Met een nieuwe set statistieken van STOWA kunnen waterschappen, provincies en gemeenten zich beter voorbereiden op extreme neerslag. Ze krijgen een beeld van de mate waarin steden, dorpen en buitengebieden hemelwaterbestendig zijn en ze kunnen berekenen welke maatregelen helpen.
Hoe kwetsbaar is een woonwijk voor extreme neerslag? Hoeveel neerslag kan een polder aan voordat er wateroverlast optreedt? Bij welke neerslaghoeveelheden treedt een beek buiten haar oevers?
''Hoe beter we het antwoord op dit soort vragen weten, hoe beter we ons kunnen voorbereiden op extreme neerslagsituaties. En omdat we daar door klimaatverandering steeds vaker mee te maken krijgen, wordt het beantwoorden van deze vragen steeds belangrijker’’, aldus Michelle Talsma van de Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (STOWA) onlangs bij de presentatie.
Stresstesten
Daarom liet STOWA een nieuwe set ‘neerslagproducten’ ontwikkelen door het KNMI en adviesbureau HKV. Het is voor het eerst dat deze statistische kennis samen met de nieuwste klimaatscenario’s van het KNMI in een samenhangend pakket worden gecombineerd, vertelt Kees Peerdeman van Waterschap Brabantse Delta, die samen met Talsma aan het project meewerkte.
Volgens de initiatiefnemers zijn de statistieken daarmee zeer bruikbaar voor de stresstesten voor wateroverlast die gemeenten, provincies en waterschappen volgens het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie moeten uitvoeren.
Bij de statistieken, die binnenkort via de website meteobase.nl te raadplegen zijn, publiceerde STOWA een brochure waarin de mogelijkheden kort worden uitgelegd. Een uitgebreide wetenschappelijke verantwoording is te vinden in het Rapport Neerslagstatistiek- en reeksen voor het waterbeheer 2019
Basisstatistiek
Allereerst geeft een basisstatistiek, gebaseerd op het meetpunt in De Bilt, inzicht in de hoeveelheid neerslag in millimeters die verwacht mag worden bij een bepaalde duur (van tien minuten tot tien dagen) en een bepaalde herhalingstijd (bijvoorbeeld eens in de tien of eens in de honderd jaar).
Daarvan afgeleid zijn toekomststatistieken, regionale statistieken en meer specifieke gebiedsstatistieken voor extreme neerslag. ''Voor regionale verschillen geldt een correctie van maximaal 10 procent’’, weet Peerdeman.
Verder in kaart gebracht zijn neerslagpatronen, actuele neerslagreeksen en extreme neerslaggebeurtenissen van korte duren, die vooral van belang zijn voor stedelijke gebieden.
In 2023, als het KNMI met nieuwe klimaatscenario’s komt, belooft STOWA de statistieken te actualiseren.
MEER INFORMATIE
Brochure 'Een actueel beeld van de kans op nieuwe neerslag'
Rapport 'Neerslagstatistiek- en reeksen voor het waterbeheer 2019'