Waterschappen kunnen een belangrijke rol spelen bij het bestrijden van bodemdaling in veenweidegebieden. Maar gemeenten en provincies hebben eveneens verantwoordelijkheden in zulke gebieden. Daarom liet STOWA de juridische mogelijkheden van waterschappen bij het aanpakken van bodemdaling onderzoeken.
“Bodemdaling is natuurlijk een maatschappelijk probleem”, vertelt Michelle Talsma van STOWA. “Het kan leiden tot CO-2 emissies en heeft daarnaast gevolgen als het verzakken van bijvoorbeeld wegen of dijken.”
Omdat de waterschappen het klimaatakkoord hebben ondertekend, voelen ze een verantwoordelijkheid om een bijdrage te leveren in de klimaataanpak, denkt Talsma. “En omdat ze het waterpeil in de veenweidegebieden beheren, hebben ze ook een belangrijke knop in handen. Ook met instrumenten als het waterbeheerprogramma, vergunningen, toezicht en handhaving hebben waterschappen nog invloedrijk gereedschap.”
Maar tegelijkertijd zijn klimaatdoelen of het tegengaan van bodemdaling an sich niet expliciet vastgelegd als waterbeheertaak in de wet. “Waterschappen moeten bij de inzet van hun instrumenten steeds een brede afweging maken tussen verschillende belangen, waaronder klimaat. Maar uiteindelijk moeten de maatregelen van waterschappen ten behoeve van hun waterbeheertaak worden genomen.”
En die waterbeheertaak kan afhankelijk zijn van de ruimtelijke inrichting. “In ons onderzoek hebben we niet alleen gekeken naar de juridische ruimte van waterschappen, maar ook naar de verantwoordelijkheden de verschillende betrokken overheden. Dan zien we dat provincies en gemeenten op het gebied van de ruimtelijke ordening de veel bevoegdheden hebben. Deze bestuurslagen besluiten functies in het landelijk gebied te wijzigen.”
Het is dan ook aan deze overheden om de kaders te scheppen waarbinnen waterschappen hun werk kunnen doen. Talsma: “Het goede nieuws is dat het op papier allemaal prima geregeld is in Nederland. Het hele juridische instrumentarium is aanwezig en de taken zijn op zich goed verdeeld. In de praktijk denk ik dat waterschappen, gemeenten en provincies elkaar duidelijk aan moeten spreken op hun verantwoordelijkheden.”