Huishoudens gaan komend jaar gemiddeld tussen de 2,3 tot 2,7 procent meer aan waterschapsbelasting betalen. Dat is ongeveer 1 procent boven de inflatie. Ook voor ondernemers en beheerders van natuurterreinen blijft de belastingstijging binnen de perken.
Dit blijkt uit de prognose die de Unie van Waterschappen heeft gemaakt op basis van de voorstellen van de 21 waterschappen voor hun belastingtarieven in 2021. De waterschapsbesturen nemen hierover deze of volgende maand een beslissing.
De bedoeling is alvast de ontwikkeling van de waterschapsbelastingen te laten zien, vertelt Saskia van Amerongen van de Unie van Waterschappen. “Omdat het gaat om voorlopige cijfers, is het nog te vroeg voor een echte duiding. Als rond 1 maart de belastingaanslagen bij mensen op de mat vallen, komen we met een uitgebreide toelichting op de definitieve tarieven.”
Ongeveer 1 procent boven inflatie
De gemiddelde toename van de waterschapsbelastingen is in 2021 voor alle groepen ongeveer hetzelfde (zie tabel): tussen 2,3 en 2,9 procent. Ter vergelijking, het Centraal Planbureau voorspelt voor volgend jaar een inflatie van 1,4 procent. De verwachte lastenstijging ligt hier ongeveer 1 procent boven. In totaal brengen waterschappen ruwweg 3 miljard euro aan belastinggeld in rekening.
De verhoging van de belastingtarieven hangt samen met de uitdagingen op het gebied van waterveiligheid, waterkwaliteit en klimaatverandering. Daarom moeten waterschappen meer investeren, zegt Toine Poppelaars, portefeuillehouder financiën in het bestuur van de Unie van Waterschappen, op de eigen site. “Momenteel ruim 1,7 miljard euro per jaar. Hiermee zorgen de waterschappen voor veilige dijken, schoon water en het voorbereid zijn op wateroverlast en droogte. Ook geven we een impuls aan de waterbouw in Nederland en dragen we eraan bij om groen uit de coronacrisis te komen.”
Volgens Poppelaars houden de waterschappen de kosten zo laag mogelijk, en daarmee ook de lastenstijgingen. “Zeker in deze onzekere tijden voor onze inwoners en bedrijven is dat erg belangrijk. Dat doen we door te innoveren en samen te werken met andere partijen. En door binnen onze organisaties steeds te kijken of het werk slimmer en goedkoper kan. Dat er toch sprake is van een beperkte lastenstijging, komt door de grote uitdagingen waarvoor het waterbeheer momenteel staat.”
Ontwikkeling vergelijkbaar met laatste jaren
Een gezin met een eigen woning van 250.000 euro betaalt komend jaar gemiddeld 355 euro aan waterschapsbelasting, een toename met 9 euro ofwel 2,6 procent. Deze stijging komt redelijk overeen met die van de afgelopen jaren. Van Amerongen wijst wel op een aanpassing. “Omdat de huizenprijzen stijgen, zijn we bij onze prognose nu uitgegaan van een woningwaarde van 2,5 ton in plaats van 2 ton. Dat maakt het lastig om de cijfers voor huishoudens in 2021 te vergelijken met vergelijkbare cijfers in vorige publicaties van ons.”
Bij de gepresenteerde bedragen en percentages gaat het om gemiddelden. De hoogte en toename van de belastingtarieven verschillen aanzienlijk tussen waterschappen, onder meer omdat de gebieden anders zijn. Er waren in 2020 veel uitschieters, zegt Van Amerongen. “De stijging van de waterschapsbelastingen voor gezinnen met een eigen huis varieerde toen tussen 0 en 11 procent. In 2021 lijken de verschillen tussen de waterschappen kleiner te worden.”
MEER INFORMATIE
Bericht van Unie van Waterschappen
H2O-bericht: waterschapsbelastingen in 2020
H2O-bericht: voorstel nieuw belastingstelsel