Het landelijk neerslagtekort is de afgelopen week nog fors toegenomen, maar daarmee is de rek er voorlopig wel uit vanwege de overgang naar niet al te warm en vrij nat weer. De regionale verschillen zijn wel groter geworden, meldt de Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling.
De Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) is na een week weer met een nieuwe droogtemonitor gekomen. Het algemene beeld is onveranderd. Op de hoge zandgronden in het oosten en zuiden zijn er aanzienlijke problemen vanwege de afhankelijkheid van neerslag, die de laatste dagen slechts beperkt viel. In de rest van het land is er weinig aan de hand omdat de wateraanvoer vanuit de Rijn en de Maas voldoende is.
Grondwaterstanden dalen verder
De regionale verschillen zijn volgens de LCW alleen maar groter geworden. Zo nemen de grondwaterstanden die in Oost- en Zuid-Nederland al erg laag waren voor de tijd van het jaar, mede als gevolg van de hitte van vorige week op veel locaties verder af. Op de hoge zandgronden is sprake van een groot en toenemend neerslagtekort, waardoor landbouw en natuur sterk onder druk staan. Ook staan nu meer beken droog.
Het neerslagtekort liep hier in een week tijd op van 224 millimeter naar 242 millimeter. De waterschappen op de hoge gronden houden vast aan de eerder ingestelde onttrekkings- en beregeningsverboden om de natuur te beschermen. Waterschap Vechtstromen gaat de onttrekkingsverboden voor grondwater bij kwetsbare natuur uitbreiden. Dan is het niet meer toegestaan om tweehonderd meter rondom kwetsbare natuur grondwater te onttrekken.
Landelijk is het neerslagtekort gemiddeld 176 millimeter (een week geleden 159 millimeter). Hoog voor eind juli - het langjarig gemiddelde is zo’n 100 millimeter - maar ver verwijderd van het niveau van circa 250 millimeter in 1976 en 2018. Er komt de komende twee weken amper meer iets bij: het neerslagtekort gaat naar ongeveer 180 millimeter. Dat hangt samen met de overgang naar een licht wisselvallig weertype met normale zomerse temperaturen van 20 tot 25 graden en relatief veel regen. Of deze verwachting uitkomt, zal blijken in de volgende droogtemonitor die op 13 augustus verschijnt.
Niet of nauwelijks verzilting
Overal in het land zijn maatregelen genomen om water zoveel als mogelijk vast te houden. Verder worden boezemkades geïnspecteerd en op enkele plekken in het westen preventief beregend. De chloridegehalten in de grote wateren zijn door de bank genomen normaal voor de tijd van het jaar en blijven binnen de norm voor drinkwaterinname. In het Volkerak-Zoommeer zijn de waarden licht verhoogd. Daarom wordt tijdelijk intensiever doorgespoeld.
Als het nodig is voor een extra zoetwatervoorraad, gaat Rijkswaterstaat het gemiddelde waterpeil in het IJsselmeergebied opzetten naar 10 centimeter onder NAP. Dit is de bovengrens volgens het flexibel peilbesluit uit juni 2018. Zover is het nog niet gekomen. Het waterpeil in het IJsselmeer en het Markermeer is nu ongeveer 13 centimeter onder NAP. Dat was een week terug ook al zo.
Hoge watertemparaturen
De watertemperatuur van de Rijn en de Maas ligt boven 23 graden Celsius. Op diverse locaties in het land zijn blauwalgen waargenomen en voor enkele plekken geldt een negatief zwemadvies. Door de hoge watertemperaturen is de vissterfte aanmerkelijk toegenomen.
MEER INFORMATIE
Droogtemonitoren LCW in 2019
Bericht Unie van Waterschappen
Droogtesituatie op 23 juli
Flexibel peilbesluit in IJsselmeergebied