Binnen de regiodeal Bodemdaling Groene Hart worden sinds 2019 pogingen ondernomen de kennis over bodemdaling te vergroten. Zowel vakinhoudelijk als bij het grote publiek. Om te ontdekken hoe effectief die pogingen zijn geweest, wordt nu onderzoek gedaan.
“Twee jaar geleden hebben we een nulmeting gedaan”, vertelt Martine van Dijk, vanuit de gemeente Woerden betrokken bij de regiodeal Bodemdaling Groene Hart. Nu zijn we heel erg benieuwd of de kennis over bodemdaling bij de verschillende doelgroepen is gestegen.”
Dat onderzoek heeft de vorm van een vragenlijst, uitgezet onder inwoners, bedrijven, agrariërs, overheden en terreinbeheerders. In de enquête, die voorlopig nog geopend zal zijn, worden vragen gesteld als ‘Heeft u weleens gehoord van bodemdaling?’ en ‘In welke mate wordt bodemdaling volgens u veroorzaakt door natuurlijke processen?’ Ook wordt deelnemers gevraagd te reageren op stellingen als ‘Bodemdaling heeft invloed op mijn dagelijks leven.’
Belangrijke doelstelling van de regiodeal Bodemdaling Groene Hart is dat het handelingsperspectief van alle betrokkenen, dus inwoners, agrariërs, bedrijven, terreinbeheerders en overheden, wordt vergroot. “Enkele vragen en stellingen gaan dan ook precies daarover: weten de deelnemers nu meer dan eerst over wat ze zelf kunnen doen om bodemdaling tegen te gaan?”
Vanuit de regiodeal zijn de afgelopen jaren diverse projecten geïnitieerd om het kennisniveau en het handelingsperspectief te doen groeien. “Er is veel onderzoek gedaan, bijvoorbeeld naar manieren om wegen op te hogen, en we hebben veel gedaan om het onderwerp bodemdaling onder de aandacht te brengen.”
Daarbij doelt Van Dijk op het recent geopende kenniscentrum Bodemdaling en Gouda en bijvoorbeeld op de mobiele expositie die de afgelopen twee jaar op verschillende plekken in het Groene Hart te bezoeken was. “Het kenniscentrum is net open en daar hebben we dus nog geen cijfers van. De mobiele expositie is met grote interesse ontvangen, kreeg veel aandacht en heeft veel mensen bereikt. Hopelijk zien we het effect daarvan terug in de antwoorden op de vragenlijst.”