Het energiebedrijf Engie heeft een drijvend zonnepark en een identieke landopstelling aangelegd op het terrein van de elektriciteitscentrale in Burgum. Hiermee kan de elektriciteitsopbrengst van beide nauwkeurig worden vergeleken. Naar verwachting leveren zonnepanelen op water extra stroom op.
Het drijvende zonnepark in de Friese plaats Burgum bestaat uit 144 panelen. Zij liggen in het inlaatkanaal voor koelwater achter de elektriciteitscentrale. Op het land bevindt zich een identieke opstelling. De panelen op land en water zijn van hetzelfde type en krijgen hetzelfde aantal zonuren. Ook zijn ze onder dezelfde hoek van 12 graden geplaatst. Dat maakt een exacte vergelijking van de elektriciteitsopbrengst mogelijk. Engie spreekt van een unieke proef.
Het energiebedrijf verwacht dat de zonnepanelen op water 10 tot 25 procent meer stroom opleveren. Dit komt door de verkoelende werking van water, waardoor panelen minder warm worden dan op land. Het temperatuurverschil kan oplopen tot ruim twintig graden. Ook zorgt de weerkaatsing van zonlicht op water waarschijnlijk voor een hogere elektriciteitsopbrengst.
De proef levert ook een beter inzicht op in de techniek van zonnepanelen op water. Engie bekijkt hoe deze panelen zich gedragen bij deining op water. Een ander belangrijk aspect is hoe het materiaal reageert wanneer het water bevroren is.
De panelen op water maken deel uit van het zonnepark van een kleine twintigduizend panelen op het terrein van de elektriciteitscentrale in Burgum. Hiermee worden ruim vijftienhonderd huishoudens van stroom voorzien. Eind 2017 heeft Engie bij het hoofdkantoor in Zaandam zijn eerste drijvende zonnepark aangelegd, om een beter beeld van de techniek te krijgen. Volgens het energiebedrijf hebben zulke parken in Nederland een grote potentie, omdat de ruimte op land beperkt is.