruciaal is dat de CO2-emissies mondiaal omlaaggaan. Ook is het essentieel dat binnen het Deltaprogramma extra tempo wordt gemaakt met de maatregelen om in 2050 weerbaar te zijn tegen overstromingen, zoetwatertekorten en extreem weer. Volgens Glas laten de zeespiegelscenario’s van het KNMI zien dat eind deze eeuw meer ingrijpende keuzes voor het waterbeheer en ruimtelijke inrichting nodig kunnen zijn. “Deze nieuwste wetenschappelijke inzichten vergroten de urgentie om de voorbereiding op deze keuzes nu al ter hand te nemen.”

Voorzitter Rogier van der Sande van de Unie van Waterschappen vindt dat het nieuwe kabinet een topprioriteit moet maken van de aanpassing aan extreem weer en de anticipatie op de zeespiegelstijging. Iedereen moet vol aan de bak bij het klimaatbestendig maken van Nederland, merkt hij op. “De tijd dat we water, land en bodem naar onze hand konden zetten, is voorbij.” De Unie van Waterschappen pleit voor het stimuleren van de aanleg van klimaatbuffers, de oprichting van een nationaal programma voor bodemdaling en het meegroeien van het Deltafonds met de opgaven van de waterbeheerders. Ook moet water sturend zijn bij de ruimtelijke inrichting.

Welke problemen kunnen ontstaan als de zeespiegel tot wel 1,2 meter rond 2100 stijgt? Die vraag legde de Volkskrant voor aan Jeroen Aerts, hoogleraar water en klimaatrisico aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Hij noemt er vier: zout water zal in toenemende mate de polder instromen, de Waddenzee kan verdrinken, het water van het IJsselmeer kan niet meer vanzelf bij eb de zee instromen en de stormvloedkeringen zijn niet berekend op de zeespiegelstijging. Met maatregelen als zand opspuiten voor de kust en ophogen van dijken is nog best een eind te komen, zegt Aerts in het interview. “Maar er is een limiet. Bij een zeespiegelstijging van anderhalve meter moeten we aan vergaande oplossingen denken.”

Er zijn ook kritische geluiden te horen. Het gaat vooral over wat als een alarmistische toon wordt gezien. Zo laat fysisch geograaf en klimaatblogger Rob de Vos in de Telegraaf weten dat hij het oneens is met het gebruik van het hoogste emissiescenario bij het voorspellen van de zeespiegelstijging. Deze keuze noemt hij “uiterst merkwaardig”.

 

MEER INFORMATIE
Rapport Klimaatsignaal'21
Toelichting door KNMI
Reactie deltacommissaris
Reactie Unie van Waterschappen

H2O Actueel: ‘Klimaatverandering maar net begonnen’
H2O Actueel: Rapport VN-klimaatpanel IPCC

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Geachte redactie, ik ben verheugd dat eindelijk het besef is dat het klepelbeleid nu ter discussie is gesteld. Ik heb bij waterschap Hollandse delta al jaren als bestuurslid aangedrongen om het klepelen alleen als noodzaak te gebruiken. Ook heb ik div gesprekken gehad met SBB mbt klepelen in de duinen van Ouddorp waarbij de structuur volledig werd vernield. Dit jaar is eindelijk door beherende organisatie alleen maar gemaaid en wel in oktober waar mi de hele natuur in dit duingebied mee is geholpen. Het waterschap heeft nu ook bepaald dat klepelbeleid op de schop moet en in de toekomst alleen maar met maaibeleid mag worden uitgevoerd. Dus goed resultaat waar ik blij mee ben. Dit is natuurbehoud zoals het moet.
@JWBoehmerSommige desinformatie is te simplistisch om op te reageren. Zelfs citeren van een nieuwsbericht blijkt lastig (aanpak van dijken is lang niet altijd verhogen). Instabiliteit en kans op zettingsvloeiing worden ook aangepakt. Daarmee wordt ook de invloed van zee en maan beperkt, maar dan wel op basis van logische en bewezen relaties ipv dubieuze, onwaarschijnlijke en onbewezen hypotheses. Oei, toch gereageerd. Dom van me. Ik kan dit beter negeren.
Het zou me niet verbazen als ze me een keer komen halen omdat ik de verkeerde dingen beweer  - volgens de VLOEK van ZEE en MAAN en Jan Willem Boehmer..auteur Jongedijk Bijv.  op pag 5 over “Het ophogen van dijken (€15mln/km over 800 km vlgs HWBP) vergroot alleen maar het gevaar: Hoe hoger de dijk hoe groter het aantal slachtoffers”. Voor het uitdiepen van vaarwegen (meer Ruimte voor de Rivier) geldt hetzelfde: Hoe groter, (dieper én breder) de badkuip hoe groter het overstromings gevaar en hoe groter ook hierbij het aantal slachtoffers”. Ik vrees dat ik daarmee het gezag erger heb geïrriteerd dan Zwagerman deed met haar verkeerde opmerking over “de kerf”. Ik heb nooit gedacht dat het zou gebeuren: Nou zijn we klaar met je”
Even terug denken in de tijd: waarvoor waren dijken ook al weer uitgevonden? Dat was -vroeger- om ons tegen het water te beschermen. Nu gaan we buitendijks bouwen, dus is de vraag:  is dat water dan weg? Nee, dat moet juist nog komen , en,  als dat echt komt -misschien pas volgende eeuw- dan helpt dat dijkje toch ook niet meer, alle inspanningen van dijkversterkingen ten spijt.
Een goede actie van de UvW. Logisch zou nu ook zijn om een vergelijkbare brief naar de regering te sturen ten aanzien van het verbieden van bestrijdingsmiddelen en te veel aan mest.