Om de waterkwaliteit van de met bestrijdingsmiddelen vervuilde Drentsche Aa op gewenst niveau te krijgen, moeten provincie, waterschap en gemeenten in Drenthe het beleid aanscherpen. De Omgevingswet en het Drents Programma Landelijk Gebied bieden daartoe mogelijkheden. Voorts moet er meer werk worden gemaakt van handhaving en dient er ook een drinkwatercommissaris te komen, die de partijen bij de les houdt.
Dit staat in het advies van de adviescommissie die in opdracht van de provincie de mogelijkheden heeft onderzocht om te komen tot verdere verbetering van de waterkwaliteit van de Drentsche Aa.
Het water van de beek dat door Waterbedrijf Groningen bij De Punt wordt ingenomen voor drinkwaterproductie, bevat nog steeds te hoge concentraties bestrijdingsmiddelen. Sinds 2016 wordt met het Uitvoeringsprogramma oppervlaktewaterwinning Drentsche Aa (UPDA) geprobeerd de concentraties naar beneden te brengen zodat het water aan de wettelijke normen voldoet. Daartoe werkten de provincie Drenthe, waterschap Hunze en Aa’s en Waterbedrijf Groningen samen met burgers, natuurorganisaties, boeren en bedrijven.
Het doel was om in 2023 het aantal normoverschrijdingen van gewasbeschermingsmiddelen bij innamepunt De Punt ten opzichte van 2012 met 95 procent te verminderen. Dat is niet gelukt. Op de locatie worden nog steeds normoverschrijdingen gemeten van onkruidbestrijdingsmiddelen MCPA, dimethenamid, MCPP, metamitron en in mindere mate dertien andere middelen.
Toen duidelijk werd dat de gestelde doelen niet zouden worden gehaald, heeft de provincie de adviescommissie ‘Vervolg-UPDA’ ingesteld met de vraag advies uit te brengen over vervolgstappen. Dat rapport is nu uitgebracht.
Negen aanbevelingen
De commissie komt met negen aanbevelingen. Het gaat om het terugdringen van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen door preventie. Daarnaast gaat het om brongerichte maatregelen om het gebruik in landelijk en stedelijk gebied terug te dringen. De gebruikers van bestrijdingsmiddelen hebben daarbij de verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat normen niet worden overschreden, stelt de commissie.
De commissie beveelt aan instrumenten uit de Omgevingswet te gebruiken om de emissie van gewasbeschermingsmiddelen aan banden te leggen. Voorts adviseert ze de provincie om de drinkwaterwinningvoorziening ‘als dwingende reden van groot openbaar belang’ uitdrukkelijk mee te nemen bij het Drents Programma Landelijk Gebied (DPLG). Ook moet er serieuze aandacht komen voor beter toezicht en handhaving wat volgens de commisie kan door vergaande samenwerking.
Drinkwatercommissaris
De commissie beveelt voorts aan om tot en met 2027 een drinkwatercommissaris aan te stellen. “Deze neemt geen bevoegdheden over van andere partijen, maar krijgt wel de verantwoordelijkheid om bij alle partijen het drinkwaterbelang voortdurend en met klem te agenderen, hen bij de les te houden, te bewegen tot voortgang en periodiek in het openbaar hierover te rapporteren.”
Naast maatregelen in eigen provincie moeten de Drentse partijen ook aan de bel trekken over het landelijke toelatingsbeleid van gewasbeschermingsmiddelen, aldus de commissie. Dat beleid schiet tekort, stelt ze. En daarom beveelt ze de provincie, gemeenten, waterbedrijven en het waterschap aan om gezamenlijk bij IPO, VEWIN, VNG en de Unie van Waterschappen aan te dringen op verbetering.