secundair logo knw 1

De waterkrachtcentrale bij de stuw van Linne in de Maas I foto: Havang / Wikimedia Commons

Elektriciteit uit water kan voorzien in ruim 10 procent van de landelijke elektriciteitsvraag in 2050. Op de korte termijn bieden zonnepanelen op meren, waterkracht bij stuwen en flexibiliteit door slim malen de grootste kansen.

Dit blijkt uit onderzoek dat advies- en ingenieursbureau Witteveen+Bos en onderzoeksbureau CE Delft hebben uitgevoerd in opdracht van het kenniscentrum STOWA, Rijkswaterstaat en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Zij hebben naar de mogelijke bijdrage van elektriciteit uit water gekeken in verband met de energietransitie: in het Klimaatakkoord is afgesproken dat in 2030 70 procent en in 2050 100 procent van de elektriciteit uit duurzame bronnen wordt opgewekt. Het onderzoeksrapport Perspectieven elektriciteit uit water is een voorzet voor de routekaart Elektrische energie uit water, die minister Eric Wiebes van Economische Zaken en Klimaat op verzoek van de Tweede Kamer heeft toegezegd.

De onderzoekers stellen vast dat in 2050 ruim 10 procent van de Nederlandse vraag naar elektriciteit kan worden gehaald uit water. De elektriciteit wordt opgewekt uit potentiële energie die aanwezig is in het water (bijvoorbeeld mechanische energie uit stroming of osmotische druk door zoet-zoutverschillen) of met behulp van de ruimte van het watersysteem, zoals zonne-energie op oppervlaktewater. In het onderzoek is gekeken naar zowel technieken die een bijdrage leveren aan de duurzame opwekcapaciteit als technieken die bijdragen aan flexibilisering, energieopslag en conversie.

Bijdrage eerst relatief bescheiden
De bijdrage van elektriciteit uit water is volgens de onderzoekers tot 2030 relatief bescheiden maar wel relevant. Vier technieken zijn voldoende marktrijp en betaalbaar en kunnen daarom direct worden ingezet. Het gaat om:
• fotovoltaïsche zonne-energie (zon-PV) op meren;
• waterkracht bij stuwen bij grote rivieren;
• waterkracht bij stuwen bij beken en waterlopen;
• flexibiliteit door slim malen.

Deze technieken kunnen samen tot 2030 zorgen voor een maatschappelijk winbaar potentieel van 7,4 petajoule per jaar, ongeveer 2 procent van de landelijke elektriciteitsvraag. Bij alleen zon-PV op meren wordt gerekend op jaarlijks 6,4 petajoule.

Veel technieken nog niet marktrijp
De andere genoemde technieken zijn interessant maar voorlopig niet toepasbaar. Zes technieken hebben samen een technisch potentieel van 37 petajoule per jaar (circa 9 procent van de landelijke behoefte aan elektriciteit). Daarvoor moeten zij echter nog eerst een ontwikkeling wat betreft techniek en/of prijs doormaken. Deze technieken zijn:
• energie uit zoet-zout verschillen;
• getijdenenergie met verval bij waterkeringen;
• getijdenenergie met stroming;
• golfenergie;
• zon-PV op zee;
• flexibiliteit door conversie naar groene waterstof.

In het rapport wordt opgemerkt dat getijdenenergie dichter bij economische haalbaarheid is dan de rest. Door het verder opschalen van pilots kan getijdenenergie al in 2030 een noemenswaardige bijdrage leveren.

De onderzoekers wijzen verder op twee technieken die betaalbaar en technisch maakbaar zijn, als zij op zeer grote schaal worden uitgevoerd: getijdenenergie met lange strekdammen in zee (dynamic tidal power ofwel DTP) en energieopslag in een valmeer. De potentie van getijdenenergie met DTP is van alle technieken verreweg het grootst: 220 petajoule per jaar of ongeveer 55 procent van de landelijke elektriciteitsvraag. Beide technieken zijn echter ruimtelijk en ecologisch lastig inpasbaar. Daarvoor moeten eerst oplossingen worden bedacht.

