secundair logo knw 1

Op 3 april 2020 is Jan Jansen in zijn geboorteplaats Arnhem op 83-jarige leeftijd overleden. Een man, die een grote rol gespeeld heeft bij het op gang brengen van de afvalwaterzuivering en het waterkwaliteitsbeheer in ons land.

Jan Jansen 180 vk zw Jan JansenHoewel hij al geruime tijd ziek was kwam zijn overlijden toch onverwacht. In de apps die hij regelmatig verstuurde, meldde hij de voortgang van zijn behandeling en de vele bestralingen die hij onderging. Toch zag hij steeds weer een lichtpuntje en bleef hij optimistisch.

Jan werd op 3 september 1936 geboren. Na zijn HBS-B studeerde hij aan de Landbouw Hogeschool in Wageningen richting zuivelbereiding. In 1962 kwam hij in dienst bij Rijkswaterstaat alwaar hij een glanzende carrière opbouwde. 

Sappemeer
Hij begon bij het Rijksinstituut voor Zuivering van Afvalwater, RIZA, als medewerker van de afdeling Zuiveringstechniek voor het technologisch ontwerp en het opstarten van nieuwe zuiveringsinstallaties. Daarna werd hij hoofd van de vestiging van het RIZA in Sappemeer. Daar lag de nadruk op het oplossen van het veenkoloniale afvalwaterprobleem afkomstig van de aardappelmeel- en strokartonindustrie. 

In 1968 werd hij benoemd tot hoofd van de Hoofdafdeling Afvalwater. Daar was hij nauw betrokken bij de voorbereiding van de WVO, en bij de uitvoering daarvan. Advisering over WVO -vergunningen, heffingen, subsidies voor nieuwe RWZI’s enz. Ook op het beleidsterrein sprak hij een woordje mee: in de CUWVO, de Internationale Rijncommissie en het overleg met België over Maas en Schelde.

In 1980 volgde zijn benoeming tot HID van het RIZA. Hij speelde een hoofdrol in het integratieproces van de Deltadienst en de vorming van het nieuwe Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbeheer en Afvalwaterbehandeling en de Dienst Getijdewateren. Van 1986 tot 1989 was hij HID van de directie Zuiderzeewerken waar hem weer een grote reorganisatie wachtte: de opheffing van de Rijksdienst IJsselmeerpolders en de vorming van Directie Flevoland. 

Van 1989 tot 1992 was hij op de hoofddirectie van RWS plaatsvervangend hoofddirecteur Water en belast met de departementale voorbereiding van het waterbeleid wat uitmondde in de Derde Nota Waterhuishouding, die de basis legde voor het huidige waterbeheer. Als HID van de Directie Gelderland van RWS keerde hij terug naar zijn geboorteplaats. Hier wachtte hem, naast de aanleg van de Betuwelijn, voor de derde keer een grote reorganisatie: de vorming van directie Oost Nederland.

Beminnelijk
Jan was beminnelijk, leek bescheiden, maar had en hield zijn doelen steeds helder voor ogen. Met zijn beleidsgevoel, zijn belandstelling voor het politieke bedrijf en zijn grote praktijkkennis was hij een gewaardeerd adviseur van opeenvolgende ministers van Verkeer en Waterstaat.

Hij was zeer betrokken bij zijn medewerkers en collega’s. Die merkten dat ook doordat hij vaak ’s avonds nog laat opbelde voor overleg (en instructies). Jan heeft in onze ontwikkeling en loopbaan op verschillende wijzen een betekenisvolle rol gespeeld. Hij was leermeester, baas en collega. Soms volgden die rollen elkaar in de tijd op, soms vertolkte Jan ze simultaan én altijd op zijn eigen, voor hem zo kenmerkende wijze. 

Na zijn pensionering werd hij lid van het Genootschap van de Ouwe Jonkers dat hij van 2004 tot 2011 met gestrenge hand leidde. De laatste jaren hield hij lichaam en geest scherp door veel te bridgen en te fietsen.

Jan Jansen was Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw.

Peter Hoogweg, Joost de Jong, Maarten Gast

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

Laatste reacties op onze artikelen

Geachte redactie, ik ben verheugd dat eindelijk het besef is dat het klepelbeleid nu ter discussie is gesteld. Ik heb bij waterschap Hollandse delta al jaren als bestuurslid aangedrongen om het klepelen alleen als noodzaak te gebruiken. Ook heb ik div gesprekken gehad met SBB mbt klepelen in de duinen van Ouddorp waarbij de structuur volledig werd vernield. Dit jaar is eindelijk door beherende organisatie alleen maar gemaaid en wel in oktober waar mi de hele natuur in dit duingebied mee is geholpen. Het waterschap heeft nu ook bepaald dat klepelbeleid op de schop moet en in de toekomst alleen maar met maaibeleid mag worden uitgevoerd. Dus goed resultaat waar ik blij mee ben. Dit is natuurbehoud zoals het moet.
@JWBoehmerSommige desinformatie is te simplistisch om op te reageren. Zelfs citeren van een nieuwsbericht blijkt lastig (aanpak van dijken is lang niet altijd verhogen). Instabiliteit en kans op zettingsvloeiing worden ook aangepakt. Daarmee wordt ook de invloed van zee en maan beperkt, maar dan wel op basis van logische en bewezen relaties ipv dubieuze, onwaarschijnlijke en onbewezen hypotheses. Oei, toch gereageerd. Dom van me. Ik kan dit beter negeren.
Het zou me niet verbazen als ze me een keer komen halen omdat ik de verkeerde dingen beweer  - volgens de VLOEK van ZEE en MAAN en Jan Willem Boehmer..auteur Jongedijk Bijv.  op pag 5 over “Het ophogen van dijken (€15mln/km over 800 km vlgs HWBP) vergroot alleen maar het gevaar: Hoe hoger de dijk hoe groter het aantal slachtoffers”. Voor het uitdiepen van vaarwegen (meer Ruimte voor de Rivier) geldt hetzelfde: Hoe groter, (dieper én breder) de badkuip hoe groter het overstromings gevaar en hoe groter ook hierbij het aantal slachtoffers”. Ik vrees dat ik daarmee het gezag erger heb geïrriteerd dan Zwagerman deed met haar verkeerde opmerking over “de kerf”. Ik heb nooit gedacht dat het zou gebeuren: Nou zijn we klaar met je”
Even terug denken in de tijd: waarvoor waren dijken ook al weer uitgevonden? Dat was -vroeger- om ons tegen het water te beschermen. Nu gaan we buitendijks bouwen, dus is de vraag:  is dat water dan weg? Nee, dat moet juist nog komen , en,  als dat echt komt -misschien pas volgende eeuw- dan helpt dat dijkje toch ook niet meer, alle inspanningen van dijkversterkingen ten spijt.
Een goede actie van de UvW. Logisch zou nu ook zijn om een vergelijkbare brief naar de regering te sturen ten aanzien van het verbieden van bestrijdingsmiddelen en te veel aan mest.