Ellen Verolme begint 1 februari 2025 als directeur bij het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI).
Verolme volgt Myriam van Rooij op die na ruim 10 jaar afscheid heeft genomen. Verolme gaat samen met de hoofddirecteur Maarten van Aalst leidinggeven aan het instituut. Van Aalst is als Chief Science Officer het wetenschappelijk boegbeeld, Verolme wordt verantwoordelijk voor de operationele aansturing, de bedrijfsvoering en de digitale infrastructuur.
Momenteel is Verolme, gepromoveerd sterrenkundige, divisiehoofd bij het Nederlands Forensisch Instituut (NFI). Ze was eerder directeur bij de Algemene Rekenkamer, afdelingshoofd bij de Onderzoeksraad voor de Veiligheid, plaatsvervangend directeur bij Rijkswaterstaat en ze werkte bij TNO.
In diverse functies werkte ze samen met het KNMI, vertelt ze bij haar aanstelling. “Ik was daarbij altijd onder de indruk van het werkplezier en de bevlogenheid van de KNMI'ers. Ik hoop de komende jaren bij te kunnen dragen aan de doorontwikkeling van de organisatie, met een gezonde bedrijfsvoering en IV, een gemoderniseerd meetnet en met het op de kaart zetten van het Early Warning Centre.”
Eerlijker voor de boeren en de maatschappij.
Het pleidooi voor meer overleg in het kader van grensoverschrijdend waterbeheer met Duitsland en België, maar ook met Luxemburg, Frankrijk en Zwitserland, is wel steekhoudend. Het stroomgebied van de Rijn beslaat naast Nederland immers Zwitserland, Duitsland en Frankrijk. Stroomgebied van de Maas beslaat naast Nederland ook Frankrijk, Luxemburg, België en Duitsland. Voor zover ik weet zijn er in waterschapverband slechts een aantal pilots hier momenteel concreet mee bezig o.a. via het ontwerpen en operationaliseren van grensoverschrijdend waterbeheer rondom de Overijsselse Vecht en ook voor delen van het Roer stroomgebied dat aansluit op de Maas. Ruimte voor de rivieren in Nederland gaat maar beperkte impact hebben als niet eenzelfde inhaalslag gaat plaatsvinden in de bovenstrooms genoemde landen.
Acht kennisinstituten uit Nederland, België, Duitsland en Luxemburg gaan daarom onder coördinatie van Deltares onderzoek doen naar beter beheer van grensoverschrijdende regionale stroomgebieden. De watersnood in juli 2021 heeft geleerd dat autoriteiten hier geen goed overzicht over hebben en dat kennis over de overstromings- en droogterisico’s langs de kleinere grensoverschrijdende zijrivieren van de Maas en Rijn nog heel versnipperd is.
Het artikel stelt terecht dat voor grensoverschrijdend waterbeheer nog te weinig urgentie is.