secundair logo knw 1

Maak water en bodem leidend bij de ruimtelijke ordening. Deze boodschap heeft voorzitter Rogier van der Sande van de Unie van Waterschappen voor het nieuwe kabinet dat na de verkiezingen aantreedt. “Het begint ermee dat het kabinet kleur bekent en richting geeft bij klimaatadaptatie. Daaruit volgen dan allerlei andere acties.”

door Hans Klip

Logo stemmen voor water Vd Sande kopie Rogier van der SandeZeker gezien de ambitie om in de komende tien jaar een miljoen nieuwe woningen te bouwen is er volgens Rogier van der Sande geen tijd te verliezen. “Door onder meer de klimaatverandering en de verdergaande verstedelijking worden de grenzen van het watersysteem bereikt. Daarom vragen wij het nieuwe kabinet om snel besluiten voor een klimaatadaptieve herinrichting van ons land te nemen, zodat de problemen over dertig jaar worden beperkt.”

De aanpassing van de leefomgeving aan het veranderende klimaat is een belangrijk element van de oproep voor een ‘krachtig groen herstel’, die de Unie van Waterschappen samen met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en het Interprovinciaal Overleg heeft gedaan. De decentrale overheden willen in een gezamenlijke gebiedsgerichte aanpak de opgaven op het terrein van onder andere economie, energie, klimaat en wonen slim combineren.

Zij stellen wel enkele ‘diamantharde’ voorwaarden aan de afspraken voor de nieuwe kabinetsperiode. Voldoende financiële middelen is er eentje van. Juist een gebrek aan geld – vooral door tekorten in het sociaal domein – speelt gemeenten parten bij klimaatadaptatie, waarschuwde Van der Sande eind 2019 al. Daar is de financiële problematiek vanwege de coronacrisis nog bijgekomen.

U stelde anderhalf jaar geleden dat gemeenten niet over de middelen beschikken om te investeren in ruimtelijke adaptatie, dus in maatregelen om wijken en steden klimaatbestendig te maken. Hoe kijkt u hier nu tegenaan?
“De financiële problemen bij de gemeenten zijn onverminderd groot. Ik steun de VNG dat het nieuwe kabinet hiervoor eerst snel met goede oplossingen zal moeten komen. Op het moment dat dit geregeld is, betekent het ook dat de gemeenten het bedrag van het fysiek domein gebruiken waarvoor dit bedoeld is, namelijk klimaatadaptief bouwen. Er zijn genoeg plannen, maar de schop moet in de grond. De noden van vandaag mogen de noodzakelijkheden van de toekomst niet in de weg zitten. Dit is en blijft ons verhaal."

Als onderdeel van de inzet voor de Tweede Kamerverkiezingen pleit de Unie voor het structureel maken van de Impulsregeling Klimaatadaptatie. Waarom?
“Wij vinden het belangrijk dat er langer middelen voor projecten voor klimaatadaptatie en aanpassing van het zoetwatersysteem beschikbaar worden gesteld. Met de Impulsregeling komen we er echter niet. Gemeenten, provincies en ook waterschappen zullen structureel moeten werken aan de klimaatadaptieve inrichting van Nederland. Klimaatadaptatie vraagt om een gezamenlijke aanpak en koers van overheden, ondernemers, maatschappelijke organisaties en burgers.”

'Ik snap dat op het ogenblik veel wordt bepaald door Covid, maar er is een wereld daarna'

Is het realistisch om in coronatijd te verwachten dat gemeenten volop inzetten op klimaatadaptatie?
“Ik snap dat op het ogenblik veel wordt bepaald door Covid, maar er is een wereld daarna. Bij de woningbouw en de ruimtelijke inrichting van het land gaat het om een investering van tientallen jaren. We moeten de komende tijd verstandige besluiten nemen om Nederland leefbaar te houden, gezien onder meer het toenemende aantal extreme weersgebeurtenissen en de zeespiegelstijging. Soms letterlijk. In wijken die op slappe bodem zijn gebouwd, staat het water regelmatig in kelders en bergingen van woningen. Dat is ook een volksgezondheidsprobleem. Laten we zulke fouten uit het verleden vermijden in de toekomst. Daar zit mijn passie om het nu anders te doen.”

