Rijkswaterstaat en andere betrokken partijen stellen het ophogen van de Roggenplaat in de Oosterschelde een jaar uit, vanwege vertraging met vergunningen. De zandplaat wordt al jarenlang steeds kleiner.
De Roggenplaat fungeert als ‘wegrestaurant’ voor tienduizenden trekvogels en als rustplaats voor een grote populatie zeehonden. Door de komst van de Oosterscheldekering is de stroming minder sterk en vindt er geen natuurlijke opbouw van zandplaten meer plaats. Door de zogeheten ‘zandhonger’ wordt de Roggenplaat steeds lager en kleiner.
Voor kustvogels als de rosse grutto en de zilverplevier betekent dat een steeds schaarser gedekte tafel. Zeehonden komen naar de Roggenplaat om hun jongen er te zogen en tot rust te komen tijdens laag tij. Zij hebben door de zandhonger steeds minder plek.
Zonder menselijk ingrijpen zal de Roggenplaat waarschijnlijk binnen dertig jaar zijn functie als ecologisch wegrestaurant hebben verloren. Al enige jaren zijn er daarom plannen voor een flinke zandsuppletie. De samenwerkende partijen achter dat plan zijn Provincie Zeeland, ministeries van Infrastructuur en Milieu en Economische Zaken, Nationaal Park Oosterschelde, Natuurmonumenten en Rijkswaterstaat.
De suppletie zou komende winter plaatsvinden. Doordat het vergunningentraject meer tijd in beslag neemt dan gedacht én omdat de winterperiode de meest geschikte is om het werk uit te voeren, is deze week besloten het project een jaar uit te stellen. Het uitstel biedt volgens Rijkswaterstaat meer ruimte voor aanvullende nulmetingen, die belangrijk zijn voor de monitoring van de zandsuppletie. De monitoring is onder meer van belang voor de mosselvisserijsector, die nadelige gevolgen van de zandsuppletie vreest.