OPINIE - Nederland krijgt steeds meer te maken met overlastgevende dieren langs dijken en watergangen. Voor een samenhangende aanpak is het nodig om de taken van de muskusrattenvangers uit te breiden.
door Hans Middendorp
Waterschappen hebben als kerntaak de zorg voor de dijken en het waterbeheer van alle sloten en vaarten in Nederland. Sommige nieuwe soorten veroorzaken problemen, zoals de bever die in dijken graaft of de waternavel die de sloten verstopt.
Meestal ontstaat - na verloop van tijd - een nieuw biologisch evenwicht waardoor exoten minder kans krijgen om een plaag te worden. Bijvoorbeeld de driehoeksmossel kwam driehonderd jaar geleden naar Nederland en is volledig ingeburgerd. Zijn neefje de quagga-mossel arriveerde pas twintig jaar terug en heeft zich snel verspreid over Nederland, ten koste van de driehoeksmossel.
Maar in het dagelijks beheer van het watersysteem kun je niet honderd jaar wachten op een nieuw biologisch evenwicht, dan moet je nu ingrijpen.
Formeel is de bever geen exoot maar een beschermde diersoort. De laatste Nederlandse bever werd in 1826 geschoten. Pas eind vorige eeuw is de bever opnieuw uitgezet. Na het ongeluk met de stuw bij Grave, waardoor het waterpeil extreem laag kwam te staan, werden er maar liefst acht enorme bevergaten aangetroffen in de dijk van de Maas. Bevers worden een meter groot (zonder staart), dus dan kun je je wel voorstellen hoe groot een beverhol is. De bever is beslist een overlastgevende soort!
De EU heeft onlangs de lijst met exoten verder uitgebreid. De lidstaten zijn verplicht om - uiterlijk! - in 2018 per soort bestrijdingsplannen op te stellen. In Nederland zijn de provincies verantwoordelijk voor de exotenbestrijding, maar die hebben geen mensen in het veld om die bestrijdingsplannen uit te voeren.
De waterschappen doen al wel de bestrijding van de muskusrat en beverrat. Gaan we straks voor elke nieuwe soort die lastig wordt een apart protocol opstellen? Door weer een andere ambtenaar? Het is toch veel logischer om te kiezen voor een integrale aanpak van alle overlastgevende dieren- en planten!
De muskusrattenvangers houden nu nog alleen de muskusrat en de beverrat in de gaten. Wekelijks lopen zij langs duizenden kilometers watergang. Maar ook de bever vraagt om aandacht. Waterplanten zoals de waternavel verstoppen de watergangen. En rode rivierkreeftjes graven gaten, en die grond moet er weer worden uitgebaggerd. Wat ligt er dan méér voor de hand dan om de muskusrattenvangers breed in te zetten?
Het wordt een grote uitdaging voor de provincies en waterschappen om van al die losse bestrijdingsplannen één integrale beheersaanpak te maken.
Bij integraal beheer van overlastgevende soorten (IBOS) wordt vanzelfsprekend ook gekeken naar het voorkómen van schade door preventieve maatregelen. Want als uitroeien van een bepaalde soort niet realistisch is, dan wordt beperken van de overlast het belangrijkste doel.
Natuurlijk gaat zo'n taakuitbreiding van muskusrattenbestrijding naar integraal beheer van alle overlastgevende soorten niet vanzelf, daar is extra geld en menskracht voor nodig. Maar de waterschappen en de provincies hebben hier een groot gezamenlijk belang, dus daar moeten ze wel een oplossing voor kunnen vinden.
Hans Middendorp is consultant Strategie, Water en Ruimte en lid van het algemeen bestuur voor AWP Delfland