Afschaffen van de geborgde zetels betekent op termijn het einde van de waterschappen. Dat zegt Lambert Zwiers, voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Waterschapbestuurders Bedrijven (NVWB). Het ontgaat Zwiers waarom er een discussie moet gaan over de bestuursorganisatie van de waterschappen terwijl ze 'prima functioneren'.
Zwiers, zelf bestuurslid bedrijven in het algemeen bestuur van Waterschap Noorderzijlvest, ziet in het vorige maand uitgebrachte rapport ‘De stem van het water’ van het Overlegorgaan Fysieke leefomgeving (OFL) een bevestiging van zijn stelling dat afschaffen van geborgde zetels op termijn het einde van de waterschappen betekent. Het staat er niet met zoveel woorden in, erkent hij, maar tussen de regels door is de waarschuwing te lezen. “En een goed verstaander heeft maar een half woord nodig.”
Het OFL bracht het rapport over de geborgde zetels uit in opdracht van minister Cora van Nieuwenhuizen van Infrastructuur en Waterstaat. Zij vroeg het orgaan in reactie op het advies van de Commissie Boelhouwer om in een consultatieronde de standpunten over de geborgde zetels in kaart te brengen. De Commissie Boelhouwer was tot de slotsom gekomen dat de geborgde zetels in de veranderende maatschappelijke context waarbinnen de waterschappen hun taken moeten uitvoeren niet meer functioneel zijn. Een standpunt dat in de Tweede Kamer door meerdere partijen wordt gedeeld, zoals GroenLinks dat een initiatiefwet voor afschaffing indiende.
Communicerende vaten
Het rapport ‘De stem van het water’ kwam vorige maand uit en Zwiers stelde na lezing vast dat het OFL weliswaar geen advies geeft over behoud of afschaffen van de geborgde zetels, maar er wel op wijst dat het noodzakelijk is om tot een zorgvuldige afweging te komen. Daarbij moet gekeken worden naar de in de Waterschapswet vastgelegde taak van het waterschap in relatie met andere overheden als gemeenten en provincies, aldus het OFL. Zwiers: “De verbinding met andere overheidslagen, daar wordt op gewezen. Het zijn communicerende vaten, schrijft het OFL. Als je dus aan de governance van het waterschap gaat sleutelen, dan heeft dat ook consequenties voor de andere overheden.”
De verhouding tussen de decentrale overheden is cruciaal en precair. Zwiers stelt vast dat met een eventuele wijziging van het bestuurlijke systeem de waterschappen hun functionele democratie en daarmee hun uniciteit verliezen. Meer van hetzelfde in de decentrale bestuurlijke context, het is het begin van het einde van de waterschappen, aldus Zwiers. “Het wordt op decentraal niveau dan wel erg druk met drie soortgelijke overheden, dus krijg je al snel de discussie of de waterschappen niet op kunnen gaan in de provincies. Niet onmiddellijk, maar op termijn wel. Politieke partijen zijn daarvoor, zoals de PVV.”
Daar komt bij dat de democratische legitimiteit van de waterschappen nog altijd bedroevend is, stelt Zwiers, waarbij hij verwijst naar de lage opkomst bij de waterschapsverkiezingen. “Mensen hebben geen flauw idee waar ze op stemmen. Die discussie komt ongetwijfeld weer op gang.”
Nog steeds legitiem
Zwiers is voor behoud van de functionele democratie. Deze organisatievorm waarmee de waterschappen al bijna 800 jaar succesvol invulling geven aan het waterbeheer, is nog steeds legitiem, aldus de bestuurder, die zegt zich gesteund te weten door wetenschappers als hoogleraar staatsrecht Douwe Jan Elzinga ('hij noemt het initiatiefwetsvoorstel van GroenLinks ondoordacht’) en de juristen Karlijn Landman, Frank Groothuijse & Marleen van Rijswick. Zij vragen zich in een publicatie in het Nederlands Juristenblad af of afschaffing van geborgde waterschapszetels gestoeld is op drijfzand.
Zwiers: “Tot op de dag van vandaag zijn de belangen van ingezetenen, bedrijven, boeren en natuurbeheerders goed geborgd, passend bij een functionele organisatie die een waterschap bij uitstek is. De waterschappen functioneren niet alleen prima, ze zijn toekomstgericht en dienen de brede belangen van alle betrokkenen.”
Argumenten
En in die opzet willen de bedrijven hun huidige rol behouden, stelt Zwiers. Hij voert daar een aantal argumenten voor aan, zoals de ontwikkeling en implementatie van innovaties die noodzakelijk zijn om de gevolgen van de klimaatverandering het hoofd te bieden. “Als bedrijven hun belangen adequaat behartigd weten, zijn zij ook eerder bereid om nieuwe vormen van samenwerken aan te gaan.”
Ook de substantiële bijdrage van bedrijven aan de zuiveringsheffing legitimeert de blijvende aanwezigheid van de geborgde zetels in de waterschapsbesturen, aldus Zwiers. Zoals dat ook geldt voor het operationele belang dat bedrijven hebben bij een goed functionerend waterschap: veel bedrijven zijn in hun bedrijfsprocessen afhankelijk van door waterschappen geleverd water, maar omgekeerd wordt de levering van proceswater aan de rwzi’s ook steeds belangrijker voor de winning van waardvolle stoffen. Invulling van deze processen en de hoogte van de rekening worden aan de bestuurstafel bepaald en daarom is de inbreng van de categorie bedrijven in het waterschapsbestuur onontbeerlijk, aldus Zwiers.
Zwiers staat niet alleen in zijn pleidooi voor de handhaving van de geborgde zetels. VNO NCW, MKB Nederland, LTO Nederland en VEMW zien ook geen redenen om het bestuurstelsel van de waterschappen te wijzigen.
MEER INFORMATIE
H2O Actueel: OFL: aanpassing bestuurstelsel niet haalbaar voor volgende waterschapsverkiezingen
H2O Actueel: GroenLinks dient initiatiefwet in voor afschaffen geborgde zetels
Artikel Ned Juristenblad: Afschaffing van geborgde waterschapszetels gestoeld op drijfzand? (pdf)