Het Zoet Zout Knooppunt, een samenwerkingsverband bedoeld als kennisnetwerk over verziltingsvraagstukken, is opgevolgd door SALTA. In dit kenniscluster zijn meer dan 40 partners vertegenwoordigd en het heeft als doel om te werken aan het vraagstuk van verzilting en zoetwatervoorziening van de Nederlandse kust.
“Er is in Nederland al ongelofelijk veel fragmentarische kennis op het gebied van verzilting”, vertelt Peter Prins, directeur van SALTA, voluit de Stichting Kenniscluster voor Verziltingsvraagstukken in Delta’s. “Tegelijkertijd leven er ook nog heel veel vragen. Met SALTA willen we de kennisvragen op een rij zetten en zo komen tot een samenhangende kennisagenda.” De focus van SALTA is op het handelingsperspectief in de praktijk: voor boeren en tuinders, waterbeheerders en ook de natuurorganisaties.
Het Zoet Zout Knooppunt was een samenwerkingsverband tussen de provincies Zeeland, Noord-Holland, Groningen en Friesland met inliggende waterschappen. SALTA krijgt ondersteuning van de provincie Friesland, al onderstreept Prins dat het kenniscluster landelijk actief is. “Daarom bekijken we ook met de verantwoordelijke ministeries of we niet kunnen komen tot een landelijk actieplan verziting. Maar mede dankzij de ondersteuning van de provincie konden we in elk geval van start gaan en zijn we ervan verzekerd dat we de komende vier jaar ons werk kunnen doen.”
De afgelopen maanden gebruikten Prins en zijn collega’s voor een serie bijeenkomsten in de 6 kustprovincies onder de noemer ‘SALTA on tour’. “We hebben een rondje Nederland gemaakt. Dat was een manier om ons voor te stellen, maar ook om kennis op te halen. Daar werd mij wel duidelijk dat er bijvoorbeeld veel wetenschappelijk onderzoek is gedaan naar oplossingen voor agrariërs, maar dat er nog weinig bekend is over de economische kant. Terwijl het voor agrariërs natuurlijk ook belangrijk is om te weten wat het kost als je bijvoorbeeld praat over ondergrondse wateropslag.” Van 26 tot en 28 november gaat SALTA weer on tour.
Naast subsidie van de provincie Friesland weet SALTA zich ook verzekerd van de steun van zogeheten Founding Partners. “Kennisinstellingen als Deltares, maar ook universiteiten en hogescholen zijn als partners aan ons verbonden. Maar bijvoorbeeld ook LTO Noord, zodat de boerenstand vertegenwoordigd is. We proberen de relevante kennis op het gebied van water, landbouw en natuur ons te koppelen. Daarom nodigen we waterschappen ook nadrukkelijk uit om zich bij ons aan te sluiten.”
Dat doet SALTA ook om wetenschappelijke inzichten te toetsen in de praktijk. Prins: “Waterschappen hanteren verschillende normen voor zoutgehalte in het water. Dat is niet handig. De kritische zoutwaarden hangen namelijk ook af van de bodem, het gewas en het seizoen. Dat gaan we bijvoorbeeld onderzoeken in op een proeflocatie.”
In Living Labs in het Waddengebied wil SALTA onderzoeken hoe agrariërs invulling kunnen geven aan aanpassingsstrategieën. “Wij zeggen mitigatie waar het kan, adaptatie waar het moet. We verkeren in Nederland in de gelukkige omstandigheid dat we een neerslagoverschot hebben. Dat water moeten we alleen wel beter of in elk geval anders benutten. Daar willen wij een bijdrage aan leveren.”