Een grote meerderheid van de wetenschappers van over de hele wereld maakt zich aanzienlijke zorgen over de klimaatverandering. Ook vinden veel wetenschappers dat er fundamentele veranderingen nodig zijn. Dit blijkt uit een internationaal onderzoek onder leiding van de Universiteit van Amsterdam.
Wetenschappers zitten – naast het doen van onderzoek – in een goede positie om te helpen bij het aanpakken van klimaatverandering. Er is echter weinig bekend over hun bredere betrokkenheid bij het vraagstuk, zegt onderzoeker Fabian Dablander van de Universiteit van Amsterdam en een van de hoofdauteurs van de studie. “Vandaar ons onderzoek waarin we kwantitatieve en kwalitatieve analyses deden van een survey onder ruim 9.000 wetenschappers uit alle disciplines, dus niet alleen klimaatwetenschappers.”
De onderzoekers hebben gekeken naar de opvattingen van de wetenschappers en de mate waarin zij zich inzetten voor het klimaat. Verder is er een model gemaakt voor hoe hun betrokkenheid vergroot kan worden. Over de studie is een publicatie in het tijdschrift Nature Climate Change verschenen.
Fundamentele veranderingen bepleit
De meeste wetenschappers die hebben gereageerd (83 procent), geven aan dat zij zich ‘tamelijk veel’ of ‘heel veel’ zorgen maken over klimaatverandering (zie figuur). Van deze groep vindt 91 procent dat er fundamentele veranderingen in sociale, politieke en economische systemen nodig zijn om klimaatverandering echt aan te kunnen pakken.
Volgens veel respondenten (84 procent) moeten ook persoonlijk gedrag en levensstijl veranderen. Heel wat wetenschappers hebben hun eigen leefstijl al aangepast. Bijvoorbeeld door minder auto te rijden (69 procent), minder te vliegen (51 procent) en meer plantaardig te eten (39 procent).
Een meerderheid denkt dat klimaatactivistische groepen positieve veranderingen teweeg kunnen brengen en dat wetenschappers zich meer zouden moeten inzetten voor het klimaat en zelfs protest zouden moeten voeren. Een aanzienlijk deel (29 procent) zet zich al in voor het klimaat dan wel nam deel aan een legaal protest (23 procent). Een op de tien is zelfs burgerlijk ongehoorzaam geweest. Ongeveer de helft van de respondenten is bereid om in de toekomst op een van deze manieren actie te ondernemen.
Er wordt een voorbehoud gemaakt bij de percentages. In de grootschalige steekproef zijn meer dan 250.000 wetenschappers per e-mail benaderd, waarvan er uiteindelijk 9.220 uit 115 landen meededen. Volgens de onderzoekers is het mogelijk dat wetenschappers die al betrokken zijn bij klimaatverandering, eerder geneigd waren om deel te nemen. Dat kan invloed hebben op de mate waarin de percentages representatief zijn voor de wetenschappelijke gemeenschap als geheel.
Overwinnen van barrières voor betrokkenheid
De onderzoekers komen op basis van de data met het voorstel voor een tweestappenmodel van betrokkenheid van wetenschappers. Stap 1 is het doorbreken van voornamelijk intellectuele barrières, zoals een gebrek aan geloof in de effectiviteit van acties en de angst voor het verlies van eigen geloofwaardigheid en voor repercussies. Stap 2 is het overwinnen van vooral praktische barrières. Daarbij gaat het onder meer om een gebrek aan tijd en mogelijkheden.
Volgens Adam Aron (hoogleraar University of California), een van de medeauteurs van de studie, blijven overheden en bedrijven loze beloften doen als het gaat om het vereiste niveau van veranderingen. De grootschalige survey maakt volgens hem duidelijk dat wetenschappers uit alle disciplines oproepen tot een fundamentele transformatie. “Ik hoop dat dit geluid helpt om mensen wakker te schudden en hen ertoe aanzet zich in te gaan zetten – steeds meer wetenschappers doen dat.”