De positieve ontwikkeling bij de inzameling en zuivering van stedelijk afvalwater zet zich door, concludeert Rijkswaterstaat in een nieuw situatierapport. Nederland voldoet ruimschoots aan de Europese eisen en boekt nog steeds winst door innovatie en verduurzaming.
Het is voor de elfde keer dat het situatierapport - een tweejaarlijkse verplichting voor lidstaten van de EU - is verschenen. Rijkswaterstaat beschrijft de stand van zaken op 31 december 2016 aan de hand van cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek en Stichting RIONED. Sinds 1991 is de Europese richtlijn inzake de behandeling van stedelijk afvalwater van kracht. Voor heel Nederland worden de extra strenge eisen voor kwetsbare gebieden toegepast.
Positieve ontwikkeling
Het Nederlandse afvalwaterketensysteem voldoet ruimschoots aan de Europese regels, constateert het rapport. “De positieve ontwikkeling van de inzameling en zuivering van stedelijk afvalwater heeft zich de afgelopen jaren voortgezet. De gemeenten en waterschappen blijven op deze terreinen grote inspanningen verrichten teneinde de milieubelasting door stedelijk afvalwater zoveel mogelijk binnen de perken te houden, de kosten voor de burgers en bedrijven te beperken en aan de Europese en Nederlandse eisen te voldoen.”
De rioolwaterzuiveringsinstallaties verwerken grote hoeveelheden fosfor en stikstof. Volgens de EU-richtlijn moet ten minste 75 procent van deze stoffen uit het afvalwater worden verwijderd. Dat doel wordt voor fosfor sinds 1996 en voor stikstof sinds 2006 gehaald. Het gemiddelde zuiveringsrendement over alle rwzi’s is sindsdien geleidelijk verder opgelopen en was in 2016 86,8 procent voor fosfor en 84,5 procent voor stikstof. De verwachting is dat de zuiveringspercentages de komende jaren nog zullen stijgen door het toepassen van innovatieve zuiveringstechnieken en autonome ontwikkelingen als renovatie en schaalvergroting. Ook zijn regionaal aanvullende maatregelen nodig in verband met de milieudoelstellingen van de Kaderrichtlijn Water.
Innovatie en verduurzaming
Door innovatie en verduurzaming wordt nog winst geboekt. Niet-verontreinigd regenwater dat van daken en wegen afstroomt, wordt steeds minder afgevoerd naar de rwzi’s en steeds meer direct geloosd op oppervlaktewater of geïnfiltreerd in de bodem. Ook wordt het stedelijk afvalwater steeds vaker gezien als een bron van grondstoffen en energie. In 2016 zijn veertien rioolwaterzuiveringsinstallaties uitgerust met voorzieningen voor terugwinning van grondstoffen, vooral fosfor en cellulose. Naar schatting wordt rond de 0,4 miljoen kilo fosfor en drie tot vier miljoen kilo cellulose uit afvalwater teruggewonnen.
Waterschappen hebben volgens het situatierapport veel aandacht voor het energiegebruik van rioolwaterzuiveringsinstallaties. Op 77 rwzi’s werd in 2016 biogas geproduceerd. Zij produceerden 118 miljoen kubieke meter biogas per jaar, bijna een vijfde van de totale Nederlandse biogasproductie. Ook waren op dat moment twaalf energiefabrieken in bedrijf. Het aantal neemt binnen enkele jaren aanzienlijk toe.
Groei in aanbod van afvalwater
Het rapport bevat ook cijfers over de omvang van de behandeling van afvalwater. In 2016 waren er 326 rwzi’s met een totale zuiveringscapaciteit van 22 miljoen inwonersequivalenten (i.e.’s). Bijna de helft van de totale zuivering vindt plaats in 36 installaties met een ontwerpcapaciteit die groter is dan 150 duizend i.e.’s.
Het aanbod van stedelijk afvalwater was decennia lang redelijk stabiel. De lozingen vanuit huishoudens namen weliswaar toe, maar dat werd gecompenseerd door een afname van lozingen vanuit de industrie en het afkoppelen van niet-verontreinigd regenwater en grondwater op de riolering. De laatste jaren is echter een duidelijke groei in het aanbod te zien: van 16,9 miljoen i.e.’s in 2010 naar 19,2 miljoen i.e.’s in 2016.
Meer informatie
Situatierapport afvalwater 2016