Tabel met potentie van techniekenTabel met de potentie van de bekeken technieken. TRL staat voor 'technology readiness level'. (Bron: rapport Perspectieven elektriciteit uit water)

Goed voor doel van energieneutraliteit
De onderzoekers van Witteveen+Bos en CE Delft hebben ook gekeken naar wie wat kan doen. Elektriciteit uit water kan een bijdrage leveren aan de Regionale Energiestrategieën, die de dertig energieregio’s gaan opstellen. Waterschappen kunnen marktrijpe technieken onder meer inzetten voor het halen van hun doel om energieneutraal te worden. Alle waterschappen zijn in staat om flexibiliteit door slim malen toe te passen. Waterschappen die uitmalen op zee, kunnen starten met pilots voor energie uit zoet-zout verschillen.

Rijkswaterstaat kan de ontwikkeling van elektriciteit uit water faciliteren en stimuleren, bijvoorbeeld door als ‘launching customer’ voor nieuwe technieken op te treden en vergunningen te verlenen aan partijen die hiermee bezig zijn. De conversie naar groene waterstof is voor drinkwaterbedrijven interessant, omdat hiervoor zuiver water nodig is.

In het rapport wordt erop gewezen dat elektriciteit uit water weliswaar meestal duurzaam is, maar vaak ook negatieve effecten op het milieu heeft. Daarom is altijd een belangenafweging nodig. De landelijke overheid kan vergunningverleners hierbij helpen door duidelijke keuzes te maken over de meest kansrijke technieken.

 

MEER INFORMATIE
Rapport Perspectieven elektriciteit uit water
Witteveen+Bos over het onderzoek
Grotere opgave waterschappen door Klimaatakkoord
Wereldwijd forse groei bij hernieuwbare energie

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Natuurlijk goed/winst dat bomenstructuur behouden blijft maar het blijft doodzonde een onnodig als de populieren gekapt worden. De oudere populieren kunnen prima nog wel 100 jaar behouden blijven mbv toepassing van een speciale snoeimethode. Stichting Het Wantij te Dordrecht heeft in de gemeente Dordrecht de snoeimethode van bureau Storix voor Bomen en Landschapsbeheer weten te introduceren. Daartoe heeft de Stichting een rapport laten maken waarin de essentie van deze methode wordt beschreven. (Er moest wel wat weerstand worden overwonnen maar de weg naar grootschalige kap van populieren in de toekomst volgens het zgn "populieren protocol" is van de baan). 
Dat was het begin van meerdere projecten in Dordrecht. Onlangs zijn nog populieren van zo,n 125 jaar oud gesnoeid om duurzaam te behouden die langs het riviertje het Wantij staan. De eerder voorgenomen kap van vele andere, 80 jaar oude bomen, werd voorkomen. Vorig jaar werd een artikel geplaatst in Trouw waarop reacties zijn gekomen uit meerdere steden.
Inmiddels zijn bewoners uit Den Haag, Rotterdam en Amsterdam zich in gaan zetten voor behoud populieren in hun omgeving.  Op het blog   https://blog.hetwantij.com/ vindt u meer via zoekfunctie "populieren".
Het blog wordt binnenkort geactualiseerd met de nieuwe informatie en rapporten. Graag zien we dat ook deze populieren langs de Maas een kans krijgen duurzaam oud te worden!
Secretaris Cor Goosen 
10.000.000 kilo zout per schutting? Klopt dat wel?
Wat voor de Waddenzee geldt evenzeer voor de wateren in de Zuidwestelijke Delta. Er is dingend behoefte aan zoet water en sediment/ slib om de dynamiek daar terug te brengen. En zo met klimaatverandering te kunnen omgaan. 
Op zo'n manier kan je wel stoppen met beleid maken en gaan we echt overal 'verstandig' bouwen.