Om het water- en bodemsysteem sturend te laten zijn voor woningbouw, wordt op de korte termijn gekeken naar de combinatie van een juiste locatiekeuze, de klimaatbestendige inrichting van nieuwbouwgebieden en een passende bouwwijze. Hiervoor worden dit jaar criteria opgesteld en ook komt er een landelijke maatlat. Een andere verdeling van de woningbouw over het land is nu nog geen oplossing. Dat melden de ministers Hugo de Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) en Mark Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) in een brief aan de Tweede Kamer.
Zij reageren met deze Kamerbrief op een advies over woningbouw en klimaatadaptatie dat deltacommissaris Peter Glas in twee delen uitbracht in 2021. Glas pleit ervoor dat woningen overal klimaatbestendig worden gebouwd, om daarmee extra opgaven voor klimaatadaptatie en waterproblemen te voorkomen.
De deltacommissaris wijst erop dat naar schatting 820.000 van de ongeveer miljoen woningen die tot 2030 moeten worden gebouwd, volgens de nu bestaande plannen worden gerealiseerd in overstroombaar, slap, zettingsgevoelig en nat gebied. Glas vindt dat het water- en bodemsysteem leidend moet zijn bij locatiekeuzen, inrichting en bouwwijzen. Ook is het zaak dat het Rijk in overleg met regionale overheden de verstedelijking op de lange termijn anders gaat verdelen over het land.
Investeren in klimaatbestendige nieuwbouw nodig
De Jonge en Harbers geven aan dat het noodzakelijk is om nu te investeren in klimaatbestendige nieuwbouw, zodat de effecten van bodemdaling en klimaatverandering niet worden afgewenteld op toekomstige generaties. Zij komen met een maar. “De belangen van de woningbouwopgave en klimaatadaptatie kunnen in de praktijk soms schuren, bijvoorbeeld bij het bouwen in diepe polders en langs de grote rivieren en beken zullen nadrukkelijk afwegingen moeten worden gemaakt. Hierbij moet zoveel mogelijk recht gedaan worden aan de belangen van de huidige en toekomstige generaties.”
De ministers zijn het eens met de constatering van de deltacommissaris dat voor nieuwbouw er nog veel winst te behalen is door klimaatbestendig en waterrobuust bouwen de norm te maken. Daarom worden water en bodem sturend bij ruimtelijke ontwikkelingen. Hiervoor werkt het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat dit jaar de randvoorwaarden en criteria uit. Er wordt rekening gehouden met de gevolgen voor woningbouwplannen die ver gevorderd zijn. De ministers willen voorkomen dat door de nadere uitwerking van de randvoorwaarden en criteria er vertraging optreedt bij het halen van de nationale doelstellingen voor de bouw van nieuwe woningen.
Verder ontwikkelt het Rijk een landelijke maatlat voor klimaatadaptief bouwen, waarin doelen en normen op projectniveau worden opgenomen. Deze maatlat omvat de thema’s hitte, wateroverlast, droogte en overstroming. Ook is er is er aandacht voor het toevoegen van groen in de bebouwde omgeving. De maatlat gaat niet alleen gelden voor nieuwbouw, maar zal ook sturend zijn voor het klimaatbestendig maken van de bestaande bebouwde omgeving.
Woonvoorkeuren beperkt stuurbaar
Naar aanleiding van de vaststelling van Glas dat naar schatting 820.000 woningen zijn beoogd in overstroombaar, slap, zettingsgevoelig en nat gebied, merken de bewindslieden op dat de woonvraag zich momenteel grotendeels concentreert in de Randstad. Volgens recent onderzoek van het Planbureau voor de Leefomgeving zijn woonvoorkeuren beperkt stuurbaar en dat vraagt om een lang proces. “Voor de locatiekeuze spelen bovendien meer belangen een rol, zoals werkgelegenheid, leefbaarheid, verstedelijking en bereikbaarheid. Het op korte termijn aansturen op een andere verdeling van de woningbouw over het land vormt daarmee geen oplossing voor de huidige krapte op de woningmarkt.”
De Jonge en Harbers komen tot de volgende keuze: “Voor de korte termijn richten we ons bij het sturend laten zijn van het water- en bodemsysteem voor woningbouw op de combinatie van een juiste locatiekeuze, klimaatbestendige inrichting van nieuwbouwgebieden en passende bouwwijze. Dit moet elkaar aanvullen.” Dat heeft gevolgen. “Bij de keuze voor bouwlocaties worden de (zeer) kwetsbare gebieden (zoals zeer diepe polders met een slappe ondergrond) vermeden.Bij locaties met kwetsbaarheden zal meer inspanning nodig zijn voor de gebiedsinrichting en de bouwwijze. Het watersysteem heeft ruimte nodig om extremen op te vangen.”
Volgens de ministers kan de verhouding van kosten en baten voor klimaatadaptief bouwen in stedelijke gebieden als ‘no-regret’ worden gezien. “Door vroeg in het plan- en ontwerpproces klimaatadaptieve maatregelen mee te nemen, worden de (meer)kosten bij nieuwbouw beperkt gehouden.” Klimaatadaptatie en waterrobuustheid worden expliciet als criterium opgenomen in woningbouwplannen die mede door het Rijk worden gefinancierd.
LEES OOK
H2O Actueel: 1e adviesbrief deltacommissaris
H2O Actueel: 2e adviesbrief deltacommissaris