Vechtstromen heeft het startsein gegeven voor de tweede fase van de energiefabriek in Hengelo. De nieuwe stap moet tot een grotere energieopbrengst leiden. Het waterschap verwacht vanaf 2020 jaarlijks 16 miljoen kWh elektriciteit te produceren, waarmee naast de eigen zuiveringsinstallatie nog eens 3.500 huishoudens van stroom kunnen worden voorzien.
Watergraaf Stefan Kuks en dagelijks bestuurslid Jan van Hoek markeerden afgelopen donderdag de start van de tweede fase met de onthulling van een spandoek op de rwzi in Hengelo. Daarop staat: ‘Hier maken we binnenkort energie voor 3500 huishoudens’. Het doek wordt opgehangen aan het hekwerk aan de straatkant, zodat de inwoners van Hengelo kunnen zien dat de rwzi niet alleen afvalwater zuivert, maar ook energie produceert.
Met de tweede fase zet het waterschap de finale stap in de vervolmaking van het proces dat in 2014 begon. De eerste fase stond in het teken van de implementatie van thermische drukhydrolyse (TDH) en beheersing van het complexe proces dat in Noorwegen is ontwikkeld. De tweede fase behelst opschaling.
Centralisatie
Het waterschap gaat het slib van nagenoeg al zijn rwzi’s in Hengelo verwerken. Alleen het slib van de zuiveringen in Coevorden, Sleen en Emmen gaat niet naar Hengelo. Centralisatie van slibvergisting en -ontwatering is een van de vernieuwingen waarop het nieuwe zuiveringsconcept van het waterschap is gebaseerd.
Het aangevoerde slib wordt in de TDH-reactor ‘gekookt’ bij een temperatuur van 160 graden Celsius, waarna het wordt vergist in de drie karakteristieke slibgistingstanks op de rwzi. Door toepassing van thermische drukhydrolyse wordt het slib beter afgebroken, het gehalte droge stof stijgt van 24 naar 38 procent. In het gistingsproces levert de dikkere substantie een hoger energierendement op.
Ander voordeel: door de betere ontwatering daalt de af te voeren hoeveelheid slib naar de slibverbrandingsinstallatie in Moerdijk met 28 procent. In het werkgebied van het waterschap moet er meer gereden worden met nat slib, maar die toename is aanzienlijk minder dan de milieuwinst die wordt gerealiseerd door de verminderde afvoer naar Moerdijk, zei projectmanager Hugo Borger in zijn toelichting op de start van de tweede fase.
Opknapbeurt
Gelijk met de opschaling van de productie, werkt het waterschap aan een opknapbeurt van de drie slibvergistingstanks op het terrein van de rwzi. De renovatie van 'de bollen' is een complicerende factor, maar, gezien hun leeftijd, onontkoombaar, lichtte Borger desgevraagd toe.
De tanks, die stammen uit begin jaren zeventig, worden een voor een uit productie gehaald, gecontroleerd en als het nodig is, opgeknapt. Bovendien worden ze voorzien van sensoren zodat het gistingsproces intensief gevolgd kan worden. Dat is nodig want het proces is veel kritischer geworden, wat een continue monitoring vergt, aldus het waterschap. Borger: “Als de tanks klaar zijn, kunnen ze weer 15 jaar mee.”
Het slib dat na de vergisting overblijft wordt nog een keer ontwaterd voordat het wordt afgevoerd naar Moerdijk. In dat water zit veel stikstof. Dat moet eruit worden gehaald voordat het afvalwater weer in het reguliere zuiveringsproces wordt gebracht. Dat doet Vechtstromen op het terrein van de rwzi in een installatie met anammox-bacteriën, een nieuwe technologie om stikstof energiezuinig te verwijderen uit afvalwater.
De investering in deze deelstroombehandeling is rendabel door de opschaling van het proces, schrijft het waterschap. Bijkomend voordeel: het behandelde water belast het verdere zuiveringsproces veel minder, met als gevolg betere zuiveringsresultaten.
Stijging
Het waterschap verwacht een significante stijging van de productie van biogas en elektriciteit. De productie van biogas stijgt van 4 naar 7 tot 8 miljoen kubieke meter. Het biogas wordt in een warmtekrachtinstallatie omgezet in elektriciteit. Als de energiefabriek op volle kracht draait, stijgt de elektriciteitsproductie van 5 naar 16 miljoen kWh.
Daarvan wordt ruim derde deel gebruikt om de zuivering te laten draaien. De rest (circa 10 miljoen kWh) wordt geleverd aan het elektriciteitsnet en is goed voor het jaarverbruik van 3.500 huishoudens, aldus het waterschap. Daarmee slaagt Vechtstromen erin om invulling te geven aan de duurzame ambities van het bestuur, die verder reiken dan de kerntaken van een waterschap.
Gefaseerde aanpak
Kenmerk van de aanpak van Vechtstromen is dat het waterschap de tijd neemt om het ingewikkelde en innovatieve proces zelf en ook goed onder de knie te krijgen. “Als procesoperators hebben we ons werk in feite opnieuw moeten uitvinden”, tekent het waterschap op. Door die gefaseerde aanpak duurt de ontwikkeling langer dan voorzien, want bij de start in 2014 ging het waterschap er nog vanuit dat de energiefabriek 1 juli 2018 gereed zou zijn.
Met de gefaseerde invoering houdt het waterschap, zo schrijft het, ook de financiële risico’s beheersbaar. Door de ‘business-gedreven aanpak’ wordt steeds afgewogen of een verdere optimalisering verantwoord is, lichtte Kuks toe. De investeringskosten werden geraamd op 30 miljoen euro. En hoewel het Rijk bijdraagt in de exploitatie (6 miljoen euro) en de provincie (1,9 miljoen als bijdrage in de investering en 0,5 miljoen voor deelstroombehandeling), komt het gros van de investering voor rekening van het waterschap.
De investeringskosten moeten bij aanvang van de tweede fase naar boven worden bijgesteld. Reden is de aangetrokken economie, waardoor kosten stijgen. Het dagelijks bestuur besloot vorige maand een extra krediet van 1,5 miljoen euro beschikbaar te stellen. Het DB vindt het extra krediet verantwoord, omdat het geen invloed heeft op de terugverdientijd. Die bedraagt 7 à 8 jaar. “De businesscase is sluitend”, zei Kuks tijdens de bijeenkomst voorafgaand van de onthulling van het spandoek.
MEER INFORMATIE
Vechtstromen wil €10 miljoen investeren in zonneparken