secundair logo knw 1

Foto Grondwateratlas van Fryslân

Door stijging van de zeespiegel stroomt er steeds meer zout grondwater vanuit de Waddenzee Friesland binnen. Het zoute grondwater verplaatst zich in zuidoostelijke richting, waardoor de voorraad zoet grondwater afneemt. De verzilting van het grondwater brengt de drinkwaterwinning in de provincie echter niet in gevaar. In het zuidelijk en oostelijk deel van het veenweidegebied van de provincie liggen goede kansen voor nieuwe drinkwaterwinningen.  

Dit is een uitkomst van een grondwaterstudie van drie jaar die door Provincie Friesland, Wetterskip Fryslân en waterleidingbedrijf Vitens is uitgevoerd en waarvan de bevindingen in de 'Grondwateratlas van Fryslân' zijn weergegeven. De gegevens worden gebruikt voor toekomstig ruimtelijk beleid.

Op lange termijn is er in de provincie Friesland voldoende zoet grondwater aanwezig voor de drinkwatervoorziening, aldus het onderzoek. In het zuidoosten van Friesland is geen verzilting te verwachten. “Drinkwaterwinningen Terwisscha, Oldeholtpade gaan daarom volgens berekeningen niet verzilten. Ook Nij Beets blijft volgens de berekeningen vrij van verzilting, maar recente metingen geven aan dat er wel degelijk sprake is van een risico van verzilting.”

Volgens het onderzoek liggen er voor de toekomstige drinkwaterwinning kansen in het zuidelijk en oostelijke deel van het veenweidegebied. Daar wordt overtollig kwelwater nu nog weggepompt door het waterschap naar de Friese Boezem. Het is duurzamer om dit water te gebruiken voor de productie van drinkwater. 

Grondwateratlas van Fryslân 1200 2 Bron: Grondwateratlas van Fryslân | Klip op afbeelding voor vergroting

Verzilting
Het onderzoek toont ook aan dat de verzilting in de provincie oprukt. Door stijging van de zeespiegel stroomt er in de toekomst steeds meer zout grondwater vanuit de Waddenzee het vaste land van Friesland binnen. Nu is dat jaarlijks 47 miljoen m3 water en dat zal de komende decennia toenemen tot zo’n 20 procent (2085), aldus het onderzoek.

Op langere termijn gaat daardoor een groot deel van noordwest Friesland verzilten, inclusief een aantal veenpolders in de omgeving van Sneek en Grouw. 

Tegengaan
In het onderzoek is gekeken of er maatregelen te nemen zijn om de verzilting tegen te gaan. Het is niet mogelijk de trend te keren, wel zijn er mogelijkheden om ze te beïnvloeden, aldus het onderzoek. 

Door het toepassen van antiverziltingsdrainages en meestijgen met de zeespiegelrijzing kan de toename van de toestroom van zout grondwater op de middellange termijn (tot 2050 – 2100) worden gestabiliseerd. Dit soort maatregelen hebben echter weer als gevolg dat op andere locaties de verzilting toeneemt, het zogeheten waterbedeffect. Het 'handelingsperspectief' van waterhuishoudkundige maatregelen is al met al beperkt. 

Begrenzing gebieden 1200 Bron: Grondwateratlas van Fryslân | Klik op afbeelding voor vergroting

Veenweidegebied
Het Friese veenweidegebied is een laaggelegen zone tussen het noordelijk zeekleigebied en het zuidoostelijk gelegen zandgebied in de provincie en heeft door de lage ligging en de diepere polderpeilen een dominante invloed op bijna het hele grondwatersysteem van Friesland, aldus het onderzoek. En die invloed wordt steeds groter door bodemdaling in het veengebied en peilverlaging. 

