secundair logo knw 1

Foto: Vewin

Er is de laatste jaren veel verbeterd in de doelmatigheid van de drinkwaterproductie en de transparantie van drinkwatertarieven, maar het kan nóg beter. Minister Van Nieuwenhuizen (Infrastructuur en Milieu) neemt daarom aanvullende maatregelen, heeft ze de Tweede Kamer laten weten.

 De Minister stuurde deze week een evaluatierapport over de doelmatigheid van de Drinkwaterwet naar de Tweede Kamer. In de Drinkwaterwet, die in 2011 in werking trad, is vastgesteld dat zo’n evaluatie eens in de vijf jaar moet plaatsvinden. Het rapport is opgesteld door onderzoeksbureau Andersson Eiffers Felix (AEF).

In de begeleidende brief aan de Kamer steekt de minister de drinkwatersector flink wat veren in de broek: de doelmatigheid van de drinkwaterproductie en de transparantie over de (opbouw van de) tarieven zijn sinds de invoering van de Drinkwaterwet in 2011 fors verbeterd. Dat komt met name omdat sindsdien een prestatievergelijking wettelijk verplicht is.

De uitvoering van die prestatievergelijking is in handen van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). Alle drinkwaterbedrijven maken op basis van die benchmark steeds binnen zes maanden een verbeterplan. Uit de nog steeds stijgende productiviteit van de drinkwaterbedrijven concludeert de minister dat de werkwijze met prestatievergelijking en verbeterplannen goed functioneert.

Onderzoeksbureau AEF stelt dat de prestatievergelijking wel door de drinkwatersector zelf gedaan kan worden, om kosten en tijd te besparen. Minister Van Engelshoven gaat daar deels in mee. Het verzamelen en ordenen van feitelijke gegevens kan inderdaad prima door de bedrijven zelf worden gedaan, maar bij de overdracht aan de ILT moet dan wel een onafhankelijke toets op de juistheid worden gedaan, stelt ze. “Het is belangrijk dat de ILT als onafhankelijke partij het protocol opstelt en de eindverantwoordelijkheid behoudt voor de prestatievergelijking.”

De aanbeveling om de onderlinge ontwikkeling van productiviteit van drinkwaterbedrijven in beeld te brengen, neemt Van Engelshoven wél over. Die gegevens prikkelen bedrijven – ook door de druk van aandeelhouders – volgens haar om nóg doelmatiger te produceren en te leveren.

De minister laat daarnaast onderzoek doen naar de werking van de vermogenskostenvoet WACC, als middel om overwinst bij drinkwaterbedrijven te voorkomen. Het is volgens haar niet duidelijk welke invloed de WACC heeft op de financiering van investeringen op de langere termijn.

Het huidige model van tariefregulering, en de rol van de Autoriteit Consument en Markt (ACM) daarin, functioneert volgens AEF prima. De minister brengt daar dan ook geen verandering in.

Vewin, brancheorganisatie voor de drinkwaterbedrijven, is ingenomen met de reactie van Van Engelshoven op het evaluatierapport. Vewin is blij dat de verantwoordelijkheid voor de benchmark bij de ILT blijft en verwelkomt een onderzoek naar mogelijke ongewenste effecten van de WACC.

Lees hier de Kamerbrief van de minister en het rapport Evaluatie doelmatigheid Drinkwaterwet
Lees hier de reactie van Vewin

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Mooi! Jammer dat ik de serie niet terugvind als ik zoek in de NRC Podcast app.
Geachte redactie, ik ben verheugd dat eindelijk het besef is dat het klepelbeleid nu ter discussie is gesteld. Ik heb bij waterschap Hollandse delta al jaren als bestuurslid aangedrongen om het klepelen alleen als noodzaak te gebruiken. Ook heb ik div gesprekken gehad met SBB mbt klepelen in de duinen van Ouddorp waarbij de structuur volledig werd vernield. Dit jaar is eindelijk door beherende organisatie alleen maar gemaaid en wel in oktober waar mi de hele natuur in dit duingebied mee is geholpen. Het waterschap heeft nu ook bepaald dat klepelbeleid op de schop moet en in de toekomst alleen maar met maaibeleid mag worden uitgevoerd. Dus goed resultaat waar ik blij mee ben. Dit is natuurbehoud zoals het moet.
@JWBoehmerSommige desinformatie is te simplistisch om op te reageren. Zelfs citeren van een nieuwsbericht blijkt lastig (aanpak van dijken is lang niet altijd verhogen). Instabiliteit en kans op zettingsvloeiing worden ook aangepakt. Daarmee wordt ook de invloed van zee en maan beperkt, maar dan wel op basis van logische en bewezen relaties ipv dubieuze, onwaarschijnlijke en onbewezen hypotheses. Oei, toch gereageerd. Dom van me. Ik kan dit beter negeren.
Het zou me niet verbazen als ze me een keer komen halen omdat ik de verkeerde dingen beweer  - volgens de VLOEK van ZEE en MAAN en Jan Willem Boehmer..auteur Jongedijk Bijv.  op pag 5 over “Het ophogen van dijken (€15mln/km over 800 km vlgs HWBP) vergroot alleen maar het gevaar: Hoe hoger de dijk hoe groter het aantal slachtoffers”. Voor het uitdiepen van vaarwegen (meer Ruimte voor de Rivier) geldt hetzelfde: Hoe groter, (dieper én breder) de badkuip hoe groter het overstromings gevaar en hoe groter ook hierbij het aantal slachtoffers”. Ik vrees dat ik daarmee het gezag erger heb geïrriteerd dan Zwagerman deed met haar verkeerde opmerking over “de kerf”. Ik heb nooit gedacht dat het zou gebeuren: Nou zijn we klaar met je”
Even terug denken in de tijd: waarvoor waren dijken ook al weer uitgevonden? Dat was -vroeger- om ons tegen het water te beschermen. Nu gaan we buitendijks bouwen, dus is de vraag:  is dat water dan weg? Nee, dat moet juist nog komen , en,  als dat echt komt -misschien pas volgende eeuw- dan helpt dat dijkje toch ook niet meer, alle inspanningen van dijkversterkingen ten spijt.