Hoe toekomstbestendig is het beleid voor wateropgaven in de verkiezingsprogramma’s? Dat is door Water Natuurlijk in het WaterRad uitgezocht aan de hand van uitgangspunten over onder meer ‘water en bodem sturend’, waterkwaliteit en natuurherstel. Slechts vijf politieke partijen scoren goed, met D66 voorop. Bij tien partijen is het oordeel matig of onder de maat, met Forum voor Democratie en de PVV als rode lantaarndragers.
Het doel van het WaterRad 2023 is om Nederlanders ervan bewust te maken hoe groot het belang van een toekomstbestendig waterbeleid is. “Dat geldt uiteraard ook voor leden van de Tweede Kamer”, zegt Astrid Weij, landelijk bestuurslid van waterschapspartij Water Natuurlijk. “Je hoeft op het ogenblik alleen maar naar buiten te kijken om te beseffen dat water van levensbelang is voor ons land en de wereld. Het is daarom bijna verontrustend hoe weinig aandacht veel partijen in hun verkiezingsprogramma’s besteden aan het waterbeleid.”
Weij was aanwezig bij het verkiezingsdebat dat de Unie van Waterschappen en Vewin op 6 november in Den Haag organiseerden. Hieraan deden Kamerleden van acht politieke partijen mee. “Het viel me op dat zij voornamelijk in het hier en nu spraken. Ik miste de blik op de toekomst. Terwijl dat voor waterschappen wel erg belangrijk is en ook de deltacommissaris hierop de nadruk legt.”
Meetlat van zeven uitgangspunten
Na de val van het kabinet in de zomer formuleerde Water Natuurlijk zeven uitgangspunten voor de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november, gebaseerd op de eigen standpunten. Deze gaan onder meer over de focus op ‘water en bodem sturend’, het principe ‘de vervuiler betaalt, de vergroener krijgt steun’ en de inzet voor een goede waterkwaliteit.
“We hebben ons beperkt tot de voor ons belangrijkste punten”, licht Weij toe. “Hierop hebben we de politieke partijen geattendeerd en hen verzocht er iets mee te doen in het verkiezingsprogramma. Gezien de uitkomsten van het WaterRad heeft niet iedereen dat ter harte genomen.”
De verkiezingsprogramma’s van vijftien partijen zijn langs de meetlat van de zeven punten gelegd. “Wij hebben met een groep mensen de programma’s geanalyseerd en ook cross-referenties met elkaar gedaan voor een betere validering van de resultaten. De partijen kregen de gelegenheid om te reageren op de resultaten. Drie partijen hebben dat ook gedaan.”
Honderd procent score voor D66
Voor elke partij is een totaalscore bepaald, met daarbij een toelichting (zie grafische weergave). D66 scoort 100 procent wat wordt gezien als een bewijs van een sterke focus op water- en natuurbeheer met als kern ‘water en bodem sturend’. Ook GroenLinks-PvdA (94 procent), Volt (80), ChristenUnie (77) en Partij voor de Dieren (69) doen het goed.
Daarna volgt er een gat naar het CDA (46 procent) en de VVD (40 procent). Nieuwkomer en momenteel tweede in de peilingen Nieuw Sociaal Contract haalt 27 procent. De partij valt onder andere positief op door een integrale benadering (kijken naar meer dan stikstof alleen), maar minpunten zijn dat ‘de vervuiler betaalt’ stelliger mag en er meer aandacht voor waterkwaliteit nodig is.
FvD en PVV gedeeld laatste
De onderste plaatsen worden ingenomen door JA21 (17 procent), Forum voor Democratie en de PVV (beide 9 procent). FvD ontkent volgens de toelichting de ernst van klimaatontwikkeling en heeft geen aandacht voor waterkwaliteit en biodiversiteit. De PVV benadert het thema water vanuit de economische bestaanszekerheid van de bevolking. In het verkiezingsprogramma ontbreken bijvoorbeeld specifieke maatregelen om de waterkwaliteit te verbeteren.
Weij vindt het verontrustend dat maar van vijf partijen het waterbeleid toekomstbestendig is. “Er is in ieder geval ruimte voor verbetering.” Dat politieke geestverwanten van Water Natuurlijk zoals D66 en GroenLinks-PvdA hoge percentages behalen, komt niet als een verrassing. “Het is erg fijn voor ons om te zien dat een partij volledig scoort en een aantal andere er snel achteraan komt. Ik vind het ook mooi dat de Tweede Kamerfracties van D66 en toen nog GroenLinks de afgelopen jaren nauw met elkaar zijn opgetrokken bij waterthema’s.”
Water Natuurlijk heeft de resultaten van het WaterRad afgelopen maandag (13 november) naar buiten gebracht. Het is niet echt opgepikt door media, vertelt Weij. “In het politieke geweld dat nu op een heleboel terreinen te zien is, wordt water kennelijk niet als prioriteit beschouwd. Dat betreuren we.”
Toelichting
Weergave van de totaalscores van vijftien politieke partijen (bron: WaterRad 2023 / Water Natuurlijk). Hun verkiezingsprogramma’s zijn beoordeeld aan de hand van zeven uitgangspunten, de ‘taartpunten’. Vanaf het taartpunt rechts bovenaan met de klok mee:
1. Goede waterkwaliteit: het kan!
2. Van afvoer naar vasthouden: aanpak droogte, het moet!
3. Naar resultaatsverplichting bij natuurherstel: inspanningsverplichting geeft te weinig resultaat.
4. Alle zetels verkiesbaar in waterschap: geborgde zetels overbodig in het bestuur.
5. Kostenveroorzaker betaalt: vervuiler én gebruiker betalen.
6. Gelijk speelveld voor alle politieke partijen: invoering van Wet politieke partijen (inclusief subsidie voor politieke partijen die geen deel uitmaken van de nationale overheid maar de democratische belangen van inwoners behartigen in provincies, gemeenten en waterschappen).
7. Water en bodem sturend bij ruimtelijke ordening: niet alles is overal mogelijk!
OXFAM NOVIB: CODE ORANJE VOOR KLIMAAT
Ook Oxfam Novib heeft de verkiezingsprogramma’s geanalyseerd op een aantal thema’s, waaronder klimaat. De ngo voor ontwikkelingssamenwerking heeft bij dit thema gekeken of politieke partijen broeikasgasemissies voldoende terugdringen in lijn met VN-afspraken. Ook is onderzocht of internationale klimaatfinanciering en het afbouwen van fossiele subsidies zijn opgenomen.
GroenLinks-PvdA, D66, PvdD, CU, Volt en BIJ1 worden als ‘goed’ beoordeeld, terwijl VVD, NSC, CDA, SP en DENK ‘matig’ scoren. Bij zes partijen is het oordeel ‘slecht’: PVV, BBB, FVD, SGP, JA21 en BvNL. Volgens Oxfam Novib is sprake van code oranje voor het klimaat. De meerderheid van de grootste partijen in de peilingen (VVD, NSC en BBB) wil het klimaatbeleid verder afzwakken, terwijl de PVV het zelfs helemaal wil stopzetten.