Wat is er behalve voldoende middelen voor nodig om klimaatadaptatie goed tot zijn recht te laten komen?
“Zonder een helder uitgangspunt blijft het aanmodderen. In de lijn van de Nationale Omgevingsvisie moeten de waterkwaliteit en de mogelijkheden van water en bodem leidend zijn voor de functie die erop wordt gebruikt. Het betekent dat op bepaalde plekken geen woonwijken worden gebouwd. Ook valt te denken aan andere maatregelen. Zo wordt de nieuwe wijk op het voormalige Vliegveld Valkenburg in Katwijk aangelegd op boezemniveau en niet als polder. Dat soort keuzes moeten we de komende jaren bewust maken. Wij zijn niet te laat en er is al heel wat gebeurd, maar het is wel tijd om tempo te maken. Daar zit de urgentie.”

Welke rol verwacht u van het Rijk?
“Het Rijk moet niet alleen uitdragen dat water en bodem het leidende principe is bij ruimtelijke ordening, maar dit ook waar nodig afdwingen. Ik ben een groot voorstander van regionale regie en samenwerking in de regio tussen gemeenten, provincies en waterschappen. Maar de problematiek is zo groot dat een strakkere sturing van het Rijk wordt gevraagd. Met de Nationale Omgevingsvisie zijn zaken al goed in de grondverf gezet, maar deze visie is niet bindend voor heel Nederland. Vanwege de vele uitdagingen op ruimtelijke gebied zijn een nationale visie en regie op ruimte nodig. Wel met als uitgangspunt dat de regio verantwoordelijk is voor de uitvoering.”

'Veel gemeenten zijn nog niet verder gekomen dan inventariseren en discussiëren, de eerste twee van de zeven stappen van ruimtelijke adaptatie'

De gemeenten hebben de afgelopen jaren klimaatstresstesten uitgevoerd en risicodialogen gehouden. Ook heeft de voorhoede uitvoeringsagenda’s opgesteld. Maar zo te horen gaat het volgens u niet hard genoeg…
“Vooropgesteld, er zijn veel goede voorbeelden van gemeenten die actief aan de slag zijn gegaan met klimaatadaptatie in de bebouwde omgeving. Gemeenten zijn echter nog vooral met pilots bezig. Ook wordt klimaatadaptatie niet overal daadwerkelijk opgepakt. Veel gemeenten zijn nog niet verder gekomen dan inventariseren en discussiëren, de eerste twee van de zeven stappen van ruimtelijke adaptatie. Het is belangrijk dat zij hieraan nu een vervolg geven. Want de echte actie zit in de stappen erna."

Komt de bijdrage van de waterschappen voldoende uit de verf?
“Dat hoop ik. Het Rijk, de provincies en de gemeenten spelen de eerste viool bij de ruimtelijke inrichting, maar de waterschappen kunnen wel ontwikkelingen signaleren en een aanjaagfunctie vervullen. De samenwerkingsagenda Water verbindt die we met Vewin hebben gepresenteerd, ligt hiermee in lijn. De drinkwaterbedrijven lopen net als de waterschappen tegen de grenzen van het watersysteem aan. Daarom pleiten we samen voor een watertransitie. Niet meer peil volgt functie, maar functie volgt peil. Verder hebben waterschappen natuurlijk een rol bij het tegengaan van klimaatverandering. Je mag van ons verwachten dat we in 2025 energieneutraal zijn en de helpende hand toesteken bij de regionale energiestrategieën. Ook leveren wij een bijdrage aan het realiseren van de potentie van aquathermie.”

Wat is uw slotsom?
“De pareltjes zijn er al, maar de uitdaging is dat klimaatadaptatie over de volle breedte vorm krijgt. Er is nu nog niet genoeg actie, hier zit mijn zorg. Het helpt als het nieuwe kabinet duidelijk richting gaat geven.”


MEER INFORMATIE
UvW over oproep voor krachtig groen herstel
H2O Actueel: agenda Water verbindt

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Prachtplan Jos ! Nog een argument voor: grondwater is minder kwetsbaar dan oppervlaktewater in tijden van oorlogsdreiging. 
Plan B ja de Haakse zeedijk voor de kust van Nederland maar zelfs ook Belgie en Denemarken!
De grootste veroorzaker van de kostenstijgingen op water, energie en brandstof is de Rijksoverheid. De aandacht kan beter daar op gevestigd worden. De verhoging door de investeringen voor de drinkwaterleidingen is marginaal. Wel een verdiept in de belasting op leidingwater (voor kleingebruikers tot 300m3) van 0,5 EURO per m3? 
Om het helemaal compleet te maken neem ik aan dat beide heren met een zeilboot uit 1624 naar Nederland zijn gekomen om de CO2 voetprint niet teveel te verhogen.