Zorg voor een coherenter en consistenter toelatingsbeleid voor gewasbeschermingsmiddelen en doorbreek de beleidsverkokering bij opkomende stoffen. Dat zijn twee belangrijke punten voor de provincies in verband met de bestuurlijke afspraken over waterkwaliteit.
De provincies verenigd in het Interprovinciaal Overleg (IPO) hebben hierover een position paper gepubliceerd. Zij presenteren hun inzet voor de drie bestuurlijke tafels in het kader van de Delta-aanpak Waterkwaliteit: de brede tafel en de versnellingstafels Landbouw en Stoffen. “Het document geeft weer hoe wij in het waterkwaliteitsvraagstuk staan en is een goede basis voor de verdere samenwerking met andere partijen”, zegt Merijn de Jong, senior adviseur leefomgeving bij het IPO.
De Provinciale Statenverkiezingen in maart en daarna het aantreden van veel nieuwe bestuurders vormden de logische aanleiding voor de herijking van de standpunten, vertelt De Jong. “Dat is uitgemond in de position paper die vorige week door het bestuur van het IPO is vastgesteld. Wij constateren problemen vanuit de praktijk en kaarten de acties aan die in onze ogen noodzakelijk zijn. Overal moet er iets gebeuren.”
Watervriendelijke gewasbescherming
In het document staan drie thema’s centraal: nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen, opkomende stoffen en microplastics, en medicijnresten. Wat betreft gewasbeschermingsmiddelen willen de provincies, als onderdeel van het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW), een coalitie met Rijk, waterschappen en landbouwsector aangaan voor een gewasbescherming die bodem- en watervriendelijk is. Zij pleiten ook voor een coherenter en consistenter toelatingsbeleid.
De provincies signaleren dat de kwaliteit van het grondwater wordt aangetast door diffuse infiltratie van licht verontreinigd water. De Jong licht toe: “Dit komt omdat de toelatingsprocedures niet toereikend zijn en ook niet goed zijn afgestemd op richtlijnen zoals de Kaderrichtlijn Water. Een van de problemen is dat het toelatingsbeleid geen grenzen stelt aan de uitspoeling van het afbraakproduct van een gewasbeschermingsmiddel, als dat humaan-toxicologisch niet relevant is verklaard. Maar het effect kan nog wel ecologisch relevant zijn.”
Versnelling bij agrarisch waterbeheer
Om regionaal de belasting door nutriënten te verminderen, willen de provincies de banden met agrariërs en waterschappen in het kader van het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW) verder aanhalen. De Jong: “De eerste resultaten van de nationale analyse waterkwaliteit druppelen nu binnen. Daaruit blijkt dat er echt een versnelling bij het DAW nodig is om de nutriëntenbelasting afdoende te verminderen. Dit is regionaal en lokaal maatwerk. Hierbij zullen de provincies zorgen voor de integrale aanpak en bijdragen vanuit andere beleidsvelden, zoals bodem, biodiversiteit en landbouw. We vinden het ook belangrijk dat het Rijk versneld gaat inzetten op kringlooplandbouw.”
'Kijk breed naar opkomende stoffen'
De provincies zijn - binnen de Europese en nationale kaders en conform de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht - bevoegd gezag voor de vergunningverlening aan grote(re) bedrijven, als het gaat om de lozingen van stoffen in de lucht en op het water. “De provincies vragen samen met Rijkswaterstaat actief uit naar lozingen van Zeer Zorgwekkende Stoffen”, zegt De Jong. “Wij gaan daarmee door. We vragen het Rijk vooral om eenduidigheid in de begrippen voor de opkomende stoffen. Nu worden vanuit verschillende beleidskokers soms uiteenlopende termen gehanteerd. Ook moet de bestuurlijke aansturing integraler en vooral intercompartementaler. Kijk naar opkomende stoffen niet alleen vanuit het gezichtspunt van water, maar neem aspecten als afval, bodem en lucht meteen mee.”
Brede kennisbasis voor microplastics
De rol van de provincies bij microplastics en medicijnresten is beperkter. Er heerst bij microplastics nog onduidelijkheid over de omvang van de problematiek en de aanknopingspunten voor een doelmatige aanpak, wordt in de position paper opgemerkt. De aanbeveling is om te zorgen voor een brede kennisbasis.
De provincies vinden dat waterschappen in verband met medicijnresten op termijn de hotspot-rioolwaterzuiveringsinstallaties moeten aanpassen. De Jong beseft dat dit een dure aangelegenheid is. “Daarom is er een gesprek nodig over hoe de aanpassing van rwzi’s op de lange termijn kan worden gefinancierd. Bijvoorbeeld door waterschappen meer ruimte te geven voor inkomsten uit energielevering en mestverwerking.”
Goede basis voor afspraken
Betekent dit alles dat de provincies hun inspanningen voor waterkwaliteit intensiveren? “Wij doen al veel”, vindt De Jong. “Maar provincies moeten net als andere overheden, bedrijfsleven en landbouw wel meer doen om de waterkwaliteit te verbeteren in verband met de deadline van 2027 van de Kaderrichtlijn Water.” Volgens De Jong is de position paper een goede basis om afspraken met elkaar te maken. “Blijkens de eerste reacties vinden onze partners dat er een goede balans zit tussen wat provincies zelf doen en wat zij van andere partijen vragen.”
MEER INFORMATIE
IPO Position paper waterkwaliteit
Bericht IPO over de standpuntbepaling