Mengsels van bestrijdingsmiddelenresten in oppervlaktewater kunnen dodelijke cocktails vormen voor organismen, ook als het stoffen van goedgekeurde middelen zijn die in geringe concentraties (onder de norm) voorkomen in het water. De toxische druk van deze mengsels heeft een negatieve invloed op het waterleven in het oppervlaktewater en daarmee op het halen van de doelen van de Kaderrichtlijn Water.
Een en ander blijkt uit een uitgebreide studie van Universiteit Leiden en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). De resultaten van het onderzoek zijn gepubliceerd in de online Bestrijdingsmiddelenatlas. In de atlas is een actuele en uitgebreide risicobeoordeling te vinden van mengsels van bestrijdingsmiddelen in het Nederlandse oppervlaktewater.
De onderzoekers gebruikten voor hun studie meetgegevens van de waterschappen en Rijkswaterstaat. De data gaven inzicht in de concentraties van honderden bestrijdingsmiddelen op honderden locaties. Aan de hand van de gegevens bepaalden de onderzoekers welke invloed de concentraties hebben op de ecologische gezondheid van oppervlaktewateren.
De belangrijkste uitkomst, schrijven de universiteit en RIVM: zelfs waar de concentraties van de afzonderlijke stoffen binnen de daarvoor gestelde limieten vallen, kan er soortenverlies ontstaan door een combinatie van stoffen. “Voor elke stof afzonderlijk is de norm zo afgesteld dat het risico op het verdwijnen van soorten tot een acceptabel minimum wordt beperkt. Maar samen kunnen ze een giftige combinatie vormen die dat minimum ruim overschrijdt.”
In het onderzoek was hier sprake van in meer dan 20 procent van de onderzochte locaties waar stoffen waren gemeten zonder normoverschrijdingen.
De onderzoekers berekenden het risico op soortenverlies aan de hand van formules en toxiciteitsdata, een methode die is ontwikkeld bij het RIVM. De methode laat zien waar te hoge mengseltoxiciteit optreedt en welke stoffen daar de grootste bijdrage aan leveren, schrijven de onderzoekers. Deze kennis kan worden gebruikt bij het nemen van maatregelen en het vaststellen van normen.
“Met de Atlas kunnen we inzicht krijgen in de variatie van toxische druk door de tijd en op verschillende locaties. We hopen dat dit helpt om kwetsbare gebieden en periodes beter in kaart te brengen: essentieel voor gericht beleid”, zegt Marco Visser, theoretisch ecoloog en een van de onderzoekers.