Cholera-uitbraken zijn een terugkerend probleem in zuidelijk Afrika. De hoofdoorzaak hiervan is een gebrek aan schoon drinkwater in combinatie met slechte sanitaire voorzieningen. In Zimbabwe werken Unicef en VEI via in het DRRS-programma samen aan het aanpakken van zogeheten cholera ‘hot spots’. Maar ze zetten ook in op het verbeteren van de drinkwater- en sanitaire voorzieningen. Zo worden de risico’s op cholera-uitbraken in de toekomst beperkt.
door Joop van Vlerken
“Wij werken samen met de water- en sanitatie-afdelingen van gemeenten in Zimbabwe, zoals bijvoorbeeld in Harare en andere steden”, vertelt Brenda Brouwer. Zij is expert op het gebied van Water, sanitatie en hygiëne (WASH) en werkzaam voor VEI, een samenwerking van Nederlandse waterbedrijven voor het realiseren van duurzaam water en sanitatie in ontwikkelingslanden. In Zimbabwe heeft Brouwer gewerkt om de risico’s op cholera-uitbraken te beperken, waarbij ze wordt ondersteund door het DRRS-programma (Disaster Risk Reduction & Surge Support) dat de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) uitvoert.
Dit programma brengt Nederlandse en internationale experts op het gebied van waterveiligheid en waterzekerheid in noodsituaties bij elkaar om zo te helpen de risico’s op cholera uitbraken in te perken. Brouwer: “We werken daarbij samen met Unicef en met de lokale waterbedrijven, omdat de uitbraken ontstaan als er onvoldoende faciliteiten zijn. Daarom willen we ervoor zorgen dat iedereen toegang heeft tot schoon drinkwater.”
Besmet voedsel en drinkwater
De meest recente cholera-uitbraak in Zimbabwe begon in februari 2023 en eindigde onlangs, in augustus 2024, vertelt Juan Smulders, Information Management Expert bij Unicef. voor. Hij heeft via het DRRS-programma Unicef in Zimbabwe ondersteund met het verzamelen van data met als doel om een beter overzicht te krijgen van de cholera-epidemie.
Smulders: “Alle provincies in Zimbabwe werden getroffen. De belangrijkste oorzaken waren besmet voedsel en drinkwater. Je moet je voorstellen dat er maar een paar keer per week water uit de kraan komt. Verder zijn de mensen afhankelijk van ondiepe bronnen en putten, waar het risico op cholerabesmetting hoog is. Daarom proberen we deze putten in kaart te brengen en dat te combineren met de plekken waar de cholera-gevallen zich concentreren.”
Unicef werkte samen met VEI en andere ngo’s aan een aantal interventies in Zimbabwe, legt Smulders uit. “We kijken samen naar de drinkwaterlevering en -zuivering, en naar de sanitatie-infrastructuur.” Ook hield hij zich bezig met het verzamelen van data en het maken van een dashboard. “Mijn eindproduct is een dashboard voor intern en extern gebruik. Het is gebaseerd op de vijf w’s: wie, wat, waar, wanneer en voor wie. Daarnaast heb ik trainingen gegeven aan de ngo’s en de overheid om data te leren analyseren.”
Niet de middelen
Christophe Valingot, werkt als Public Health Advisor via het DRRS-programma voor de WHO en houdt zich bezig met gebieden waar cholera-uitbraken zijn. “Onze focus ligt op Afrika. WHO heeft wel wat capaciteit in watermanagement, maar de meeste capaciteit is toch medisch.”
Cholera verspreidt zich via uitwerpselen en vieze handen in de omgeving, legt hij uit. “Als er bijvoorbeeld poep in de rivier terecht komt en je drinkt daarvan, kun je cholera krijgen. Het is dus eenvoudig om cholera te voorkomen. Het probleem is dat ze in Zimbabwe niet de middelen hebben om de bevolking te beschermen tegen dit probleem, omdat de helft van de bevolking geen toegang heeft tot schoon drinkwater. Zij drinken uit een vervuilde rivier of meer.”
Het is dus nodig om meer te bieden dan alleen noodhulp om mogelijke uitbraken van cholera in de toekomst te voorkomen. Verbetering van de waterinfrastructuur speelt daarbij een belangrijke rol, zegt Brouwer. “We helpen om het asset management en de waterkwaliteit te verbeteren. Daarnaast kijken we hoe waterverlies verminderd kan worden en onderzoeken we hoe de netwerken optimaal onderhouden kunnen worden. En tot slot is ook de omgang met klanten belangrijk. Hoe zorg je ervoor dat zij hun rekening kunnen betalen bijvoorbeeld?”
