secundair logo knw 1

Bron: Energie uit oppervlaktewater

In de noordelijke provincies Friesland, Drenthe, Groningen en Overijssel liggen flinke mogelijkheden om energie te winnen met zonneparken op water en thermische energie uit oppervlaktewater. Waterkracht heeft weinig potentie.

Dat blijkt uit een onderzoek dat de vier provincies, de waterschappen Hunze en Aa’s, Drents Overijsselse Delta, Vechtstromen, Noorderzijlvest, Wetterskip Fryslân en Rijkswaterstaat hebben laten uitvoeren.

Het onderzoek is vorig jaar door ROM3D en Inenergie uitgevoerd en wordt 18 april aanstaande gepresenteerd op een symposium in Dalfsen aan gemeenten, woningbouwcoöperaties, lokale initiatieven en het Overijsselse MKB.

De onderzoekers hebben de potentie van de duurzame energievormen in de vier provincies onderzocht. Dit omdat de opdrachtgevers wilden weten in hoeverre energie uit oppervlaktewater een bijdrage kan leveren aan de transitie naar een duurzame energievoorziening.

Energiestrategieën
Die vraag is actueel. Lokale overheden moeten afspraken uit het nationale klimaatakkoord gaan vertalen naar regionale energiestrategieën. Die zogeheten regionale transitieprogramma’s moeten dit jaar worden opgesteld. Met de uitkomsten van het onderzoek willen provincies, waterschappen en Rijkswaterstaat de mogelijkheden om energie uit oppervlaktewater te halen, bij het opstellen van de regionale strategieën inbrengen.

Er is gekeken naar thermische energie uit oppervlaktewater (TEO), het winnen van elektriciteit middels drijvende zonnepanelen en waterkracht. De onderzoekers zien voor twee van de drie vormen kansen in de vier noordelijke provincies.

Dat geldt niet voor waterkracht. Die vorm heeft weinig potentie, omdat waterkrachtprojecten bij stuwen en gemalen doorgaans klein van opzet zijn en daardoor weinig produceren. Maar toepassingen van TEO en zonneparken zijn wel kansrijk, aldus het onderzoek.

TEO
Thermische energie uit oppervlaktewater (TEO) in combinatie met warmte-koude-opslag is bijzonder kansrijk voor de verwarming van woningen. Installaties zijn financieel haalbaar in waterrijke gebieden waar de dichtheid van de warmtevraag hoog is, aldus het onderzoek. TEO komt onder meer in beeld bij de bouw van gasloze wijken. “Zeker als TEO/WKO vergeleken wordt met andere vormen van gasloos verwarmen zoals ‘all-electric’ dan komt TEO/WKO er gunstig uit.”

Met TEO kan warmte in de zomer worden onttrokken uit oppervlaktewater en met een Warmte Koude Opslag (WKO) worden opgeslagen in de bodem. In de winter wordt de warmte omhoog gehaald en gebruikt voor warm tapwater en ruimteverwarming, nadat het met een warmtepomp op gewenste temperatuur is gebracht.

Met kou uit oppervlaktewater en ook diepe plassen kunnen installaties en ruimtes worden gekoeld. TEO-installaties, met of zonder WKO, voor het koelen van gebouwen en bedrijfsprocessen zijn, afhankelijk van specifieke randvoorwaarden, financieel ook heel goed haalbaar, aldus het onderzoek.

TEO met als flink voordeel dat de impact op leefomgeving en milieu minimaal is, is kansrijk in waterrijke gebieden met een grote woningdichtheid. In potentie kunnen in de noordelijke provincies heel wat woningen worden verwarmd, blijkt uit het onderzoek.

TEO 2Bron: Energie uit oppervlaktewater

In Friesland geldt dat voor 34 procent van de warmtevraag in wijken, in Groningen 14 procent, in Drenthe 6 procent en in Overijssel 25 procent.

Zon op water
Zonneparken zijn kansrijk wat betreft financiële haalbaarheid en ruimtelijke ordening. 'Zon op water' is net zo rendabel als 'zon op land', aldus het onderzoek. “Er zijn weliswaar meerkosten voor aanleg op water maar door de koeling en reflectie van het oppervlaktewater is de elektriciteit opbrengst op water ook hoger.”

