Na een draai op het laatste moment van Oostenrijk hebben de Europese lidstaten ingestemd met de natuurherstelverordening. De verordening, algemeen bekend als natuurherstelwet, verplicht landen met plannen te komen om natuurgebieden te herstellen.
De natuurherstelwet was een initiatief van toenmalig EU-commissaris Frans Timmermans. De plannen waren al aangenomen door het Europees Parlement, maar moesten ook ondersteund worden door een gekwalificeerde meerderheid van lidstaten (minimaal 55 procent van de lidstaten en een meerderheid van 65 procent van de Europese bevolking).
In maart werd de stemming uitgesteld nadat niet genoeg landen voorstander bleken. Nederland behoort tot de groep tegenstanders. Na verschillende aanpassingen bleken twintig landen bereid het voorstel te steunen.
De verordening verplicht landen om herstelplannen te maken voor natuurgebieden die nu in slechte staat zijn. Ook het verbeteren van de waterkwaliteit zal onderdeel van deze plannen moeten zijn.
In 2030 moeten er herstelmaatregelen aangekondigd zijn voor 30 procent van de betroffen natuurgebieden, en twintig jaar later, in 2050, moet dat het geval zijn voor 90 procent van de natuurgebieden in slechte staat. De verordening draagt de lidstaten op om met plannen te komen. Het is in die zin een inspanningsverplichting, geen verplichting om resultaten te behalen.
Nederlandse natuurorganisaties reageerden vandaag verheugd in een gemeenschappelijke verklaring, namens onder andere Natuur & Milieu, het Wereld Natuur Fonds en Greenpeace. ‘Het is hard nodig,’ schrijven ze. ‘Het gaat niet goed met de Europese natuur en het klimaat. Deze uitkomst markeert dan ook een cruciale overwinning voor de toekomst van onze leefomgeving.’
Landbouworganisatie LTO Nederland uitte zich bezorgd en verontwaardigd na de stemming.Volgens de agrarische belangenbehartigers schiet de verordening haar doel voorbij. LTO schrijft in een reactie ‘voor natuurherstel te zijn, maar niet op deze manier, die leidt tot vergaande juridificering van de opgaven die ons platteland nog verder onder druk zetten.’