Deze week stemt de Eerste Kamer over een wetswijziging over de verdeling van de geborgde zetels in de waterschapsbesturen. In het huidige voorstel verdwijnen de geborgde zetels voor het bedrijfsleven. Het bedrijfsleven is het daar niet mee eens. “Dit is een opmaat voor het verdwijnen van de waterschappen.”
In een ingezonden brief in NRC protesteerde Ingrid Thijssen, de voorzitter van werkgeversvereniging VNO-NCW, vorige week al fel tegen het verdwijnen van de geborgde zetels voor bedrijven. Ze schreef: “Er zijn vier categorieën belastingbetalers: burgers, boeren, bedrijven en natuurterrein-eigenaren. Burgers en bedrijven dragen daarbij veelal samen de meerderheid van de kosten. Het wetsvoorstel ontneemt echter de categorie bedrijven als enige het recht op bestuurlijke vertegenwoordiging in de waterschappen. Bedrijven mogen dus betalen maar verliezen hun zeggenschap.”
“Het verlies van zeggenschap is een van onze bezwaren”, zegt Jan Bessembinders. Hij is bij VNO-NCW beleidssecretaris circulaire economie. De gedachte achter de wetswijziging stoelt volgens Bessembinders op een misvatting, namelijk dat er slechts één passende vorm van democratie is. “De waterschappen hebben een specialistische taak en kennen een functionele democratie. Dat is iets anders dan gemeenten of provincies.”
Verdwijnen de geborgde zetels voor het bedrijfsleven, kan dat volgens VNO-NCW de opmaat zijn naar het schrappen van alle geborgde zetels. “Dan wordt het dringen in bestuurlijk decentraal Nederland. Op den duur verdwijnt daarmee niet het bestaansrecht van het waterschap, maar wel de bestuurlijke toekomst.”
Dat de Raad van State concludeerde dat het schrappen van de geborgde zetels voor het bedrijfsleven niet hoeft te leiden tot instabiliteit van het bestuur van het waterschap, maakt het volgens Bessembinders nog niet tot een goed voorstel. “De stabiliteit is misschien niet in het geding, maar de kennis en kunde van de bedrijven zal enorm gemist worden in de waterschapsbesturen. Wij vinden het trouwens ook merkwaardig dat van de drie categorieën geborgde zetels alleen het bedrijfsleven nu moet wijken.”
Het argument dat de invloed van bedrijven remmend zou zijn bij het nemen van klimaatmaatregelen, zoals bijvoorbeeld aangevoerd door de oorspronkelijke indiener van het wetsvoorstel, Laura Bromet van Groen Links, klopt volgens Bessembinders niet. “Denk aan circulariteit. Daar zetten waterschappen enorm goede stappen in. Het bedrijfsleven draagt daar aan bij. Denk aan de motie die op aandringen van het bedrijfsleven is aangenomen in Delfland, waarin wordt gesteld dat klimaat de graadmeter bij alle maatregelen van het waterschap moet zijn.”
Bessembinders vermoedt dat de stemming in de Eerste Kamer een dubbeltje op zijn kant zal worden. “Kijk ik naar de stemverhoudingen in Eerste Kamer dan wordt het spannend. De meeste posities zijn bekend en het hangt nog op een paar partijen. Juist daarom laten we nu nog een keer dit signaal horen: het huidige model functioneert wat ons betreft goed. En iets dat niet kapot is, moet je niet willen repareren.”