De vele regenval sinds september is in de praktijk een goede klimaatstresstest gebleken. Dat stelt ingenieursbureau Wareco na bestudering van de eigen gegevens over de vaak erg hoge grondwaterstanden. Hierbij zijn de nodige knelpunten boven water gekomen.
In september 2017 viel bijna twee keer zoveel neerslag als normaal, blijkt uit cijfers van het KNMI. Ook daarna heeft het soms hard maar vooral erg veel en lang geregend. De langdurige natte periode heeft volgens Wareco een goed inzicht gegeven in wat Nederland in de toekomst te wachten staat door de klimaatverandering. Het ingenieursbureau dat de grondwaterbelangen voor veel gemeenten en waterschappen vertegenwoordigt, heeft hierbij de data van de eigen grondwatermeetpunten bekeken. Het gaat om zo’n vierduizend peilbuizen.
Forse stijging van grondwater
Door het overvloedige hemelwater van de afgelopen maanden is het grondwater op veel plekken fors gestegen, vertelt Wisse Beets, senior adviseur water en klimaatadaptatie. “Dat ligt niet alleen aan de uitzonderlijk natte septembermaand. Ook daarna regende het vrijwel dag in dag uit, waardoor het grondwater nauwelijks op natuurlijke wijze kon terugzakken naar het oorspronkelijke niveau. Het gevolg is dat de grondwaterstand in veel gebieden structureel enkele decimeters hoger kwam te staan.”
De gevolgen zijn ernaar, zegt Beets. “In het hele land zijn er problemen, al zijn die overal net iets anders. We hebben veel mails van particulieren en gemeenten gekregen over onder meer ondergelopen kelders en uitvoeringswerkzaamheden die onmogelijk bleken. Door het aanhoudende natte weer blijven de grondwaterstanden langdurig hoog. Dit vergroot de overlast die mensen ervaren, bijvoorbeeld wanneer optrekkend vocht in huizen zorgt voor schimmelvorming.”
Goede test voor gemeenten
Voor gemeenten is het volgens Beets een goede test geweest om erachter te komen waar de knelpunten zijn. “Sommige gemeenten zijn echt geschrokken. Zo kreeg ik een telefoontje van een gemeente over een locatie waar het grondwater tot aan het maaiveld stond. Of we deze plek konden controleren want er moest wel een leiding kapot zijn. Maar er was niets kapot.”
Een geval apart vormen de hogere zandgronden, zoals de duinen en de Veluwe. Hier stijgt de grondwaterstand meer geleidelijk, vergeleken met bijvoorbeeld kleiige polders. Door het ontbreken van ontwaterende voorzieningen zoals oppervlaktewater of drainage staat het water ook nu nog zeer hoog. Beets: “In de kustprovincies hebben we zelfs verhogingen van meer dan een meter gemeten. Een risico langs de duinen is dat het water langzaam naar de binnenduinrand wegstroomt, het na-ijleffect. Daardoor blijft het grondwater hier langdurig verhoogd. Dat kan tot overlast voor nabijgelegen gebouwen leiden.”
Nog onvoldoende aandacht voor drainage
Drainage is in laaggelegen kleiige gronden de meest toegepaste maatregel om grondwater te reguleren. Beets vindt dat daarbij nog een slag te maken is. “De afgelopen tijd is gebleken welke drainagesystemen wel goed werken en welke niet. Gemeenten hebben doorgaans minder aandacht voor regulering van grondwater dan voor regulering van water op straat na een hevige bui. Een belangrijke reden is dat grondwater minder zichtbaar is, ook voor bewoners. Door het verbeteren van onderhoudsinspanningen en het inzetten van slimme systemen kunnen gemeenten het veranderende grondwatersysteem toekomstbestendig maken.”
Besteed voldoende aandacht aan de maatregelen voor grondwaterbeheer, geeft Beets als raad mee aan gemeenten en ook waterschappen. “Stem het bouwpeil bij nieuwe ontwikkelingen af op de grondwatersituatie in het gebied. En denk bij werkzaamheden in de openbare ruimte altijd goed na over drainage. Door altijd een regelbaar drainage-infiltratieysteem onder de wegen te leggen ontstaat er een robuust, klimaatadaptief grondwatersysteem. Bij zo’n systeem wordt het teveel aan water benut voor een langdurige periode van droogte in de zomer. Want ook als je nu geen problemen verwacht, kunnen die er in de toekomst door de klimaatverandering komen.”
Meer informatie op de site van Wareco