Drijvende zonneparken zijn niet zonder meer overal mogelijk. Met name de effecten op de ecologische waarden van een waterpartij en de effecten voor omwonenden spelen een belangrijke rol bij de vergunningaanvraag, aldus het onderzoek. In principe kunnen op alle wateren breder dan 20 meter zonnepanelen worden geplaatst, mits er geen ‘maatschappelijke belemmeringen’ zijn.

Kleine zonneparken (2 à 3 hectare) kunnen worden aangesloten op een lokaal elektriciteitsnetwerk, grotere parken moeten worden gekoppeld aan stations, waarvoor kabels moeten worden aangelegd. De aanlegkosten van deze kabels zijn bepalend voor de financiële haalbaarheid van een drijvend park.

Zon op water 2Bron: Energie uit oppervlaktewater

Een inventarisatie leert dat in Friesland 630 hectare, in Groningen 725 hectare, in Drenthe 610 hectare en in Overijssel 760 hectare water geschikt is voor het plaatsen van drijvende zonneparken.

Haalbaarheidsstudie
De onderzoekers deden op zestien kansrijke locaties een haalbaarheidsstudie naar een van de energievormen. Er werd gekeken naar financiën, ruimtelijke ordening en juridische aspecten. 

Het resulteerde in een aantal business cases. Per locatie is een interactieve spreadsheet gemaakt, dit met het idee het model aan te passen en up-to-date te houden als aannames moeten worden bijgesteld door nieuwe ontwikkelingen.

 

MEER INORMATIE
Energie uit oppervlaktewater

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Geachte redactie, ik ben verheugd dat eindelijk het besef is dat het klepelbeleid nu ter discussie is gesteld. Ik heb bij waterschap Hollandse delta al jaren als bestuurslid aangedrongen om het klepelen alleen als noodzaak te gebruiken. Ook heb ik div gesprekken gehad met SBB mbt klepelen in de duinen van Ouddorp waarbij de structuur volledig werd vernield. Dit jaar is eindelijk door beherende organisatie alleen maar gemaaid en wel in oktober waar mi de hele natuur in dit duingebied mee is geholpen. Het waterschap heeft nu ook bepaald dat klepelbeleid op de schop moet en in de toekomst alleen maar met maaibeleid mag worden uitgevoerd. Dus goed resultaat waar ik blij mee ben. Dit is natuurbehoud zoals het moet.
@JWBoehmerSommige desinformatie is te simplistisch om op te reageren. Zelfs citeren van een nieuwsbericht blijkt lastig (aanpak van dijken is lang niet altijd verhogen). Instabiliteit en kans op zettingsvloeiing worden ook aangepakt. Daarmee wordt ook de invloed van zee en maan beperkt, maar dan wel op basis van logische en bewezen relaties ipv dubieuze, onwaarschijnlijke en onbewezen hypotheses. Oei, toch gereageerd. Dom van me. Ik kan dit beter negeren.
Het zou me niet verbazen als ze me een keer komen halen omdat ik de verkeerde dingen beweer  - volgens de VLOEK van ZEE en MAAN en Jan Willem Boehmer..auteur Jongedijk Bijv.  op pag 5 over “Het ophogen van dijken (€15mln/km over 800 km vlgs HWBP) vergroot alleen maar het gevaar: Hoe hoger de dijk hoe groter het aantal slachtoffers”. Voor het uitdiepen van vaarwegen (meer Ruimte voor de Rivier) geldt hetzelfde: Hoe groter, (dieper én breder) de badkuip hoe groter het overstromings gevaar en hoe groter ook hierbij het aantal slachtoffers”. Ik vrees dat ik daarmee het gezag erger heb geïrriteerd dan Zwagerman deed met haar verkeerde opmerking over “de kerf”. Ik heb nooit gedacht dat het zou gebeuren: Nou zijn we klaar met je”
Even terug denken in de tijd: waarvoor waren dijken ook al weer uitgevonden? Dat was -vroeger- om ons tegen het water te beschermen. Nu gaan we buitendijks bouwen, dus is de vraag:  is dat water dan weg? Nee, dat moet juist nog komen , en,  als dat echt komt -misschien pas volgende eeuw- dan helpt dat dijkje toch ook niet meer, alle inspanningen van dijkversterkingen ten spijt.
Een goede actie van de UvW. Logisch zou nu ook zijn om een vergelijkbare brief naar de regering te sturen ten aanzien van het verbieden van bestrijdingsmiddelen en te veel aan mest.