In de bestrijding van de verzilting is het veenweidegebied daarom een sleutelgebied. Peilverhoging in het veengebied en het onder water zetten van diepe veenpolders zijn effectieve maatregelen om het verziltingsproces te vertragen, aldus het onderzoek. “Op de langere termijn wordt het effect toch weer ongedaan gemaakt door de verdergaande zeespiegelstijging, bodemdaling en klimaatverandering. De mate van klimaatverandering (o.a. zeespiegelstijging) is daarom medebepalend voor de snelheid van het verziltingsproces.”

Chemische staat
De chemische staat van het grondwater in Friesland is goed. Toch werden er de nodige chemische stoffen gevonden bij metingen. Zoals sporen van gewasbeschermingsmiddelen (in 17 procent van de grondwatermeetpunten), afbraakproducten van gewasbeschermingsmiddelen (6 procent) en andere milieuvreemde stoffen (13 procent).

De gevonden concentraties bewijzen dat de grondwaterkwaliteit wordt beïnvloed door de mens, maar ze zijn zo laag dat ze geen risico’s vormen voor de volksgezondheid, aldus het onderzoek.

 

MEER INFORMATIE
Grondwateratlas van Fryslân

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Geachte redactie, ik ben verheugd dat eindelijk het besef is dat het klepelbeleid nu ter discussie is gesteld. Ik heb bij waterschap Hollandse delta al jaren als bestuurslid aangedrongen om het klepelen alleen als noodzaak te gebruiken. Ook heb ik div gesprekken gehad met SBB mbt klepelen in de duinen van Ouddorp waarbij de structuur volledig werd vernield. Dit jaar is eindelijk door beherende organisatie alleen maar gemaaid en wel in oktober waar mi de hele natuur in dit duingebied mee is geholpen. Het waterschap heeft nu ook bepaald dat klepelbeleid op de schop moet en in de toekomst alleen maar met maaibeleid mag worden uitgevoerd. Dus goed resultaat waar ik blij mee ben. Dit is natuurbehoud zoals het moet.
@JWBoehmerSommige desinformatie is te simplistisch om op te reageren. Zelfs citeren van een nieuwsbericht blijkt lastig (aanpak van dijken is lang niet altijd verhogen). Instabiliteit en kans op zettingsvloeiing worden ook aangepakt. Daarmee wordt ook de invloed van zee en maan beperkt, maar dan wel op basis van logische en bewezen relaties ipv dubieuze, onwaarschijnlijke en onbewezen hypotheses. Oei, toch gereageerd. Dom van me. Ik kan dit beter negeren.
Het zou me niet verbazen als ze me een keer komen halen omdat ik de verkeerde dingen beweer  - volgens de VLOEK van ZEE en MAAN en Jan Willem Boehmer..auteur Jongedijk Bijv.  op pag 5 over “Het ophogen van dijken (€15mln/km over 800 km vlgs HWBP) vergroot alleen maar het gevaar: Hoe hoger de dijk hoe groter het aantal slachtoffers”. Voor het uitdiepen van vaarwegen (meer Ruimte voor de Rivier) geldt hetzelfde: Hoe groter, (dieper én breder) de badkuip hoe groter het overstromings gevaar en hoe groter ook hierbij het aantal slachtoffers”. Ik vrees dat ik daarmee het gezag erger heb geïrriteerd dan Zwagerman deed met haar verkeerde opmerking over “de kerf”. Ik heb nooit gedacht dat het zou gebeuren: Nou zijn we klaar met je”
Even terug denken in de tijd: waarvoor waren dijken ook al weer uitgevonden? Dat was -vroeger- om ons tegen het water te beschermen. Nu gaan we buitendijks bouwen, dus is de vraag:  is dat water dan weg? Nee, dat moet juist nog komen , en,  als dat echt komt -misschien pas volgende eeuw- dan helpt dat dijkje toch ook niet meer, alle inspanningen van dijkversterkingen ten spijt.
Een goede actie van de UvW. Logisch zou nu ook zijn om een vergelijkbare brief naar de regering te sturen ten aanzien van het verbieden van bestrijdingsmiddelen en te veel aan mest.