Bijna de helft van de Nederlandse tuinbezitters gebruikt chemische bestrijdingsmiddelen in de tuin. Dat blijkt uit onderzoek van Kantar Public dat in opdracht van drinkwaterbedrijf Vitens is uitgevoerd.
Vitens noemt de uitkomst van het onderzoek zorgelijk. Zeventig procent van de tuinbezitters houdt er geen rekening mee dat ze mogelijk in een grondwaterbeschermingsgebied wonen, aldus het bedrijf.
Het onderzoek van Kantar, dat eind maart werd gehouden onder ruim duizend tuinbezitters, toont regionale verschillen in het gebruik van onkruidverdelgers en bestrijdingsmiddelen. Flevoland is koploper met 58 procent en dat is, schrijft het drinkwaterbedrijf, niet geheel opmerkelijk 'aangezien uit hetzelfde onderzoek ook blijkt dat 76 procent van de inwoners van Flevoland niet weet of zij in een grondwaterbeschermingsgebied wonen'.
Maar ook in andere provincie is het gebruik van de chemische middelen aanzienlijk. In Friesland gebruikt 56 procent van de tuinbezitters chemische middelen, in Utrecht 53 procent, in Overijssel 48 procent en in Gelderland is dat percentage 44.
De meest gebruikte middelen zijn onkruidverdelgers en bestrijdingsmiddelen tegen (dieren)plagen, aldus het onderzoek. Uiteindelijk komen deze stoffen in het grondwater terecht, stelt Vitens. In zestig procent van de Gelderse grondwaterbronnen treft het drinkwaterbedrijf minieme sporen aan van bestrijdingsmiddelen. Tien procent is afkomstig van particulieren, aldus het drinkwaterbedrijf.
Om bewoners bewust te maken van de risico’s, is Vitens de campagne ‘Bescherm je drinkwater’ begonnen. Het bedrijf raadt mensen aan op de website www.beschermjedrinkwater.nl te checken of ze in een grondwaterbeschermingsgebied wonen. De site is een initiatief van de drinkwaterbedrijven Vitens en Oasen en de provincies Utrecht en Gelderland.