secundair logo knw 1

De onzekerheid bij regionale weersverwachtingen speelt waterschappen parten I foto: Pixabay

Waterschappen zijn organisatorisch over het algemeen goed in staat om adequaat bij wateroverlast na neerslag op te treden. Er zijn wel verbeterpunten zoals de beperkte bezetting tijdens calamiteiten en de soms ontoereikende informatievoorziening.

Dit beeld komt naar voren uit eigen evaluaties van waterschappen van gebeurtenissen van wateroverlast van de afgelopen tien jaar. In opdracht van kenniscentrum STOWA zijn 57 evaluaties geanalyseerd door de adviesbureaus Tauw en ORG-ID. Belangrijkste conclusie: waterschappen zijn goed georganiseerd om met extreme situaties om te kunnen gaan.

In het rapport Leren van wateroverlast wordt dit toegelicht: “De waterschappen handelen adequaat als er wateroverlast dreigt. Zowel bij de individuele waterschappen als in de samenwerking tussen de waterschappen zijn actuele protocollen en draaiboeken beschikbaar om calamiteiten het hoofd te bieden. Uit de evaluaties blijkt dat de Nederlandse watersystemen op dit moment aan de norm voldoen. Hierdoor wordt de situatie alleen echt penibel bij een neerslag groter dan 80 millimeter per 24 uur. Dat was bijvoorbeeld in 2010 in Oost-Nederland en in 2013 in West-Nederland het geval.”

Een sterk punt is dat de cultuur binnen waterschappen het aanpakken van een crisis bevordert. Medewerkers hebben een enorme drive om een situatie van wateroverlast te beheersen en de gevolgen tot een minimum te beperken. Het draagt bij aan goede aanpak wanneer de dijkgraaf gemakkelijk benaderbaar is. Dat is niet bij elk waterschap het geval.

Calamiteitenorganisatie punt van zorg
Volgens de analyse zijn er verbeteringen mogelijk bij de organisatie, communicatie en kennis van het watersysteem. Zo staat de tijdige en juiste informatievoorziening tijdens calamiteiten onder druk, zowel binnen het waterschap als in de samenwerking in de veiligheidsregio’s. Met goede afspraken en adequate communicatie kunnen onnodige vertragingen in de crisisbeheersing worden voorkomen. “Het komt tijdens crisisbeheersing aan op de kwaliteit van de relatie tussen waterschappen en andere overheden. Versterk deze kwaliteit door te bespreken hoe verschillende watersystemen met elkaar interacteren en waar dus mogelijke afhankelijkheden tussen partners bestaan”, aldus het rapport.

Een ander punt van zorg is dat het lastig kan zijn om personeel op tijd en langdurig in te zetten. Er is bij een wateroverlastsituatie een grote afhankelijkheid van een aantal sleutelpersonen. De mogelijkheden van waterschappen om de calamiteitenorganisatie goed bezet te houden zijn beperkt of al onder een kritische grens zijn gedaald. Tauw en ORG-ID bevelen aan om te zorgen voor voldoende personeel en financiële armslag en daarbij aandacht te besteden aan personele bezetting, behoud van gebiedskennis, ervaringsexperts en noodmateriaal.

Kwetsbaarheid bij opschaling
Het enige criterium dat waterschappen hebben om vooraf op te schalen, is de regionale weersverwachting. Dit maakt hen kwetsbaar want regionaal extreem weer is lastig, zo niet onmogelijk te voorspellen. De gemeten hoeveelheid neerslag was regelmatig twee à drie keer zo groot als verwacht. Onzekerheid in de regionale weersverwachtingen kan volgens het rapport leiden tot foutief handelen en communiceren. “In een aantal gevallen is er op basis van weersverwachtingen te laat opgeschaald en zijn er onterecht geen maatregelen genomen. In enkele gevallen zijn onterecht wel maatregelen genomen die niet nodig bleken.”

Er wordt aanbevolen dat calamiteitenorganisaties toegang hebben tot goede weerkundige informatie en getraind zijn in het interpreteren van de beschikbare informatie en het omgaan met onzekerheid en foutenmarges. Waterschappen moeten goede afspraken maken met meteodiensten over aard, tijdshorizon, frequentie en kwaliteit van verstrekte informatie, afhankelijk van de fase van opschaling. Ook wordt geadviseerd dat de waterschappen gezamenlijk onderzoek doen naar de relatie tussen weersverwachting en maatregelen. STOWA is betrokken bij een project van het KNMI om regionale verwachtingen te verbeteren.

 

MEER INFORMATIE
STOWA over de analyse
Publicatie Leren van wateroverlast 

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Geachte redactie, ik ben verheugd dat eindelijk het besef is dat het klepelbeleid nu ter discussie is gesteld. Ik heb bij waterschap Hollandse delta al jaren als bestuurslid aangedrongen om het klepelen alleen als noodzaak te gebruiken. Ook heb ik div gesprekken gehad met SBB mbt klepelen in de duinen van Ouddorp waarbij de structuur volledig werd vernield. Dit jaar is eindelijk door beherende organisatie alleen maar gemaaid en wel in oktober waar mi de hele natuur in dit duingebied mee is geholpen. Het waterschap heeft nu ook bepaald dat klepelbeleid op de schop moet en in de toekomst alleen maar met maaibeleid mag worden uitgevoerd. Dus goed resultaat waar ik blij mee ben. Dit is natuurbehoud zoals het moet.
@JWBoehmerSommige desinformatie is te simplistisch om op te reageren. Zelfs citeren van een nieuwsbericht blijkt lastig (aanpak van dijken is lang niet altijd verhogen). Instabiliteit en kans op zettingsvloeiing worden ook aangepakt. Daarmee wordt ook de invloed van zee en maan beperkt, maar dan wel op basis van logische en bewezen relaties ipv dubieuze, onwaarschijnlijke en onbewezen hypotheses. Oei, toch gereageerd. Dom van me. Ik kan dit beter negeren.
Het zou me niet verbazen als ze me een keer komen halen omdat ik de verkeerde dingen beweer  - volgens de VLOEK van ZEE en MAAN en Jan Willem Boehmer..auteur Jongedijk Bijv.  op pag 5 over “Het ophogen van dijken (€15mln/km over 800 km vlgs HWBP) vergroot alleen maar het gevaar: Hoe hoger de dijk hoe groter het aantal slachtoffers”. Voor het uitdiepen van vaarwegen (meer Ruimte voor de Rivier) geldt hetzelfde: Hoe groter, (dieper én breder) de badkuip hoe groter het overstromings gevaar en hoe groter ook hierbij het aantal slachtoffers”. Ik vrees dat ik daarmee het gezag erger heb geïrriteerd dan Zwagerman deed met haar verkeerde opmerking over “de kerf”. Ik heb nooit gedacht dat het zou gebeuren: Nou zijn we klaar met je”
Even terug denken in de tijd: waarvoor waren dijken ook al weer uitgevonden? Dat was -vroeger- om ons tegen het water te beschermen. Nu gaan we buitendijks bouwen, dus is de vraag:  is dat water dan weg? Nee, dat moet juist nog komen , en,  als dat echt komt -misschien pas volgende eeuw- dan helpt dat dijkje toch ook niet meer, alle inspanningen van dijkversterkingen ten spijt.
Een goede actie van de UvW. Logisch zou nu ook zijn om een vergelijkbare brief naar de regering te sturen ten aanzien van het verbieden van bestrijdingsmiddelen en te veel aan mest.