Waterexperts van het Expertisenetwerk Waterveiligheid slaan alarm over de groei van het aantal bevers in ons land en de waterveiligheid. De populatie van de dijkgravende bever groeit exponentieel en dat geeft steeds meer problemen voor waterkeringbeheerders.
In een advies aan minister Barry Madlener van Infrastructuur en Waterstaat stelt het Expertisenetwerk Waterveiligheid voor om paal en perk te stellen aan de explosief groeiende beverpopulatie in de buurt van waterkeringen. “Het aantal graverijen in waterkeringen die zijn geconstateerd bij het laatste hoogwater van afgelopen winter, zijn een risico voor de stabiliteit van de dijken. Graverij van bevers in dijken vergroot de kans op een dijkdoorbraak met factor 10 tot 100”, aldus het expertisenetwerk in het advies aan het ministerie.
Daarom dringen de waterexperts bij de minister aan op landelijke maatregelen tegen de bever, zoals het verplicht aanbrengen van gaas in een dijktalud, zodat bevers er niet meer in kunnen graven. Tot het onaantrekkelijk maken van beverleefgebieden in de buurt van dijken.
Het ministerie werkt aan een nationaal beverprotocol, laat een woordvoerster weten. “Doel is dat water- en spoorbeheerders bij calamiteiten door bevers snel kunnen ingrijpen en dat daarvoor een duidelijke en heldere werkwijze geldt. Zo kunnen we duurzaam blijven samenleven met de bever.”
Preventieve maatregelen
Ook wil het ministerie inzetten op preventieve maatregelen bij versterking en aanleg van waterkeringen, zoals het aanbrengen van gaas of stenen om graven door bevers te voorkomen. Bij de komende versterking van de dijken in het project Meanderende Maas is recent besloten om alle buitendijkse taluds te voorzien van een laag gaas onder de graszoden.
De bever is een beschermde diersoort, die niet zomaar afgeschoten of gevangen mag worden. Toch vinden waterexperts dat dit serieus moet worden overwogen als duidelijk wordt dat andere maatregelen onvoldoende effect hebben. “Wat mij betreft gaan we wat robuuster om met het beheer van beverpopulaties in riviergebieden. Omwille van de hoogwaterveiligheid, moeten we de bever reguleren”, zegt Matthijs Kok, hoogleraar overstromingsrisico (Flood Risk) aan de Technische Universiteit Delft en als lid van het Expertisenetwerk Waterveiligheid een van de opstellers van het advies.
Door overbejaging raakte de bever in 1826 uitgestorven in ons land. Sinds tussen 1988 en 2009 bevers zijn uitgezet op verschillende plekken in Nederland en is de populatie gegroeid tot naar schatting 6.000 exemplaren. Bevers leven van wilgen en andere bomen aan de waterkant. Van takken bouwen ze burchten en dammen.
“Het zijn fantastische waterbouwers, maar ze kunnen onze dijken in korte tijd ondergraven”, zegt David van Raalten, scheidend directeur van Waterschap Drents Overijsselse Delta en de nieuwe directeur van het Hoogwaterbeschermingsprogramma. Zodra de uiterwaarden van de grote rivieren onderlopen, zoeken bevers hun toevlucht tot droge delen en dat zijn vaak de rivierdijken.
Bevers zijn ’s nachts actief. Dan knagen ze aan bomen en graven ze schuilplaatsen in dijken, legt Van Raalten uit. “Ze kunnen in één nacht een gigantische gang graven en zo de dijk verzwakken. Met infraroodcamera’s voeren we nachtelijke inspecties uit om de dieren op te sporen. Soms zijn bevers onvindbaar voor ons. Dat maakt je dan als dijkbeheerder supernerveus.”
Onrustig
Wat de waterschappen met name onrustig maakt is het grote het aantal beverholen dat begin dit jaar is aangetroffen na het zakken van het hoge water in de rivieren. Die beverholen waren aan het zicht onttrokken tijdens de inspecties. “Het laat zien dat de bestaande mogelijkheden tot opsporing ontoereikend zijn”, zegt Kok.
“Het algemene beeld is dat de populatie van de bever exponentieel groeit, met name in het rivierengebied. Dat geeft nu al problemen voor de waterveiligheid in ons land en dat zal alleen maar toenemen. Om het waterveiligheidsprobleem door bevers het hoofd te bieden, zijn lastige keuzes nodig”, benadrukt Kok. Want het afschieten van een beschermde diersoort die van nature thuishoort in waterrijke gebieden, ligt gevoelig. “Laten we beginnen met alle beverpopulaties en kwetsbare gebieden voor waterveiligheid in kaart te brengen.”
In Limburg worden al een aantal jaren bevers afgeschoten. In Noord-Nederland hebben de provincies een verbod op aanwezigheid van bevers in de buurt van waterkeringen. Zodra bevers opduiken in de buurt van een dijk, worden de dieren gevangen en elders uitgezet.
Omdat het aantal bevers toeneemt en alle leefgebieden bezet zijn, overwegen provincies Groningen en Drenthe om bevers af te schieten, zegt provinciale beverconsulent Cindy de Jonge. “Afschot is nooit een duurzame oplossing, want bevers blijven komen. Samenleven met invloedrijke wilde dieren als de bever gaat niet zomaar. Het zou mooi zijn als we allemaal een beetje leren inschikken.”
INTERESSANTE OBSERVATIES
Gedurende de hoogwaterweken in de winter van 2023/2024 hadden waterkeringbeheerders veel zorgen over bevers, die door het stijgende water op drift raakten. Tijdens het opkomende water hebben ze veel gangen gegraven, schrijft het netwerk in het rapport 'Water tegen de dijk'. "Ondanks extra inspecties tijdens hoogwater zijn de nieuwe gangen pas na het hoogwater gedetecteerd. De graverijen hebben niet tot grote veiligheidsproblemen geleid, maar wel tot veel extra inspanning voor waterkeringbeheerders."
Het hoge water zorgde voor significante belastingen op veel Nederlandse dijken, schrijft het netwerk. "Maar de waterkeringen hebben het goed gehouden." Er waren geen dijkdoorbraken of grote schades, maar er deden zich wel, naast de graverijen door bevers, situaties voor 'waar we van kunnen leren'. Het netwerk spreekt over een aantal 'interessante observaties':
• Meerdere kilometers dijkversterkingen waren ‘in uitvoering’. Bij deze dijkversterkingen zijn noodmaatregelen getroffen zoals zandzakken en krammatten. De maatregelen zijn echter op verschillende plaatsen beschadigd geraakt. Plannen en oefenen met het nemen van noodmaatregelen is waardevol om schades hieraan te voorkomen, concludeert het netwerk.
• Onvoorziene gebeurtenissen zoals drijfhout en micro-instabiliteit hebben lokaal voor schade aan dijken gezorgd.
• Ondanks dat het hoogwater niet heel uitzonderlijk was, bleek er, mede door de lange duur, veel inspanning nodig van waterbeheerders, onder meer voor overlastbeperking in buitendijk.