In het programma Eems-Dollard 2050 werken overheden, bedrijven en natuurorganisaties samen om de waterkwaliteit te verbeteren, natuurlijke leefgebieden te versterken en de Eems-Dollard voor te bereiden op de gevolgen van klimaatverandering. De doelen moeten bereikt zijn in 2050. Uit de monitoringsrapportage 2021 van dit programma blijkt dat er nog grote stappen gezet moeten worden.
“Maar dat is ook niet verwonderlijk”, zegt Marian van Ark van Eems-Dollard 2050. “Het programma loopt pas zes jaar en is de afgelopen jaren vooral gericht geweest op het verwerven van kennis en het uitvoeren van pilots. Het is nu zaak succesvolle pilots op te schalen en daarbij de opgebouwde kennis in te zetten en verder uit te breiden.”
Om de doelen van het programma te behalen, is het volgens Van Ark nodig om een combinatie van maatregelen in te zetten. “Als we de waterkwaliteit structureel willen verbeteren, dan zullen we moeten baggeren en dit slib gebruiken voor bijvoorbeeld dijkversterking, maar ook laaggelegen land ophogen met slib en moeten werken aan het natuurlijk laten bezinken van het slib.”
Van Ark hoopt dat de schaal van de pilots die binnen het project zijn opgezet, zoals de brede groene dijk en de proef met het ophogen van landbouwgrond, de komende jaren kan worden vergroot. “Als bijvoorbeeld blijkt dat de klei van de brede groene dijk zich goed houdt, kunnen we het concept naar de hele Dollard-dijk uitbreiden.”
Dat geldt ook voor het gebruik van slib om landbouwgronden in de regio op te hogen. Eems-Dollard 2050 laat op dit moment onderzoek doen welke effecten het ophogen van lage grond met slib op grote schaal zou hebben. “We moeten de resultaten nog afwachten, maar we merken in elk geval dat veel agrariërs geïnteresseerd zijn in dit idee. In de regio hebben we te kampen met bodemdaling door gaswinning en veenoxidatie, dus dit zou daar mogelijk een oplossing voor zijn.”
Door het creëren van doorgangen in de dijk, willen Van Ark en haar collega’s meer overgangsgebieden tussen zout water en zoetwater en water en land creëren. “Die natuurlijke leefgebieden zijn de afgelopen decennia geleidelijk aan verdwenen, maar ze zijn zo belangrijk voor de planten en dieren die in een estuarium thuishoren. Deze maatregel levert door de slibinvang ook weer een bijdrage aan het verbeteren van de waterkwaliteit. Bovendien helpt het de omgeving voor te bereiden op de klimaatverandering, want door slib te laten bezinken kunnen laaggelegen kustgebieden langzaam meegroeien met de zeespiegelstijging.”
Al deze projecten en ideeën zijn, zo benadrukt Van Ark, een kwestie van de lange adem. “De waterkwaliteit en de natuur in de Eems-Dollard staan al sinds decennia onder druk. Dat draai je niet in een paar jaar om. Onze stip aan de horizon is het jaar 2050. Daar zijn onze inspanningen op gericht.”