Er is een deltaplan nodig en waterschappen moeten samen met provincies het voortouw nemen om de veengronden te redden. Dat betoogt landschapsarchitect Peter de Ruyter in een essay in het Friesch Dagblad.
Omwille van de intensieve veehouderij zijn in Friesland de verschillen tussen de zand-, veen- en kleigronden gelijkgetrokken. Het slootpeil ligt ongeveer een meter lager dan het weiland. Door die lage grondwaterstand verschrompelt het veen met 1 centimeter per jaar en verdwijnt het waterbergend vermogen.
Zeker ook door de klimaatverandering is dat zeer problematisch. De extremen in het weer zullen toenemen, onder andere drogere zomers met heftige regenbuien en nattere winters. De Ruyter ziet de oplossing in het herstellen van de buffercapaciteit van het veen. "Om zoet water te kunnen opslaan in tijden van extreme regen en zo een buffer te maken voor drogere perioden."
De landschapsarchitect bepleit dan ook een ruilverkaveling 2.0 om intensieve en andere vormen van veehouderij beter te scheiden en zo te komen tot een weerbaarder landschap. Dit zou moeten gebeuren via een Deltaplan voor de Nederlandse Veenweidegebieden, waarin hij een voorname rol ziet weggelegd voor waterschappen en provincies. "Als we nu niets doen zijn we in de toekomst onze zo kenmerkende, ecologisch en cultuurhistorisch waardevolle, veenweidegebieden voorgoed kwijt."
Het hele essay leest u hier.