Wetsus heeft de financering voor de jaren na 2021 nog niet rond. Het wetenschappelijk onderzoeksinstituut in Leeuwarden heeft op een begroting van 7 miljoen euro nog een gat te dichten van 2 miljoen euro. Dat werd vandaag duidelijk op het jaarlijkse congres dat Wetsus organiseert.
Het gat betreft de basisfinanciering van het instituut, lichtte Johannes Boonstra, voorzitter van de directie van Wetsus, desgevraagd toe. Het totale programmabudget waarmee ook de onderzoeken worden bekostigd, bedraagt zo'n 15 miljoen euro.
Wetsus, in 2004 opgericht als Technologisch Top Instituut Water, haalt zijn financiering uit meerdere bronnen. Nationale, regionale, en Europese overheidsfondsen worden gecombineerd met bijdragen van deelnemende bedrijven en universiteiten, zo staat in het businessplan 2016-2020.
De huidige basisfinanciering loopt in 2020 af, aldus Boonstra. Voor 2021 heeft Wetsus al toezeggingen voor een bedrag van in totaal 5 miljoen euro, zei de Wetsus-voorzitter. Financiers zijn het Rijk, de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO), Topsector Water en ook weet Wetsus zich financieel gesteund door omliggende universiteiten (Groningen, Twente en Wageningen) met een bijdrage.
Unieke instelling
Voor het resterende bedrag voert Wetsus met diverse instanties gesprekken, aldus Boonstra. “Niemand zegt dat we niet door moeten gaan. Maar we zijn een unieke instelling, dus daar is geen geoormerkt geld voor. Onze uniciteit zit ons nu tegen.” Toch gaat hij er vanuit dat het instituut het benodigde budget rond krijgt. “En dat zou ook voor de langere termijn moeten zijn, zodat we niet elke keer op zoek moeten. We moeten voor de financiering een plek krijgen in de Nederlandse kennisinfrastructuur.”
De zoektocht naar geld lijkt slecht te rijmen met de positie die het instituut heeft opgebouwd. Wetsus wordt vaak als voorbeeld genoemd, aldus Boonstra.
Het instituut fungeert als ‘een open community voor bedrijven en onderzoeksinstituten’ en dat geldt als een uniek innovatiemodel. Het onderzoeksprogramma wordt bepaald door bedrijven en de onderzoeken worden in het Wetsus-laboratorium uitgevoerd door de 22 betrokken onderzoekstinstituten. Alle projecten worden uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van de deelnemende universiteiten.
Die samenwerking resulteert in ‘innovaties die bijdragen aan de oplossing van wereldwijde waterproblemen’, aldus de jaarbrochure 2019 van Wetsus, waarin voorts staat dat dit jaar 106 bedrijven op jaarbasis 3,4 miljoen euro investeren in het vraaggestuurde onderzoeksprogramma. Ze hebben zich daarbij voor meerdere jaren gecommitteerd aan het onderzoek. “Het beoogde Wetsus-programma zal in 2020 leiden tot 90 patenten, 25 nieuwe technologieën en 35 nieuwe bedrijven”, staat in het businessplan.
Hoogtepunten
Wetenschappelijk directeur Cees Buisman van Wetsus voegde daar vandaag bij de opening van de tweedaagse conferentie in Leeuwarden wat hoogtepunten uit dit jaar aan toe, zoals de opening van het nieuwe hoogspanningslaboratorium Gilbert-Armstrong in samenwerking met NHL Stenden Hogeschool en de 100-ste Wetsus promotie in januari van dit jaar. “In 2026 zullen we op 200 zitten”, sprak hij als verwachting uit.
Verder zag Buisman in de goede beoordeling van de masteropleiding Water Technology van de Wetsus Academy in de Keuzegids Masters een hoogtepunt. De gids wordt onder meer samengesteld op basis van de uitkomsten van de jaarlijkse Nationale Studenten Enquête. In de gids steeg de Wetsus-master met 14 punten, ‘een forse sprong omhoog’. De goede notering greep Buisman aan om masterstudenten te interesseren voor onderzoek aan Wetsus.
Onderzoeken
Buisman schetste verder aan de hand van onderzoeken op Wetsus (blue energy, vivimag, bioplastics, etc) de rol die het instituut voor watertechnologie vervult in het ontwikkelen van nieuwe doorbraaktechnologieën in de watersector, een gefragmenteerde en daardoor lastige sector om innovaties tot een succes te maken in de markt.
De Wetsus-formule, een 'multi-disciplinaire omgeving waarin jonge mensen worden samengebracht', zoals Buisman schetste, lijkt daarvoor een goed concept. "Het gaat om ideeën, het gaat om een breed netwerk dat gebaseerd is op vertrouwen", zei de wetenschappelijk directeur. "Maar je moet ook risico's nemen, tijdig met pilots beginnen, netwerken en ecosystemen ontwikkelen."