Gaat de Tweede Kamer onderwerpen op waterterrein controversieel verklaren na de val van het kabinet-Rutte IV? Dat wordt in september duidelijk. De Unie van Waterschappen neemt alvast een voorschot in een gezamenlijke brief met de koepelorganisaties van gemeenten en provincies. Zo is het nodig dat het demissionaire kabinet de voorstellen voor een nieuw belastingstelsel bij de waterschappen snel naar de Kamer stuurt. Vewin vindt het van essentieel belang dat met volle kracht wordt doorgewerkt aan drie onderwerpen, waaronder het actieprogramma voor de beschikbaarheid van drinkwaterbronnen en het impulsprogramma voor de Kaderrichtlijn Water.
Kamervoorzitter Vera Bergkamp wilde aanvankelijk dat de leden van de Tweede Kamer al op 27 juli zouden stemmen over welke onderwerpen op alle beleidsterreinen controversieel worden verklaard. Op verzoek van veel partijen is dit uitgesteld tot na het politieke zomerreces. Daarmee wordt niet eerder dan in de eerste helft van september bekend of ook bij een aantal wateronderwerpen de behandeling tijdelijk wordt stilgelegd. Dan moet er worden gewacht totdat er na de verkiezingen – die waarschijnlijk in november worden gehouden – een nieuw kabinet is aangetreden.
Nu het kabinet van VVD, D66, CDA en ChristenUnie demissionair is, mogen bewindspersonen alleen lopende zaken afhandelen. Zij moeten zich verre houden van politiek gevoelige onderwerpen. De Tweede Kamercommissies – waaronder de commissie voor Infrastructuur en Waterstaat – gaan bekijken voor welke onderwerpen dat geldt. Daarna wordt plenair in de Tweede Kamer de lijst met controversiële onderwerpen vastgesteld.
‘Stilstand onverantwoord’
De Vereniging van Nederlandse Gemeenten, het Interprovinciaal Overleg en de Unie van Waterschappen stuurden hierover op 9 juli een brief aan de leden van de Eerste en Tweede Kamer. De lijst met grote maatschappelijke opgaven die vragen om doortastend optreden, is volgens hen groot. “Denk daarbij aan het grote tekort aan betaalbare woningen, de noodzakelijke klimaatopgave en energietransitie, de opgave in het landelijk gebied en het versterken van bestaanszekerheid van kwetsbare mensen.”
De koepels van de drie decentrale overheden vragen het parlement om te voorkomen dat Nederland stil komt te staan. “Stilstand is echt onverantwoord; dat schaadt de belangen van onze inwoners.” Zij noemen zeven onderwerpen, waarvan er één het meest relevant is voor de watersector: de plannen voor het landelijk gebied.
‘Er speelt veel in landelijk gebied’
Hierover staat in de brief onder meer: “In het landelijk gebied speelt op dit moment veel dat niet stil mag komen te liggen, en waarbij onder het motto ‘water en bodem sturend’ de ruimte voor de agrarische sector en voor de natuur weer in evenwicht wordt gebracht, de waterkwaliteit verder wordt verbeterd (de Kaderrichtlijn Water in 2027) en wordt gewerkt aan de klimaatopgave. Uiteraard speelt het stikstofprobleem hier een essentiële rol, ook om weer ruimte te krijgen in de vergunningverlening. Het doel is om het landelijke gebied ook op lange termijn leefbaar en economisch vitaal te houden.”
De rest van dit onderwerp gaat vooral over de gebiedsprogramma’s en maatregelpakketten voor de transitie van het landelijke gebied die provincies hebben ingediend en de financiering hiervan. “De door de provincies ingediende gebiedsprogramma’s moeten doorontwikkeld worden, en daarvoor is het nodig dat het rijk samen met de decentrale overheden intensief samen blijft optrekken.”
‘Belastingvoorstellen snel naar Kamer sturen’
VNG, IPO en Unie wijzen ook op een aantal randvoorwaarden voor het blijven nemen van verantwoordelijkheid. Specifiek punt voor de waterschappen: het is nodig dat de voorstellen voor een nieuw belastingstelsel doorgang vinden.
In een bericht op de eigen site van de Unie van Waterschappen geeft voorzitter Rogier van der Sande een korte toelichting: “We willen dat het demissionaire kabinet de belastingvoorstellen snel naar de Tweede Kamer stuurt en dat de belastingvoorstellen dus niet controversieel worden verklaard. Het niet maken van goede afspraken over ons belastingstelsel leidt tot stilstand. En dat is voor onze inwoners echt onverantwoord.”
‘Volle kracht bij drie onderwerpen’
Vewin, de vereniging van waterbedrijven, komt met een korte reactie. Nu het kabinet demissionair is en het wel even duurt voordat een nieuw kabinet beëdigd wordt, vindt Vewin het voor de drinkwatervoorziening in Nederland van essentieel belang dat met volle kracht wordt doorgewerkt aan deze drie onderwerpen.
* Het Actieprogramma beschikbaarheid drinkwaterbronnen 2023–2030, zodat de leveringszekerheid van drinkwater aan huishoudens en bedrijven kan worden veiliggesteld. Zonder snelle actie van overheden kunnen drinkwaterbedrijven niet aan de tot 2030 stijgende vraag naar drinkwater voldoen.
* Het Impulsprogramma KRW. Hierbij is specifieke aandacht nodig voor het halen van de KRW-doelen bij bronnen voor drinkwater. Deze bronnen staan onder toenemende druk en de kwaliteit is de afgelopen jaren niet significant verbeterd.
* De aanpassing van de WACC-regelgeving (de vermogenskostenvoet), zodat deze beter aansluit bij de financieringspraktijk waarmee drinkwaterbedrijven moeten werken en voldoende ruimte wordt gecreëerd om de sterk stijgende investeringen te financieren.
‘Bezorgd over energie- en industrietransitie’
VEMW toont zich zeer bezorgd over de consequenties van de val van het kabinet voor de energie- en industrietransitie. De belangenorganisatie voor zakelijke energie- en watergebruikers wijst op de CO2-reductiedoelen in 2030 die zeer ambitieus worden genoemd.
Algemeen directeur Hans Grünfeld: “Voor bedrijven is het halen van de doelen een steeds grotere uitdaging. Zo dreigt het afvangen en opslaan van CO2 (CCS) te stranden door de stikstofproblematiek, wachten groene waterstofprojecten nog steeds op een adequate ondersteuning en raakt elektrificatie van de industriële warmtebehoefte steeds meer uit zicht door een ernstig tekort aan capaciteit op de elektriciteitsnetten.”
Het is volgens Grünfeld bijvoorbeeld van het grootste belang dat het demissionaire kabinet doorgaat met het maken van maatwerkafspraken met de twintig grootste industriële CO2-uitstoters, ook wanneer het Klimaatfonds controversieel verklaard wordt. “Ook moet doorgegaan worden met het ontwerp en de invoering van een passend subsidie-instrument voor groene waterstofprojecten.”
Aanvulling
Vewin heeft op 14 juli een uitgebreidere reactie op de eigen site gepubliceerd.