Dat laatste is een belangrijk probleem, zegt Smulders. “Betere watervoorziening helpt, maar lang niet iedereen in Zimbabwe is aangesloten op drinkwater. Het waterbedrijf levert bijvoorbeeld 300 ML (megaliter) water, maar de vraag naar water is 1.200 ML. Daarbij komt nog dat het waterstelsel in Zimbabwe 50 jaar geleden is aangelegd, waarna er onvoldoende nieuwe investeringen zijn gedaan om het systeem, met de toenemende bevolking te laten functioneren. De problemen met droogte verergeren de problemen omdat het waterbedrijf door de lage waterstand niet meer kan leveren.”
Cholera endemisch
Cholera is endemisch in dit deel van Afrika, zegt Smulders. “We hebben grote uitbraken gehad in 2008, 2018 en in 2023 dus weer. Ieder jaar zijn er bovendien wel cholera-gevallen. De droogte in combinatie met de situatie na de corona-epidemie heeft tot de laatste uitbraak geleid. Het speelt niet alleen in Zimbabwe, het is een regionaal probleem. Ook in Zambia, Malawi en Mozambique verspreidt het zich heel erg.”
Zimbabwe is een van de meest ontwikkelde landen in deze regio, zegt Valingot. “Maar het gaat al jaren slecht met de economie waardoor de infrastructuur van de waterbedrijven niet onderhouden en uitgebreid wordt. Daarnaast is er vaak onvoldoende chloor beschikbaar.”
Wat de lokale waterbedrijven nodig hebben, bepalen ze zelf, zegt Brouwer van VEI. “Wij kijken en denken mee en we helpen vervolgens met het mobiliseren van investeringen, want er is veel nieuwe infrastructuur nodig en dat kost geld. We helpen ook met de financiering en die kan ook extern zijn.”
Brouwer heeft zelf onderzocht hoe VEI en Unicef beter kunnen samenwerken bij cholera-uitbraken. “Unicef kan de waterbedrijven in Zimbabwe bijvoorbeeld niet rechtstreeks financieren, omdat ze onderdeel zijn van de overheid. Maar via VEI kan dat wel.”
Sancties
Smulders legt dat nog nader uit. “Er is geld nodig om de situatie te verbeteren, maar een aantal ambtenaren, waaronder de president van Zimbabwe, staat onder sancties en dat maakt financiering ingewikkeld. Daarom is het goed dat we hier met VEI konden samenwerken. Zij kijken verder dan alleen kortetermijnoplossingen en kunnen fondsen bij elkaar krijgen om nieuwe leidingen aan te leggen.”
Zo is het in Zimbabwe ook gebeurd, legt Brouwer uit. “Met de expertise van de Nederlandse drinkwaterbedrijven en dankzij onze twintig jaar ervaring in Afrika werken we als waterbedrijven in lange termijn partnerschappen. We zitten bij het waterbedrijf op kantoor. Terwijl Unicef als onderdeel van de VN landelijk actief is. Op deze manier vullen VEI en Unicef elkaar goed aan.”
De lokale infrastructuur voor drinkwater is erg verouderd, zegt Brouwer. “Die is bovendien niet toereikend voor de groeiende bevolking. De lokale waterbedrijven hebben wel de vaardigheden om de watervoorziening uit te breiden en het huidige systeem te onderhouden, maar er is gewoon geen geld om kapotte dingen te vervangen. De economische problemen in het land hebben daarvoor gezorgd.”
Aanpakken hot spots
Cholera is volgens Valingot makkelijk op te lossen. “De oplossing is makkelijk, namelijk zorgen voor een goede watervoorziening en sanitatie. Maar dat kost geld en dat is er niet. Goede infra kan een groot verschil maken en daarnaast is monitoring belangrijk, dan kun je de waterkwaliteit in de gaten houden en hoef je niet te wachten tot mensen ziek worden.”
Doordat er beperkte financiering beschikbaar is, pleit hij voor oplossingen op kleine schaal. “Onze benadering is gericht op investeringen in cholera hot spots. Je kiest niet voor een heel district, maar juist voor een bepaald dorp om daar de situatie te verbeteren.”
Door de samenwerking van Unicef en VEI, richt de cholera-bestrijding zich niet meer alleen op de korte termijn, zegt Brouwer. “We bekijken samen welke gebieden risicovol zijn, zodat we in de toekomst eerder kunnen schakelen. Zo wordt het systeem verbeterd met structurele investeringen en is noodhulp misschien niet meer nodig. Dat is mogelijk gemaakt door de samenwerking met VEI.”
Dit programma werkt niet alleen op cholera, maar zet zich breder in voor levensbedreigende crisissituaties en humanitaire hulp wereldwijd. Denk ook aan overstromingen. De expertpool bestaat uit Nederlandse en internationale externe experts op het gebied van waterveiligheid en waterzekerheid. Externe experts op waterzekerheid, waterveiligheid, public health en in dit geval cholera kunnen zich aanmelden voor de expertpool van DRRS. Zij kunnen zich op die manier inzetten voor het bestrijden van klimaatrampen in het buitenland.
Voor meer info/aanmelden als expert: Dutch Disaster Risk Reduction and Surge Support - DRRS