De nieuwe lijst met 327 potentieel zeer zorgwekkende stoffen die het RIVM heeft gepubliceerd, werkt verwarring in de hand. Dat stelt VEMW, de belangenbehartiger van zakelijke energie- en watergebruikers. ''Onduidelijkheid troef.''
Het is goed en begrijpelijk dat er veel aandacht is voor gevaarlijke stoffen en dat er goed wordt gekeken naar mogelijkheden om het proces van vergunningverlening te verbeteren, aldus VEMW. ,,Echter, wederom een nieuwe stoffenlijst introduceren waarbij de juridische status én het handelingsperspectief niet duidelijk zijn, zal daarbij niet helpen’’, meent de vereniging.
Eind vorige week publiceerde het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat een lijst met 327 potentieel zeer zorgwekkende stoffen (ZZS). Het gaat om stoffen waarvan nog niet zeker is of ze in deze categorie vallen. Dat kan zijn omdat bepaalde gegevens ontbreken of omdat de evaluatie nog moet plaatsvinden.
Er bestaat al een lijst met 1400 stoffen die de Nederlandse overheid met voorrang uit onze leefomgeving wil weren of sterk wil terugdringen, bijvoorbeeld omdat ze kankerverwekkend zijn.
GenX
Aanleiding voor de nieuwe lijst is de recente onrust rond nieuwe stoffen, zoals GenX dat chemiebedrijf Chemours in Dordrecht gebruikt voor de productie van teflon. GenX is minder giftig dan het eerder gebruikte PFOA, maar het is ook nog niet duidelijk wat het in het lichaam doet.
Naar aanleiding van Kamervragen beloofde de toenmalige staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu dat het RIVM zou gaan werken aan een methodiek om potentiële 'zorgstoffen' te identificeren, teneinde de risico’s voor volksgezondheid en milieu sneller te kunnen inschatten.
“We willen veel eerder, bijvoorbeeld op basis van de chemische structuur van een stof, weten wat voor kwalijke eigenschappen een stof mogelijk kan hebben”, verklaarde RIVM-onderzoeker Els Smit. De keuze voor de 327 stoffen op de nieuwe lijst is voornamelijk gebaseerd op informatie uit de Europese REACH-regelgeving.
Voorzorgbeginsel
Volgens het RIVM moeten vergunningverleners (provincie, gemeente, waterschap of rijksoverheid) bedrijven die een of meer van de potentiële zorgstoffen uitstoten, aanspreken op het ‘voorzorgbeginsel’. Het bevoegd gezag kan een bedrijf dat een vergunning aanvraagt om nader onderzoek vragen als dit bedrijf zo’n stof uitstoot.
Allemaal mooi bedacht, meent VEMW, maar de vereniging betwijfelt of zo’n nieuwe lijst gaat helpen. Zowel de bedrijven zelf als het bevoegd gezag hebben toch al moeite om de ontwikkelingen in het stoffenbeleid en de gevolgen daarvan te volgen, stellen de zakelijke energie- en watergebruikers.
In plaats daarvan pleiten zij ervoor dat het rijk investeert in de kwaliteit van de bevoegde gezagen, waar volgens hen ''te weinig specifieke kennis aanwezig is over stoffen in relatie tot vergunningen’’.
Meer informatie
Nieuwsbericht RIVM en stoffenlijst
RIVM werkt aan identificatiesysteem 'nieuwe zorgstoffen'
Twee bronnen gevonden van GenX-verontreiniging in Brabants oppervlaktewater