Nederlandse jongeren maken zich zorgen over waterveiligheid. Volgens 1 op de 4 is een grote overstroming mogelijk; 1 op de 5 is daar zelfs weleens bang voor.
Dat blijkt uit twee onderzoeken van het Hoogwaterbeschermingsprogramma en waterschap Hollandse Delta onder in totaal een kleine duizend jongeren tussen de 8 en 18 jaar. Van alle Nederlandse kinderen en jongeren woont 40 procent in een gebied dat zou kunnen overstromen. Kinderen in de kustprovincies zijn zich daar overigens veel beter van bewust dan kinderen uit het rivierengebied. Opvallend is dat de angst voor een overstroming onder Groningse jongeren twee keer zo groot is als elders in het land (resp. 40 en 20 procent).
Van de ondervraagden weet 1 op de 5 niet wat er in Nederland gebeurt om wateroverlast te voorkomen. Jongeren die daar wel een idee over hebben, noemen als voorbeelden regentonnen plaatsen, dakgoten en putten schoonhouden, minder tegels en mee beplanting om het huis en meer groenvoorzieningen in de buurt. Tweederde van de jongeren geeft aan graag meer te willen leren over leven met water.
Het Hoogwaterbeschermingsprogramma, een van de partijen die onderzoek onder jongeren liet doen, zorgt de komende jaren voor ruim 1100 kilometer aan dijkversterking. In dat kader werd afgelopen week de versterking van de dijken over een lengte van 11 kilometer bij het Eiland van Dordrecht afgerond. De dijken werden versterkt met ruim 400.000 kuub zand en 180.000 kuub klei.
