In Nederland is er tussen 2012 en 2015 bijna 7 duizend hectare aan nat natuurlijk terrein bijgekomen, blijkt uit onderzoek van het CBS. Steeds meer boerenland wordt vrijgegeven voor hoge grondwaterstanden. Ook nam de oppervlakte van binnenwater met ruim 3,5 duizend hectare toe.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek brengt om de paar jaar het functionele bodemgebruik in Nederland in kaart. Uit de nieuwe cijfers die gaan tot en met 2015, blijkt dat 68 procent van de totale oppervlakte van ruim 4,15 miljoen hectare wordt gebruikt als groene ruimte. Het gaat voor het merendeel om agrarisch terrein (54 procent van het totaal) en verder nog om bos, open natuurlijk terrein en recreatieterrein. Daarnaast bestaat ons land voor 19 procent uit water en voor 13 procent uit bebouwing.
In de periode 2012-2015 heeft 45 duizend hectare een andere bestemming gekregen. Er ging veel land- en tuinbouwgrond verloren: 15 duizend hectare. Tevens kromp het bosareaal met bijna 5 duizend hectare. Daarentegen nam het open natuurlijk terrein met bijna 11 duizend hectare toe. Bijna 7 duizend hectare daarvan is nat en 4 duizend hectare droog. Ook kwamen er ruim 3,5 duizend hectare aan binnenwater en 4,7 duizend hectare aan bebouwd gebied bij.
De stijging is het sterkst bij open nat natuurlijk terrein: de oppervlakte groeide met 12 procent. Er wordt steeds meer boerenland vrijgegeven voor hoge grondwaterstanden, constateert het CBS. Het doel is het bergen van water en het creëren van lokale wetlands. Hierdoor ontstaan plasdrasterreinen, die worden gekwalificeerd als open nat natuurlijk terrein.
Het statistiekbureau noemt als voorbeeld de Peizer- en Eeldermaden in de Drentse gemeente Noordenveld. In deze polder is ruim 800 hectare voormalig agrarisch terrein onder water gezet en teruggegeven aan de natuur. Op Schiermonnikoog is juist een andere ontwikkeling te zien. Veel open natte natuur (ruim 300 hectare) is op dit eiland verzand en open droog natuurlijk terrein geworden.
MEER INFORMATIE
CBS over onderzoek bodemgebruik