Minister Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) heeft geen plannen om het eenvoudiger te maken vergunningen te verlenen voor nieuwe drinkwaterbronnen. Dat blijkt uit zijn antwoorden op Kamervragen over de beschikbaarheid van drinkwater. Het drinkwaterbelang krijgt ‘waar nodig en onder strikte voorwaarde’ wel prioriteit.
Vier Tweede Kamerleden stelden vragen aan minister Harbers naar aanleiding van interviews met vertrekkend Vitens-topman Jelle Hannema. In deze interviews riep Hannema op de drinkwatervoorziening meer prioriteit te geven. Hij repte van een ‘crisis in slow-motion’.
Dat was voor de Kamerleden Heutink en Madlener (PVV) reden de minister te vragen of in ‘een naderende drinkwatercrisis vergunningen voor extra drinkwaterwinning makkelijker afgegeven dienen te worden?’
De minister liet daarop weten de oproep om andere belangen in alle gevallen ondergeschikt te maken aan het waarborgen van de drinkwatervoorziening, niet in algemene zin te onderschrijven. Wel krijgt het drinkwaterbelang ‘daar waar nodig en onder strikte voorwaarde prioriteit, vanwege de
leveringsplicht van drinkwaterbedrijven en de zorgplicht van overheden.’
Harbers noemt het uiteindelijk aan het bevoegd gezag (de provincies) om de keuzes te maken over de manier drinkwatervoorziening gewaarborgd wordt. Volgens hem heeft het Rijk eerder al aangegeven dat nieuwe drinkwateronttrekkingen toegestaan kunnen worden ‘mits ze duurzaam inpasbaar zijn, ook in relatie tot verdrogingsproblematiek en effect op bestaand gebruik.’
De D66 Kamerleden Bamenga en Paternotte wilden weten hoe de minister ervoor gaat zorgen dat er voldoende drinkwater kan worden opgepompt zonder de natuur te schaden. Harbers antwoordde dat het beschikbare zoetwater dat zonder problemen kan worden opgepompt beperkt is. ‘Daarom worden alle grondwateronttrekkingen in beeld gebracht (…) en moeten afspraken worden gemaakt over de hoeveelheid grondwater die er per jaar in totaal onttrokken mag worden en over de verdeling hiervan.’
In zijn antwoorden liet minister Harbers verder weten de zorgen van Hannema te herkennen. De drinkwatervraag groeit sneller dan de ontwikkeling van de drinkwaterproductiecapaciteit. Harbers vindt het nodig dat het bevoegd gezag om ‘scherpe keuzes maakt over het gebruik van de boven- en ondergrond.’ Ingrijpen door het Rijk sluit de minister niet uit, maar ‘dit heeft gezien de bestuurlijke verhouding niet de voorkeur.’
Bamenga en Paternotte vroegen de minister ook welk effect het gebrek aan drinkwatercapaciteit de komende jaren zal hebben op de bouw van nieuwe woningen. De minister liet weten dat er drinkwaterknelpunten bekend zijn in Twente, de Achterhoek, rond Utrecht, Amersfoort, Den Haag en het noorden van Groningen. Volgens Harbers krijgen zakelijke gebruikers in deze gebieden in eerste instantie geen nieuwe aansluiting, om te voorkomen dat woningen niet kunnen worden aangesloten op het drinkwater.