Van de microplastics in het rioolwater wordt 76 tot 99 procent verwijderd tijdens de zuivering in de rioolwaterzuiveringsinstallatie. Het merendeel van de microplastics wordt verwijderd in de voorbezinking. Een groot deel van de overige microplastics wordt ingevangen in het actief slib. Een nageschakelde zandfilter heeft nauwelijks tot geen effect.
Dit blijkt uit onderzoek dat in opdracht van STOWA is uitgevoerd naar de verwijdering van microplastics in rioolwaterzuivering. De centrale vraag in het onderzoek was: hoe en hoeveel worden microplastics in de rwzi verwijderd en kan dit verbeterd worden door toepassing van een nageschakeld zandfilter?
Als microplastics in het milieu terecht komen kunnen ze zeer schadelijke gevolgen hebben. Zo kunnen ze drager zijn voor verspreiding van pathogenen, maar kunnen ook ontstekingsreacties veroorzaken bij inname. Blootstelling aan de chemische stoffen uit microplastics kunnen het metabolisme van bacteriën en cellen beïnvloeden en imuuncellen kunnen afsterven als ze microplastics hebben aangevallen in het lichaam.
Rioolwater
In het rioolwater zitten veel microplastics. Deze zijn afkomstig van onder andere kledingvezels, bandenslijpsel, en schuur- en scrubmiddelen in verzorgingsproducten.
Verwijdering in de rwzi’s is dus belangrijk om te voorkomen dat de plastics in het oppervlaktewater terecht komen. Met een totaal verwijderingsrendement van 76-97 procent, verwijdert de rwzi een groot deel van de (meetbare) microplastics. Maar zelfs met een hoog rendement en relatief lage plastic concentraties in het effluent, is de lozing van aantallen microplastics door rwzi’s nog behoorlijk door de grote hoeveelheid afvalwater die dagelijks behandeld wordt in Nederland, aldus het onderzoek.
Maatregelen om tot (nog) betere zuivering te komen zijn duur (membraantechnologie), nog niet voorhanden of voldoen niet (zandfilter). “Het lijkt voor de hand liggend om de verwijdering met het primair en spuislib te verbeteren en eventueel te kijken naar maatregelen in de retourwaterstromen”, schrijven de onderzoekers.
Ze wijzen er ook op dat microplastics in het afvalwater ook in het milieu komen door foutieve aansluitingen of door riooloverstort. Daarom is het essentieel, aldus de onderzoekers, om ook naar andere aspecten te kijken om de emissie van microplastics terug te dringen.
Meetcampagnes
Voor het onderzoek is een uitgebreide literatuurstudie gedaan en zijn er twee meetcampagnes uitgevoerd op de rwzi’s Leiden-Noord en Soerendonk. De resultaten van de studie van internationale literatuur bleken lastig te vergelijken, mede door het gebrek aan een eenduidig meetprotocol, schrijven de onderzoekers. “Pas wanneer de analysetechnieken verbeterd en geüniformeerd zijn, kan meer inzicht verkregen worden in de exacte mechanismen en verbetering van microplasticsverwijdering.”
In dit onderzoek zijn monsters genomen op verschillende plaatsen in de zuivering. De slibmonsters gaven geen eenduidige resultaten en er kon er geen sluitende massabalans gemaakt worden. Wel kan geconcludeerd worden dat het merendeel van de microplastics verwijderd wordt in de voorbezinking. Een groot deel van de overige microplastics werd ingevangen in het actief slib.
In de tweede meetcampagne zijn twee verschillende zandfilters onderzocht op het verwijderingspotentieel voor microplastics. Het filter blijkt van weinig toegevoegde waarde.
MEER INFORMATIE
Onderzoek naar verwijdering microplastics uit rioolwater