De nieuwe vispassage in de monding van de Oude IJssel bij Doesburg is vandaag geopend. De vistrap geldt als van één van de meest innovatieve vispassages van Nederland en is cruciaal voor de instandhouding van vissoorten.
Door het grote hoogteverschil oplopend tot vijf meter bij de stuw in Doesburg moest een technisch complexe vispassage worden ontwikkeld, die uniek is in Nederland. Het bouwteam kwam uit op een goot met schotten, waarin vissen bij de passages steeds 9 centimeter aan hoogte winnen.
Met de visstrap kunnen vissen van de Oude IJssel naar de Gelderse IJssel tot de paaigebieden in Duitsland zwemmen. Die vismigratie is cruciaal voor een duurzame instandhouding van vissoorten, aldus waterschap Rijn en IJssel.
Vissen die de stuw bij Doesburg niet konden passeren worden nu weer in de Oude IJssel verwacht, zoals palingen, meervallen en windes.
Plaatsen van de vispassage was nodig om aan de voorwaarden van de Kaderrichtlijn Water (KRW) te kunnen voldoen. Rijn en IJssel werkt samen met Rijkswaterstaat Oost-Nederland aan de verbetering van vismigratie, in combinatie met ecologisch herstel van rivier- en beekmondingen.
De locatie is opengesteld voor het publiek. In een kijkruimte is te zien hoe de vissen omhoog zwemmen. De vispassage heeft 4 miljoen euro gekost.