Minister Schultz van Infrastructuur en Milieu trekt te weinig geld uit voor het onderhoud van dammen, dijken, stuwen en stormvloedkeringen. Dat constateert de Algemene Rekenkamer.
De Rekenkamer stelt in een rapport dat donderdag 15 december verscheen, dat er de komende jaren een tekort is van 32 miljoen euro voor het onderhoud van het zogenoemde hoofdwatersysteem. In 2011 constateerde de minister zelf al dat er tot 2020 meer geld nodig is dan aanvankelijk begroot. Ze trok toen 151 miljoen extra uit. Volgens de Rekenkamer is daar bovenop nog eens 132 miljoen euro nodig. Dat kan grotendeels uit bestaande potjes komen, maar er resteert een financieringstekort van 32 miljoen.
Fundamenteler is de kritiek van de Rekenkamer dat de boekhouding van Rijkswaterstaat nog altijd niet op orde is. Voorlichter Joost Aerts: “Die boekhouding is niet specifiek genoeg. Er is geen duidelijk beeld van de staat van onderhoud van de duizenden projecten die Rijkswaterstaat beheert, en dus ook geen goede inschatting van het geld dat de komende jaren nodig is voor onderhoud. Dat betekent dat de minister de Kamer niet volledig kan informeren. Als die informatie verbetert, kan het zijn dat het tekort dat wij signaleren nog groter is. In theorie zou het ook kleiner kunnen zijn, maar wij zien de afgelopen jaren een trend dat er te weinig gebudgetteerd wordt voor het onderhoud van infrastructuur. Dat is onverstandig, want in de praktijk blijkt dat uitgesteld onderhoud per saldo duurder uitvalt.”
Minister Schultz stelt in een reactie dat ze een deel van het tekort kan dekken, waardoor het uiteindelijke tekort op 18 miljoen euro uitkomt. De minister kiest er bewust voor niet alle risico’s bij voorbaat af te dekken, schrijft ze in haar reactie. Zij vindt enige ‘budgetspanning’ gezond. Aerts: “De Algemene Rekenkamer vindt dat geen verstandige insteek, maar uiteindelijk moet de minister dat met de Kamer uitvechten.”
Klik hier voor het rapport van de Algemene Rekenkamer.