Door de bestaande detectiemethode voor E.coli als uitgangspunt te nemen, zijn onderzoekers er in geslaagd een snelle detectiemethode voor enterococcen in oppervlaktewater te ontwikkelen. De methode werkt op basis van fluorescentie.
Drink- en zwemwater worden door drinkwaterbedrijven en waterbeheerders regelmatig gecontroleerd op de aanwezigheid van de bacteriesoorten E.coli en enterococcen. Micro-organismen uit ontlasting vormen namelijk de belangrijkste bedreiging van de gezondheid via water. Nu worden microbiologische kweekmethoden gebruikt die na een of twee dagen resultaten opleveren. De nieuwe, snellere detectiemethode heeft slechts een tot twee uur nodig.
Drinkwaterbedrijven hebben behoefte aan zulke snellere methoden om besmettingen – die onder andere bij werkzaamheden kunnen ontstaan - op te sporen en waterschappen om de effectiviteit van genomen beheersmaatregelen te monitoren en om sneller te bepalen of oppervlakte- of zwemwater veilig is voor recreatie.
Onderzoekers van KWR Watercycle Research Institute, microLAN, Vitens en Het Waterlaboratorium – binnen TKI Watertechnologie – baseerden de nieuwe methode om enterococcen op te sporen op een al bestaande snelle detectiemethode voor E.Coli: de BACTcontrol van microLAN. Deze methode meet fluorescentie van het in vrijwel alle enteroccen voorkomende enzym ß-D-glucosidase. Bij hogere concentraties enterococcen in het water is de methode succesvol, bij lagere concentraties zijn de resultaten nog niet sterk genoeg om de methode in de praktijk te kunnen gebruiken.
Onderzoeker Nikki van Bel van KWR: "We hebben meer onderzoek nodig en zijn op dit moment dan ook bezig met het schrijven van een projectvoorstel. De onderzoeksmethode die we nu hebben ontwikkeld kan al wel gebruikt worden, bijvoorbeeld om oppervlaktewater te testen dat voor recreatie wordt gebruikt. Voor drinkwatertesten is de methode nog niet gevoelig genoeg. En daar willen we wel naar toe."
Op de site TKI Watertechnologie staat meer informatie over het onderzoeksproject.